Nancy Libert (ACOD Onderwijs): “De werkdruk moet omlaag, alleen zo los je het lerarentekort op”

Facebooktwittermail

De eerste schooldag, en één op vier scholen zijn nog steeds op zoek naar extra personeel. Minister Ben Weyts mag dan trots kijken naar het aantal zij-instromers, het lerarentekort wordt opnieuw het onderwijsthema van het jaar. Ondertussen wachten scholen en directies vol ongeduld op de bevindingen van een commissie die het beroep terug aantrekkelijk moet maken. Wij vroegen commentaar aan Algemeen Secretaris Nancy Libert van ACOD Onderwijs.

Enkele dagen voor 1 september was nog één op vier directeurs op zoek naar leerkrachten. Kan jij schetsen waar de problemen het grootst zijn?

“De grote steden, zoals altijd. En het is nog in beweging. Veel scholen zullen misschien nu voldoende personeel gevonden hebben, maar in de loop van het schooljaar komen er nog plaatsen vrij. Als leerkrachten de kans zien om dichter bij huis te werken, dan vertrekken ze natuurlijk.”

“Het leerlingenaantal neemt toe in het secundair onderwijs, daar zijn de lerarentekorten ook het grootst. Bovendien zijn leerkrachten in het secundair gespecialiseerd in hun eigen vakken. Voor een taalvak is er al sneller iemand tekort. In het basisonderwijs kan je de onderwijzers breed inzetten over alle leerjaren, al zien we daar ook al tekorten.”

Het kabinet van minister Weyts liet wel trots weten dat er nooit eerder zoveel zij-instromers waren, mensen die op latere leeftijd voor het onderwijs kiezen.

“Wij horen dat ook, 4.700 zij-instromers, maar het is nog niet voldoende. We hebben gevraagd of we ook cijfers kunnen krijgen van het aantal zij-instromers dat al snel weer afhaakt, maar die cijfers zijn er niet. Wij zien dat aan onze leden, er is zeker een groep die op latere leeftijd overkomt van een andere sector, maar na een paar maanden laten die al weten dat ze het onderwijs verlaten en terugkeren naar waar ze vandaan komen.”

Wat is dan de fundamentele oplossing voor het lerarentekort?

“In de eerste plaats moet de werkdruk omlaag. In 2018 bleek uit een tijdsbestedingsonderzoek door Ignace Glorieux al dat in een lesweek de leerkrachten in het basisonderwijs gemiddeld meer dan 43 uur per lesweek werken, in het secundair onderwijs is dat 45 uur. Die cijfers kent iedereen, maar men weigert er iets mee te doen. Zolang je de balans werk-privé niet in evenwicht krijgt, zijn alle maatregelen druppels op een hete plaat.”

“Maar om de werkdruk te verlichten heb je natuurlijk meer personeel nodig. Het is een vicieuze cirkel. Die moet je doorbreken.”

“Kijk naar het aantal leerkrachten dat langdurig ziek is door een burn-out. Als je de werkdruk zou verminderen kan je een groot deel van hen terug aan de slag krijgen, en zo zou het lerarentekort snel opgelost worden. Bovendien zijn dat allemaal leerkrachten met de juiste opleiding die direct inzetbaar zijn.”

“In de tweede plaats moeten we kijken naar de taken die allemaal door een leerkracht worden gedaan. Als we als maatschappij vinden dat al deze taken in de school moeten gebeuren, omdat we daar alle kinderen kunnen bereiken, moeten we ook bereid zijn om daar de juiste middelen tegenover te zetten. Die middelen moeten heus niet allemaal uit het onderwijsbudget komen. Welke taken moeten door een leerkracht worden gedaan en voor welke taken kunnen we andere profielen aantrekken? Op die manier zal een leerkracht terug zijn kerntaak kunnen doen, lesgeven. Zo zal de onderwijskwaliteit vanzelf omhoog gaan.”

