Hoe over Gaza spreken in de klas?

Facebooktwittermail

Seppe De Meulder sprak op donderdag 7 november voor DeWereldMorgen op het evenement ‘Colours of resistance’ van Docwerkers in de Nieuwe Vrede in Berchem. Onderstaande tekst is de uitgeschreven versie van de toespraak die hij daar hield. 

Goedenavond iedereen,

Mijn naam is Seppe. Ik werk deeltijds als journalist voor DeWereldMorgen en de rest van mijn tijd werk ik als leerkracht niet-confessionele zedenleer op een middelbare school in Vilvoorde. Ook daar stellen veel leerlingen zich vragen over de situatie in Palestina. “Meneer, wie is er nu eigenlijk begonnen”, dat is waarschijnlijk de meest terugkerende vraag.

In plaats van rechtstreeks te antwoorden, vertel ik dan altijd een verhaal. Dat verhaal wil ik vanavond graag met jullie delen.

Wie is er begonnen?

Stel je voor dat er hier in de klas, zo vertel ik aan mijn leerlingen, nog twee leerlingen zitten: laten we ze Ismaël en Tina noemen. Stel je voor dat Ismaël, sinds hij op school is aangekomen, Tina nu al jarenlang pest. Hij steelt haar boterhammen, sluit haar op in de wc’s, steekt haar fietsbanden plat zodat ze niet meer naar huis kan, enzoverder.

Een deel van Tina is fatalistisch, heeft het gevoel dat het geen andere keuze heeft dan zich neerleggen bij de situatie. Onderhuids groeit echter de frustratie en op 7 oktober dit jaar, wanneer Tina met een lege maag in de les wiskunde zit, komt er een andere kant van Tina naar boven. Ze gooit een stoel naar het hoofd van Ismaël.

Als jullie aan de leerkracht wiskunde en klastitularis, laten we haar mevrouw Von der Leyen noemen, zouden vragen wie begonnen is, wat denken jullie dat ze zou antwoorden? Zo kaats ik de vraag terug naar mijn leerlingen. Het antwoord laat zich raden. Mijn leerlingen weten maar al te goed dat het voor leerkrachten vaak gemakkelijker is om weg te kijken van wat er op de speelplaats gebeurt.

Mevrouw von der Leyen, zo vertel ik mijn leerlingen verder, laat een grote foto van Ismaël op het schoolgebouw projecteren en stelt dat hij het recht heeft om zichzelf te verdedigen. Ze krijgt daarbij steun in de lerarenkamer van de verzuurde leerkracht Latijn, laten we hem meneer De Wever noemen. Die stelt dat er in dit conflict slechts één kant kan worden gekozen en dit de kant van Ismaël is.

Nu Ismaël zich gesteund voelt door de leerkrachten, worden de pesterijen tegen Tina erger

Nu Ismaël zich gesteund voelt door de leerkrachten, worden de pesterijen tegen Tina erger. Terwijl de leerkrachten ervoor kiezen om weg te kijken, wordt Tina op de speelplaats dag na dag in elkaar geslagen. Dat gaat nu ondertussen al twee maanden zo door.

Welke fout?

Welke fout heeft mevrouw Von der Leyen volgens jullie gemaakt, vraag ik mijn leerlingen vervolgens.

Mijn leerlingen blijken zonder al te veel moeite in staat om te begrijpen waar Westerse media, politici en gezagsdragers het zo moeilijk mee lijken te hebben. Dat mevrouw Von der Leyen niet graag stoelen door haar klas ziet vliegen is natuurlijk normaal. Maar door enkel te focussen op het moment waarop Tina’s gefrustreerde kant tot uitbarsting kwam, ga je voorbij aan de oorsprong van het probleem.

Door enkel te focussen op het moment waarop het geweld tot uitbarsting kwam, ga je voorbij aan de oorsprong van het probleem.

Daarvoor moet je ten eerste verder terug in de tijd: je moet ook kijken naar de pesterijen van Ismaël die al jarenlang bezig zijn. Ten tweede moet je ook wat betreft de ruimte uitzoomen. Dat betekent niet enkel kijken naar wat er in het klaslokaal gebeurt, maar ook kijken naar de klasdynamiek op de speelplaats.

