Debat over rapport commissie van Wijzen in Antwerpen: ontnuchterende realitycheck met de experten van op de werkvloer

Facebooktwittermail

Donderdag 8 februari trokken we met een aantal militanten van ACOD Onderwijs uit Oost-Vlaanderen naar Antwerpen voor een debat over het rapport van de Commissie van Wijzen.

In het panel Dirk Van Damme (de voorzitter van de commissie), Wim Benda (schoolafgevaardigde voor ACOD Onderwijs in Atheneum Kapellen), Peter De Koning (schoolafgevaardigde voor COC in IMS Borgerhout) , Christine Hannes (directeur Spectrumschool Deurne), moderator was Stephen Hargreaves (docent in de lerarenopleiding in Antwerpen). Een initiatief van ACOD Onderwijs Antwerpen, Ovds (Oproep voor een Democratische School), Masereelfonds en De Wereld Morgen.

Na een samenvatting van het rapport door Dirk Van Damme zelf volgde een zeer verhelderend debat rond vier clusters: personeel, werkbaar werk, schoolleiderschap en financiering. Het rapport vertrekt vanuit een aantal objectieve vaststellingen en cijfers die het alvast een zweem van wetenschappelijkheid verschaffen. Een kritische lezing én een toetsing aan de ervaring van de mensen in het werkveld maken snel komaf met het academisch aureool van het rapport. Geplaatst binnen de bredere maatschappelijke ontwikkelingen komt de ware ideologische inslag helemaal tot uiting. Waarschuwing vooraf, we maken hier geen intentieproces van dhr. Van Damme als individu. De man heeft het waarschijnlijk zeer goed voor met het onderwijs en het debat verliep ook zeer vriendelijk. Maar Wim Benda merkte terecht op dat alle consequenties van een ingeslagen weg niet noodzakelijk tot de intentie behoorden van diegenen die de weg adviseerden. Zeker is dat het eindresultaat wel degelijk past binnen een bepaalde maatschappelijke ontwikkeling waar sommigen zeer bewust voorstander van zijn.

Gevaar voor nepotisme en machtsmisbruik

Dit verslag gaat slechts in op een beperkt aantal aspecten. Wat dit debat duidelijk maakte was de neoliberale geloofsovertuiging en de hardnekkige immuniteit voor de ervaringen vanop de werkvloer, waarop dit rapport gebaseerd is. Van Damme pleit voor verregaande deregulering en decentralisering, een drastische reductie van het decreet rechtspositie van het personeel. Weg met bekwaamheidsbewijzen en prestatienoemers, alle macht aan de directeurs en hun schoolbestuur!

Maar wat met het gevaar voor willekeur, nepotisme en machtsmisbruik? Hij noemt het zelf terecht “naïef”, maar met dergelijke risico’s wil Van Damme geen rekening houden om een “modern” en “ hedendaags” onderwijsbeleid uit te stippelen. Een zeer merkwaardige ontkenningsreflex ten aanzien van het nochtans objectieve gegeven dat juist deze zaken in veel gevallen de oorzaak zijn van uitval en burn-out, dikwijls van zeer gedreven personeelsleden. Op de vraag of hij echt gelooft dat je een job aantrekkelijker maakt door mensen afhankelijk te maken van de willekeur van hun baas en daarmee hun autonomie fnuikt, antwoordt Van Damme zeer overtuigd: “Ja ik geloof dat!” Het klinkt als een credo, een neoliberale geloofsbelijdenis zonder verdere argumentatie. “De huidige regelgeving is de oorzaak van de malaise, dus weg daarmee!” Dat in werkelijkheid de vrijheid of autonomie van de ene wordt begrensd door de vrijheid of autonomie van de andere, wordt straal genegeerd. Het Ancien Régime, waarin de leider de regels bepaalt, ongestoord door constitutionele, hier dus decretale beperkingen, wordt in eer hersteld. Een ervaren afgevaardigde in de zaal merkte op dat inspraak van het personeel via het lokaal comité op veel plaatsen nu al een farce is, maar dat juist de rechtspositie nog een beetje garantie biedt voor het spreekrecht van het personeel. Wim Benda merkte op dat door de bescherming van het statuut personeelsleden kunnen praten als volwassen mensen met hun directeur.