Recent was er een bevraging van leerkrachten door de krant Het Laatste Nieuws. 9 op 10 van de leerkrachten voelt zich niet gewaardeerd.

“Het is nu nog vakantie, althans voor de leerlingen. De meeste leerkrachten zijn al dagenlang aan de slag, met werkvergaderingen, herexamens, klassen opnieuw inrichten … Als je dan moet horen dat je toch veel vakantie hebt, dat steekt natuurlijk. Wie de job van leraar nog nooit heeft uitgeoefend, weet niet wat er allemaal bij komt kijken.”

In de bevraging zeggen de leerkrachten dat die onderwaardering niet door de leerlingen komt. Zelfs een zogenaamd ‘moeilijke’ leerling kan prettig zijn om mee te werken. Ze wijzen wél naar directies, de overheid, en soms ook naar de ouders die te veel van de school verwachten.

“Wat de ouders betreft, de meesten waarderen de school en de leerkrachten natuurlijk nog wel. Je moet ook begrijpen dat ouders meestal met twee gaan werken en te maken hebben met stress op het werk. Ze hebben dan minder tijd voor de kinderen, en verwachten dat de school een deel van het opvoedingswerk op zich neemt.”

“Er moet meer ruimte zijn voor de kerntaak van de leerkrachten. Die voelen zich verantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit, en ze krijgen het gevoel dat ze daar te weinig tijd voor hebben.”

Minister Weyts lanceert regelmatig ideetjes om het lerarentekort aan te pakken. Zo wilde hij flexijobs invoeren.

“Dat is toch meer iets voor bijvoorbeeld de horeca, denk ik. Met alle respect overigens, maar voor de klas staan en jongeren opvoeden, dat is een grote verantwoordelijkheid. Als je dan zegt dat iedereen maar moet afkomen en een paar uurtjes bijspringen, waar is dan het respect voor de job? Wat is dan nog de waarde van een lerarendiploma?”

“Je kan nu ook lesgeven zonder enige voorwaarde van diploma, als gastleraar. Je hebt geen pedagogisch diploma nodig, je hebt zelfs geen specifiek ander diploma nodig. Gewoon aanbellen bij de school, en je kan beginnen. Als we dat toelaten, hoe verwacht je dan dat jonge mensen nog voor een lerarenopleiding zouden kiezen? Denk je even in dat het in de geneeskunde zo zou gaan. Wie met schaar en draad kan werken en de organen in een lichaam zo’n beetje weet liggen kan in het ziekenhuis als dokter gaan werken. Dat zou niet pakken natuurlijk. Maar onderwijs, waar men de mensen voor onze toekomstige maatschappij vormt, daar vindt men dat blijkbaar normaal. Een school is meer dan een opvang voor leerlingen, daar moeten opgeleide leerkrachten werken.

Weyts voerde ook een premie in die scholen kunnen toekennen aan leerkracht-specialisten.

“Ongeveer 4 procent van de scholen gaat dat invoeren. Dat is dus een flop. Wij hadden de minister daarvoor verwittigd. Als er iets is wat de job in het onderwijs nog draaglijk houdt, dan is het de collegialiteit, de solidariteit onder leerkrachten. Met zo’n premie drijf je daar een wig in. Bijna elke leerkracht neemt extra taken op. Maar een school kan maar 5% van haar leerkrachten een premie geven. Als je voor sommige taken een extra verloning geeft en voor andere taken niet, dan geef je aan dat sommige taken belangrijker zijn dan andere.”

“Wij hadden met ACOD Onderwijs voorgesteld dat scholen die geen extra verloning uitkeren aan enkele leerkrachten het voorziene budget kunnen gebruiken voor professionaliseringsinitiatieven die de hele school ten goede komen. Maar dat wil de minister niet. Hij vindt dat er een beetje competitie in de leraarskamer moet zijn. Blijkbaar beseft hij niet dat onderwijs teamwerk is.”

