Hoe het lerarentekort aanpakken zonder in te boeten op kwaliteit?

Facebooktwittermail

Tijdens onze workshop op de “zes uren voor de democratische school” (18 november 2023) lieten we een panel van “wijzen van de werkvloer” aan het woord. Hoe kunnen we de uitstroom (nu verlaat 30% van de beginnende leerkrachten binnen de 5 jaar het onderwijs) verminderen? Hoe kunnen we de instroom van gemotiveerde jongeren verhogen? Zonder in te boeten op de kwaliteit van het onderwijs en op de arbeidsvoorwaarden van het personeel.

Ons panel bestond uit: Lise Maissin (CLIL-leerkracht geschiedenis en aardrijkskunde in Meertalig Atheneum Woluwe), Céline Van Namen (leerkracht lager onderwijs Sint Niklaas, nu adjunct provinciaal secretaris ACOD Onderwijs Oost-Vlaanderen), Senne Heremans (onderwijzer freinetschool, Geel). De moderator was Vincent Van Roy (leerkracht Merksem, medewerker Ovds, bestuurslid ACOD Onderwijs Antwerpen). Naast de panelleden kwamen ook de andere aanwezigen aan het woord: ‘experts’ of gewezen professionals binnen het onderwijsveld: schooldirecties, pedagogisch begeleider lerarenopleidingen, vakbondsafgevaardigden, leerkrachten op het werkveld of op rust, etc.

Onderstaand schetsen we bondig en fragmentarisch enkele krijtlijnen rond belangrijke elementen die aangekaart werden. Dit relaas beoogt geen volledigheid.

Arbeidsvoorwaarden, evoluties beroep, taakbelasting

Er is aan alles een tekort op de arbeidsmarkt.  Wat zijn de specifieke redenen in het onderwijs? Symptoom: gebrek aan langetermijnvisie op onderwijs .… hangt soms zelf van grillen van de betrokken minister af.  Probleem is ook dat wel 30% van de startende leerkrachten binnen 5 jaar terug afhaakt. Ook bij de 55+ leerkrachten is er een probleem met langdurige uitval en burnout.  Uitval weegt enorm op je team en zorgt voor een domino effect.  Veel mensen vervullen ‘randbetrekkingen’ die weliswaar nuttig kunnen zijn, maar enigszins doen afwijken van de essentie in ons onderwijs leerkracht: lesgeven.  Er zijn te veel randverplichtingen en diverse spelers langs de zijlijn wensen zich te profileren.  Is er niet eerder een lerarentekort voor een aantal vakken?  Het gebrek aan vertrouwen is een groot zeer in ons hedendaagse onderwijs.

Opleiding leerkrachten, zij-instromers, ontbreken pedagogisch diploma

Wie wil nog aan de opleiding beginnen?  Niet altijd de beste leerlingen van de klas!  Ook maken sommigen misbruik van de ‘krapte’.  De mensen die vroeger leerkracht wilden worden, zijn niet meer die van nu.  Uitstroom opleiding: niet met de vinger wijzen, maar afgestudeerden hebben soms niet de gewenste profielen waar ons onderwijs het meeste nood aan heeft.  Minister Pascal Smet richtte meer dan tien jaar geleden denktank op . men wist dat dit probleem ging komen, maar dit werd niet opgepikt.

Daling inschrijvingen lerarenopleiding doorheen de jongste jaren, hoewel stijging de laatste twee jaar. Wat is er structureel aan de hand?

Veel jongeren die starten in de opleiding vallen uit… dit valt te wijten aan zowel druk van de diverse administratie als de foute interpretatie bij aanvang van de lerarenopleiding.  We moeten de lerarenopleiding beter integreren op het actuele werkveld.  Veel jongeren gooien we direct voor de leeuwen, het is niet gunstig starters meteen voltijds alleen voor de klas te zetten.  Verder hoeft het geen betoog dat de diverse besparingsrondes in het hoger onderwijs ook geen goed hebben gedaan voor de kwaliteit van de lerarenopleidingen allerhande.

Veranderend leerlingenpubliek, ouderparticipatie, maatschappelijke tendensen

Het diverse leerlingenpubliek: ze krijgen les van leerkrachten over heel Vlaanderen die ze letterlijk niet verstaan.  Daarbij kunnen de nodige dialecten en versies van ‘verkavelingsvlaams’ voor de nodige problemen zorgen…

Er wordt op gewezen dat de demografische tendensen het capaciteitsprobleem op termijn gaat oplossen, de dalende instroom van basisschoolleerlingen is nu al aan de gang en zal zich doortrekken naar het secundair en later ook hoger onderwijs .  Volgens sommigen houdt zulke visie echter geen rekening met een langere termijnvisie, waarbij de demografische evoluties terug kunnen ombuigen.

Het moet de hamvraag worden hoe we de mensen niet alleen naar het onderwijs kunnen leiden, maar ook hoe we ze daar tewerkgesteld kunnen houden. Dit probleem zal zichzelf niet oplossen!