Directeurs niet meer vast benoemd maar met een tijdelijk mandaat

Van Damme pleit niet voor de afschaffing van de vaste benoeming in het algemeen maar wel voor het ambt van directeur. Dit moet een tijdelijke en verlengbaar mandaat worden, verleend door het schoolbestuur. Ook in deze relatie introduceert het rapport nog meer horigheid en afhankelijkheid. Christine Hannes merkte fijntjes op dat nog weinig directeurs zich al te mondig tegenover hun schoolbestuur zullen opstellen in bepaalde dossiers wanneer ze weten dat de verlenging van hun mandaat mogelijks op het spel staat. Ofschoon 80% van de huidige directeurs voorstander zijn van de nieuwe rol die het rapport hen toebedeelt, stelt Van Damme dat het huidig directeurskorps grotendeels niet beantwoordt aan het nieuwe profiel dat hij voor ogen heeft. Maar wie zal dit profiel bepalen? Pedagogische bekwaamheid en leservaring hoeven in elk geval niet meer, daar kan het schoolbestuur autonoom over beslissen. De lokroep van de macht zal uiteindelijk velen zuur opbreken. Wakkere directeurs zoals Christine Hannes hebben het al in de mot en beseffen welke planlast op hen afkomt als zij zelf minister van onderwijs in eigen school zullen moeten spelen.

Uitholling vaste benoeming en verlofstelsels

De vaste benoeming voor leerkrachten mag wel blijven, maar dient verregaande uitgehold. Dit onder het mom van “meer kansen voor startende leerkrachten”. Verlofstelsels waarin men de vaste benoeming behoudt, moeten op de schop of tot maximum 2 jaar beperkt. Deeltijds werkenden zijn volgens Van Damme trouwens toch niet in dezelfde mate toegewijd aan hun school als hun voltijdse collega’s. Een uitspraak die een zucht van algemene verontwaardiging in de zaal teweegbracht. Iedereen op het terrein weet dat deeltijds werken in onderwijs juist minder rendeert in effectieve vrije tijd. Klassenraden, oudercontacten, schoolfeesten, teamoverleg worden niet in verhouding gereduceerd met het volume van het verlofstelsel. Aan deze werkelijkheid gaat het rapport volledig voorbij. Ook het feit dat tal van langdurige verlofstelsels nu wel in aanmerking komen voor vaste benoeming van de vervangers, is de commissie ontgaan. Enkel in de thematische verloven zoals ouderschapsverlof, medische bijstand kan er niet vacant verklaard worden. Daarin snoeien zou een zware aantasting zijn van het tijdelijk werkbaar houden van de job voor velen, voornamelijk vrouwen die erop beroep doen. Het vrouwonvriendelijk karakter van dit voorstel werd zelfs niet ontkend, maar volgens Van Damme is dat zeker niet de bedoeling! Als het niet de bedoeling is, waarom stel je het dan voor? Hoe komt men er trouwens bij te denken dat je een job aantrekkelijker maakt door verlofstelsels en adempauzes te ontraden of af te schaffen?