Als je goed kijkt naar welke kliekjes zich vormen, dan kan je bijvoorbeeld zien dat de reden dat Tina zich zo moeilijk kan verdedigen tegen Ismaël is dat Ismaël beschermd wordt door een kliek van pesters onder leiding van An en Erika die de hele speelplaats terroriseert. Laten we hen de verenigde maten van An en Erika noemen.

Wat als jullie op deze school zaten?

De laatste vragen die ik aan mijn leerlingen stel zijn de volgende: wat zouden jullie als leerlingen op deze school doen? Wat denken jullie dat de meeste leerlingen zouden doen en wat vinden jullie dat ze zouden moeten doen? Wat ze zouden moeten doen, daar zijn bijna al mijn leerlingen het over eens: protesteren.

Het is op dat moment dat ik vertel dat Ismaël geen leerling op een school is, maar Israël, een koloniale Apartheidsstaat in het Midden-Oosten. Dat ze niet de boterhammen van Tina steelt, maar het land van Palestina. En dat het niet beschermd wordt door de verenigde maten van An en Erika, maar door de Verenigde Staten van Amerika.

Ik vertel hen dat ze weldegelijk op die school zitten en dat de protesten waarover ze het eens waren dat ze er zouden moeten komen, volop aan de gang zijn. Ik toon hen beelden van miljoenen mensen over de hele wereld voor wie dekolonisering lang niet alleen over straatnamen gaat. Het is waar dat enkele machthebbers ervoor kiezen om weg te kijken, maar de internationale gemeenschap – en dan bedoel ik de échte internationale gemeenschap die naam waardig – komt massaal op straat voor Palestina.

Over de hele wereld komen miljoenen mensen samen voor wie dekolonisering lang niet alleen over straatnamen gaat

Ik zou hen graag nog veel meer vertellen. Ik zou hen graag vertellen dat die protesten effect hebben. Dat zelfs meneer De Wever de bombardementen van Israël ondertussen een ‘vergissing’ moet noemen en dat onze politici niet langer kunnen wegkijken en steeds vaker gedwongen worden om op te roepen tot een staakt-het-vuren.

Natuurlijk, een genocide is niet zomaar een vergissing en ons land heeft nog steeds geen sancties genomen tegen Israël, maar je merkt wel dat er iets aan het kantelen is. Ook in de media komen Palestijnse stemmen steeds meer aan bod.

Israël heeft schrik van die kantelende publieke opinie. Dat merk je aan het feit dat het grote sommen geld investeert in een communicatiecampagne om haar imago op te poetsen. Een beetje zoals een verwende puber die innerlijke trauma’s probeert te verbergen achter een verzonnen leven op sociale media.

Neutraliteit

Een aantal van de zaken die ik hier vertel kan ik in de klas niet zomaar op die manier vertellen. Dat komt omdat ik als leerkracht niet-confessionele zedenleer twee enigszins tegenstrijdige verklaringen heb moeten ondertekenen. Enerzijds word ik geacht de vrijzinnig humanistische levensbeschouwing uit te dragen, anderzijds moet ik politiek neutraal blijven. Om die twee opdrachten enigszins te verzoenen probeer ik om de leerlingen zo veel mogelijk zelf tot conclusies te laten komen.

Maar vandaag spreek ik niet als leerkracht, wel als journalist van DeWereldMorgen. Wij zijn ervan overtuigd dat neutraal blijven in een situatie van onderdrukking neerkomt op kant kiezen van de onderdrukker. Omdat wanneer een olifant een muis vertrappelt en jij neutraal blijft, die muis daar bijzonder weinig aan heeft.

Neutraal blijven in een situatie van onderdrukking komt neer op kant kiezen voor de onderdrukker

Vandaag moet ik me dus niet verplicht voelen om de orde op de speelplaats te behouden, maar is het net mijn rol om de macht te bevragen en hoef ik mij dus niet in te houden wanneer ik jullie op wil roepen om de solidariteitsbeweging verder te versterken. Dat kan volgens mij op vier manieren:

Ten eerste: informeer jezelf en anderen

Daar zijn jullie alvast goed aan begonnen.