Enkele maanden geleden werd een commissie opgericht onder voorzitterschap van onderwijsexpert Dirk Van Damme. Die zou onderzoeken hoe het leerkrachtenberoep aantrekkelijker gemaakt kan worden. Hoever staat hij daarmee?

“Wij hebben geen idee hoever die werkzaamheden staan. De vakbonden zijn niet in de commissie vertegenwoordigd. Een vroegere secretaris-generaal van ACOD Onderwijs is daar lid van, maar ten persoonlijke titel en die informeert ons niet over de activiteiten van die commissie. We zijn daar wel uitgenodigd, om onze bezorgdheden uit te leggen.”

“De minister heeft het recht om zo’n commissie zonder de vakbonden en de werkgevers te organiseren. Maar hij geeft daarmee ook wel de indruk dat de sociale partners rollend over straat vechten. Dat is niet zo, als wij als sociale partners voldoende tijd krijgen om naar elkaars argumenten te luisteren kunnen wij tot een consensus komen. Het wil echter niet zeggen dat die consensus dan door de minister wordt overgenomen, wat leidt tot frustraties. Als vakbond vertegenwoordigen wij het personeel. Wij kennen de werkvloer zeer goed en brengen realiteit rond de onderhandelingstafel.”

“De opdracht van de commissie is ‘van een wit blad vertrekken, en kijken hoe een modern personeelsbeleid er zou moeten uitzien’. Maar je vertrekt natuurlijk niet van een wit blad, er is nu eenmaal een onderwijsrealiteit. Ik zou het wel willen hoor, de koepels en netten afschaffen en alle scholen in één publiek net organiseren. Het zou een grote besparing zijn. Maar ik denk niet dat Dirk Van Damme en zijn commissie dat gaan doen en een nieuwe schoolstrijd gaan ontketenen.”

“Van Damme zegt dat het decreet rechtspositie, waar het statuut van de leerkracht in staat, koterij is. Daar ben ik het mee eens, en ik wil er zeker naar kijken, vereenvoudigen is zeker mogelijk. Maar de fundamenten van het huis, de rechten van het personeel, moeten wel blijven bestaan. Het mag veranderen, maar niet slechter worden dan het nu is.”

“Onderwijs is specifiek natuurlijk. Men verwijst dikwijls naar de privé-sector maar ik denk dat ze niet zullen beslissen dat leerkrachten plots vakantie mogen nemen wanneer ze willen, of dat elk overuur zou bijbetaald worden.”

“We willen bijvoorbeeld over een schoolopdracht nadenken, waarin de leerkracht 38 uur besteedt aan voorbereiden, lesgeven, verbeteren, en vergaderen. Dan zal je dus wel eerst moeten kijken hoe je de opdracht kan beperken tot 38 uur, want nu doen leerkrachten een stuk meer. Laat maar weten wat er dan wegvalt, welke taken door andere profielen kunnen ingevuld worden. Zolang men deze oefening niet wil maken kan er geen sprake zijn van een schoolopdracht.”

Dirk Van Damme heeft zich al kritisch uitgelaten over het gelijkekansenbeleid in ons onderwijs. Wat vind jij daarvan?

“De uitdaging in onderwijs is om leerlingen die met minder mogelijkheden opgroeien toch gelijkwaardige kansen te geven. Waar je wiegje staat, bepaalt nog te veel waar je terecht komt in het onderwijs. Ik heb zelf 20 jaar in het beroepsonderwijs les gegeven. Lesgeven aan een slimme leerling die veel van thuis meekrijgt, dat is niet moeilijk. De uitdaging is juist om de kinderen die het moeilijker hebben te helpen. Dat is waar je als leerkracht voldoening uit haalt en waar je elke dag het beste van jezelf voor geeft.”

Jeroen Permentier

Dit interview verscheen eerder op De Wereld Morgen

Lees ook:

ACOD Onderwijs start petitie tegen invoering gastleraar en leraar-specialist. 

Invoering “gastleraar” en “leraar-specialist” botst op veel kritiek.