Afschaffing TADD, leraarslicentie na inductiejaar

In het debat kwam de ene contradictie na de andere aan het licht. Het inductiejaar bijvoorbeeld. Dit is een betaald stagejaar waarin de gediplomeerde een extra leraarslicentie kan behalen. Het biedt een jaar werkzekerheid en op het einde behaal je een beroepslicentie om te mogen lesgeven. Dit naar analogie met huisartsen en advocaten. Na je studies en 1 jaar praktijkervaring word je dus door een jury beoordeeld of je wel geschikt bent voor de job. Wie zetelt er in die jury? Vanwaar het wantrouwen in de delibererende klassenraad van de lerarenopleiding? Vandaag bestaat er een beoordeling om al dan niet het recht op een aanstelling van doorlopende duur (TADD) te verwerven. Maar dit ontneemt bij ongunstig advies nog steeds niemand het recht om het beroep uit te oefenen. Soms is het functioneren van iemand afhankelijk van school tot school, dat tonen de soms tegenstrijdige beoordelingen aan. We zien ook dat verhaal halen tegen een onheuse behandeling meestal weinig zoden aan de dijk brengt omdat het advies van de directeur nogal doorslaggevend is bij het bestuur. Het is een indicatie van de rechtsonzekerheid voor de startende leerkracht die het inductiejaar zeker niet zal opheffen. De beroepslicentie geeft alleen maar het recht op de uitoefening van het beroep, niet op een concrete betrekking. Van werkzekerheid is er dus helemaal geen sprake, het recht op TADD gaat op de schop als het van de commissie afhangt.

38 urenweek?

En zo verliep het hele debat, contradictie na contradictie werden blootgelegd en vervolgens genuanceerd door Van Damme. Om er toch nog één te noemen, de 38-urenwerkweek. Het tijdsbestedingsonderzoek, waarvan Van Damme de deugdelijkheid van de onderzoeksmethode in vraag stelt, brengt een gemiddelde werkweek van meer dan 40 uur aan het licht. Dat moet minder, daar is iedereen het over eens. Dus moet het 38 uur worden. Momenteel is de enige rem op de ongebreidelde arbeidstijd de opdrachtnoemer en voor het basisonderwijs ook de schoolopdracht (26 klokuren op school). Dat dit systeem niet sluitend en verouderd is om de reële werkdruk te meten weet iedereen. Een hervorming ervan moet minstens leiden tot meer garanties voor de begrenzing van de arbeidstijd. Van de leerondersteuners die in hun nieuwe ambt een 36-urenweek hebben, horen we dat ze daar in werkelijkheid los over gaan. Het afstappen van een prestatienoemer zorgt er alleen voor dat ook de begrenzing van het aantal te geven lesuren wegvalt en dat men in een extreem geval 38 klokuren voor de klas kan geplaatst worden. Dat is een zeer efficiënte methode om iemand snel in burn-out te jagen. Maar ook dat is natuurlijk niet de bedoeling! Dat geloven we graag, maar wie zal dat verhinderen?

Gevaarlijke deregulering

Onze conclusie na dit debat is duidelijk. Dit rapport stelt een zeer gevaarlijke deregulering voor die de rechtspositie van het personeel drastisch onderuit haalt en de machtspositie radicaal verschuift naar de schoolbesturen en hun tot marionetten gereduceerde directeurs. Ook de gemeenschap verliest hiermee grip op het onderwijs en we krijgen een de facto gesubsidieerde privatisering waarin de onderlinge concurrentie tussen scholen voluit zal spelen. De ongelijkheid zal toenemen. Het is misschien niet allemaal de intentie van de commissieleden, maar het is gesneden koek voor de neoliberale afbrekers van de verzorgingsstaat. Politieke partijen en koepels die in dit rapport brood zien zijn gewaarschuwd. Ze zullen ons treffen aan de andere kant van de barricade!

Kristof Bruyland

Lees ook: 

Je kan het volledig rapport (180 bladzijden) lezen: 18 december 2023 rapport-commissie-van-wijzen

Je kan een powerpointpresentatie (van Dirk Van Damme) met een samenvatting van het rapport bekijken: EXT-2324-021

Nancy Libert (ACOD Onderwijs): Op maat van directies en schoolbesturen

Koen van Kerkhoven (COC): De valkuilen van het rapport van de commissie van Wijzen 

Verslag (door Vincent Van Roy) van het debat (Berchem, 8 februari) over het rapport van de commissie van wijzn.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here