Competentiegericht onderwijs, een pedagogische mystificatie

Het competentiegericht onderwijs is klaarblijkelijk een gevoelig onderwerp. Onze discussiebijeenkomst over dit thema op 23 januari 2010 was een succes. Het dossier waarvan we uitgegaan zijn (De Democratische School, nr. 39, september 2009) heeft ons vele reacties opgeleverd.

Competentiegericht onderwijs: een pedagogische mystificatie

“Competentiegericht onderwijs”, “competentiegerichte evaluatie”, “basiscompetenties”, “transversale competenties”, “socles de compétences” (de term die het Franstalig onderwijs voor “eindtermen” gebruikt), “terminale competenties”, … Het begrip “competenties” is niet meer weg te denken uit de onderwijsliteratuur. Het heeft succes op wereldvlak. Na de VS, Québec, Zwitserland, Frankrijk, Franstalig België en Nederland is de “competentie-obsessie” [Boutin et Julien, 2000], dit nieuwe “pedagogische eenheidsdenken” [Tilmant 2005], ook Vlaanderen aan het veroveren. Maar onder de dekmantel van een modernistisch klinkend discours zou zich wel eens een operatie kunnen verschuilen om het onderwijs in de pas te laten lopen en het aan de noden van een kapitalistische economie in crisis te onderwerpen.

In de schaduw van de OESO en de Europese Commissie

Als we een beetje dieper graven in het romantische discours van bepaalde pedagogen, krijgen we het ware karakter te zien van competentiegericht onderwijs. Het is een onderwijsconcept dat er volledig op gericht is van de school een slaafs instrument ten dienste van de economische rentabiliteit en winst te maken.

Competentiegericht onderwijs of hoe de kennis ontkennen

Eén van de verwijten die het frequentst aan het adres van het competentiegericht onderwijs (CGO) gemaakt wordt is dat het de inhouden - de kennis en de vaardigheden -, eigen aan de onderwezen disciplines, naar de achtergrond verwijst of zelfs verwaarloost. Ondanks de talrijke ontkenningen van de kant van de voorstanders van het CGO, geloven wij dat dit verwijt niet enkel gerechtvaardigd maar juist fundamenteel is.

Het competentiegericht onderwijs en het constructivisme

Het competentiegericht onderwijs wordt soms voorgesteld als erfgenaam van de pedagogische traditie van het constructivisme. Sinds de theoretische werken van Piaget en Vygotski en door de bijdragen van praktijkmensen zoals Célestin Freinet heeft deze benadering het progressieve denken en de bijhorende pedagogische praktijk beheerst van de jaren 1950 tot 1970. En inderdaad, in de theoretische geschriften over het competentiegericht onderwijs (CGO) vindt men vele uitdrukkingen die rechtstreeks uit de werken van de constructivistische pedagogen afkomstig lijken: de wil om “de leerlingen aan het werk te zetten” op “probleemvelden”, om “zin te geven aan kennis en leren”, de aandacht die geschonken wordt aan de “activiteit van de leerling” als motor voor de “opbouw van kennis”, …excuseer van competenties. Maar bij nader onderzoek is het verband totaal ongegrond. Integendeel, het competentiegericht onderwijs situeert zich lijnrecht tegenover de constructivistische of socio-constructivistische pedagogie.

Een dogmatische en bureaucratische pedagogie

Verre van een pedagogische vernieuwing te brengen sluit het competentiegericht onderwijs de leerkrachten op in routineus, bureaucratisch werk met heel veel regels. Dit vloeit voort uit een bekrompen en dogmatische visie over de verhouding leerkracht-leerlingen.

Leerplannen die verdelen

De leerplannen gebaseerd op de hervorming via competenties zijn niet alleen log en bureaucratisch in hun procedures en methodologie, maar bovendien bijzonder lichtzinnig als het er op aankomt de cognitieve inhouden te preciseren. Zo wordt de deur open gezet voor de meest uiteenlopende interpretaties wat tot ongelijkheid leidt.

Dagboek van een onderwijzer in projectschool (deel 3)

"Net één week projectwerk achter de rug. Inderdaad, we waren gestopt bij het bepalen van het project én … de kinderen waren het weekend ingestuurd met de opdracht om al één activiteit te bedenken en zeker en vast ook al één tastbaar iets mee te brengen. Uit ervaring weten ze wat we bedoelen : een boek over het onderwerp, een adres voor hulp, een artikel, een spel, spulletjes die met het onderwerp te maken hebben (bv. verband)".

Uit de klaspraktijk (van een onderwijzer in een ervaringsgerichte basisschool)

In onderstaand stuk "dagboek" laat Ludo Merckx, onderwijzer in "De Buurt" (Gent) , ons proeven van zijn aanpak met leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar.

IQRA, toveren met kinderen

Enthousiaste leraren die zich op vrijwillige basis minstens vier keer per maand na de schooluren kunnen vrijmaken. Daar is de Federatie van Marokkaanse Verenigingen (FMV) naar op zoek. Het jonge en innoverende onderwijsproject IQRA-Vlaanderen, dat actief is in Antwerpen en Oost-Vlaanderen, werkt samen met ouders en school aan de leerachterstand bij allochtone kinderen. Om leerlingen een goede start te geven in het secundair onderwijs, richt het project zich op kinderen tussen tien en dertien jaar oud. Ervaringsgericht werken, vanuit de eigenheid en de mogelijkheden van het kind, staat voorop.

Lid worden van Ovds. Een abonnement op “De democratische School”.

We nodigen je uit om je te abonneren op "De democratische school", het driemaandelijks tijdschrift van de Oproep voor een democratische school (Ovds). Je kan ook lid worden van Ovds (Oproep voor een democratische school), een organisatie van leerkrachten en van studenten uit de lerarenopleidingen.