Zorgen in heel dit verhaal de vakbonden misschien voor stroefheid?  Dat is alvast een zeer complex verhaal… we moeten de vakorganisaties niet afschaffen, maar misschien wel fundamenteel hervormen?  Dit is een ballonnetje dat door iemand wordt opgelaten en zeker niet door iedereen gesmaakt wordt!

De zeer diverse leerlingenprofielen, zelfs binnen dezelfde scholengroep, nopen er eigenlijk ook toe om een zeer gevarieerd profiel aan leerkrachten allerhande aan te trekken.  De praktijk volgt hier hoegenaamd niet de wenselijkheid!  Het is tevens een open deur intrappen dat sommige leerkrachten het veel zwaarder hebben dan andere leerkrachten.

Mogelijke oplossingen: acties herwaardering beroep

Is hierbij een professionele verbreding misschien mogelijk?  Een brede basisvorming met diverse specialisatiedomeinen is misschien wenselijk?   Misschien specifieke werkwijzen introduceren in leeromgevingen in het secundair onderwijs?  Niet iedereen is het daar echter mee eens… In het basisonderwijs werkt de zorgleerkracht nu meer op schoolniveau en worden niet meer zoals vroeger kinderen te pas en te onpas los uit de klas gehaald en bijgevolg de leerkracht ondermijnd.  Moeten we niet voor een volwaardige schoolopdracht met een 38-uren week gaan?  Maar hoe zit het daarbij dan met infrastructuur aanwezig op school?  Het mag duidelijk zijn dat hierbij nog veel werk aan de winkel is en dat er veel investering nodig zijn.

Meer afwisseling dringt zich op … het is niet meer de bedoeling dat startende leerkrachten 40 jaar hetzelfde gaan doen.  Onderwijs is daar nu nog helemaal niet georganiseerd naar.  Wel maakt iemand de groep erop attent dat leerkracht nu al lang geen vlakke loopbaan meer is, maar daarentegen net een heel divers beroep….

De planlast is – opnieuw even een open deur intrappen – een enorm groot probleem. We moeten meer rekening houden met persoonlijke profielen van leerkrachten en hen matchen met een bepaald type school, de schoolcultuur, etc..  Voor herwaardering kan bijvoorbeeld het statuut van TAO (Tijdelijk Andere Opdracht) een oplossing zijn, maar dit is een gunst en wordt door veel directies niet meer makkelijk toegekend.

Hervormen randvoorwaarden, maatschappelijke verlangens, boodschap naar de beleidsmakers

Meer leerkrachten voor minder kinderen zijn zeker welkom, maar is dit in budgettair onvriendelijke tijden wel realistisch? Zijn kleinere klassen een goede oplossing?  Niet alle deelnemers zijn daar van overtuigd!  De administratieve reductie daarentegen lijkt iedereen zeer belangrijk te vinden, nu is er veel te veel stress door zaken die niets met lesgeven zelf te maken hebben.  Waarom wordt iemand leerkracht?  We moeten af van het idee dat we voortdurend ‘falen’, meer zelfvertrouwen krijgen en ons bijgevolg ‘goed’ genoeg voelen.De randvoorwaarden en infrastructuur moeten in orde zijn, dat lijkt alvast een ‘no brainer’, maar daar beginnen de problemen dus vaak al !!!

Samenwerking onder collega’s, gezamenlijke vergader- en overlegmomenten en vormen van co-teaching kunnen in meer ‘uitdagende’ richtingen en onderwijsvormen de nodige soelaas brengen, maar er wordt toch ook op gewezen dat de autonomie van de leerkracht ook een belangrijke troef blijft en kan bijdragen tot de arbeidsvreugde van sommige leerkrachten.  Het is dus een uitdaging enerzijds meer in te zetten op ‘teamspelers’, maar anderzijds het kind met het badwater niet weg te gooien en de individuele inbreng van de leerkracht te blijven waarderen.

We klagen en staken weinig… te weinig!  Dat zegt iets over onze verantwoordelijkheidszin om steeds aan de slag te blijven en de kinderen/jongeren nooit in de steek te laten, maar leidt ertoe dat onze eisen niet altijd even au serieux worden genomen.  Sommige deelnemers pleiten voor meer sociale verbondenheid in de leraarskamers en meer aandacht voor de syndicale werking of een andere vorm van personeelsinspraak.

De diverse standpunten worden nog eens op tafel geworpen en er wordt een poging ondernomen om tot een afrondend geheel te komen.  Helaas eindigen we met meer vragen dan antwoorden.  Wat moeten we concreet ondernemen om de tanker definitief te keren en waar starten we best mee?  In hoeverre moeten we onze bestaande pedagogisch-didactische projecten omgooien om een structurele oplossing te bekomen?  In welke mate moeten we sleutelen op ‘microniveau’ aan het statuut en invulling van de hedendaagse leerkracht of moeten we toch eerder opteren voor een grondige hervorming op ‘macroniveau’ van de bovenliggende onderwijsstructuren en het centrale onderwijsbeleid.  De diverse aanwezigen zijn het daar hoegenaamd niet eenduidig over eens… voer voor meer discussie, reflectie en wat ons dunkt ook constructieve duurzame oplossingen voor dit bredere maatschappelijke probleem.

Vincent Van Roy