Er is een spreekwoord dat zegt: zolang de leeuwen geen vertellers hebben, zullen de verhalen over de jagers gaan. Met DeWereldMorgen proberen wij de vertellers van de leeuwen, van de Palestijnen, een platform te bieden.

Het gaat er daarbij niet om dat iedereen het eens moet zijn over alle antwoorden, maar wel dat de juiste vragen kunnen worden gesteld. Dat we niet zoals in de commerciële media debatteren over de vraag of Israël al dan niet een beetje minder baby’s moet vermoorden, maar we het kunnen hebben over de noodzakelijke bevrijding van Palestina.

Zolang de leeuwen geen vertellers hebben, zullen de verhalen over de jagers gaan

Niet iedereen is daar even tevreden mee. Onder impuls van de N-VA besliste de Vlaamse regering om DeWereldMorgen door te lichten. Ze wil onderzoeken of het feit dat we diverse pro-Palestijnse stemmen aan bod laten komen niet in strijd is met de mensenrechten en of men daarom onze subsidies niet kan intrekken.

Laat me duidelijk zijn: wij zijn niet onder de indruk door deze poging tot intimidatie. Wij zullen blijven een platform geven aan het meerstemmige verzet tegen de koloniale Apartheidsstaat Israël. En als het Vlaams Belang en de N-VA daarom dreigen onze subsidies in te trekken, dan zullen we daarvoor nog meer op jullie steun rekenen.

Ten tweede: boycot Israël

De dagelijkse beelden uit Gaza kunnen een gevoel van moedeloosheid doen ontstaan, maar we moeten beseffen: een staat die in die mate gewelddadig is en zulke groteske vormen van propaganda nodig heeft als Israël is een levenloze staat.

Daarom: steun de BDS-campagne en boycot bedrijven zoals Carrefour, Starbucks & McDonald’s die medeplichtig zijn aan de Israëlische bezetting.

Ten derde: toon je steun aan Palestina

Hang de Palestijnse vlag uit, stem op partijen die sancties tegen Israël vragen, neem deel aan protesten.

Ze kunnen een land bezetten. Ze kunnen kinderen opsluiten. Ze kunnen tienduizenden mensen vermoorden. Ze kunnen daarover liegen en miljoenen uitgeven aan propaganda. Ze kunnen angstvallig alle bloemen plukken, maar de komst van de lente kan je niet tegenhouden.

Waar onderdrukking is, zal altijd verzet zijn. En waar verzet is, is hoop.

Ik heb ze gezien, die hoop. Ik heb ze tijdens mijn reizen naar Palestina ontmoet, gevoeld, gesproken. Palestijnse jeugdwerkers die door middel van onderwijs, spel en dans, jongeren hun geschiedenis, cultuur en kracht bijbrengen.

Dienstweigeraars in Israël ook, die op de jonge leeftijd van achttien jaar al de keuze maken om liever de gevangenis in te gaan dan op Palestijnen te schieten.

Tijdens de protesten de afgelopen maanden heb ik ze opnieuw ontmoet. Ik ontmoette ze in Brussel, ik zag ze in Londen, in New York, in Istanboel. De hoop gaat de hele wereld rond. Ze zit in iedereen die bij het zien van de beelden uit Gaza kampt met gevoelens van pijn, verdriet, van woede.

We wenen, want we zijn sterk

Koester die woede. We wenen, want we zijn sterk. We zijn kwetsbaar, want we hebben hoop. We zijn vol van woede, want we zijn vol van liefde.

De kracht van hoop die in het Palestijnse volk zit, die in iedereen zit die het land in het hart meedraagt, die is met geen bombardementen, vernieling of moordzucht kapot te krijgen. Die is onwrikbaar als de olijfbomen die in het land groeien.

Nous sommes tous des Palestiniens”, zo klonk het tijdens het protest in Brussel. Ze probeerden ons te begraven. Ze begrijpen niet dat we zaadjes zijn.

Tenslotte: versterk organisaties die opkomen voor Palestina

Palestina Solidariteit, Intal, Een Andere Joodse Stem, Vrede vzw of welke organisatie het best bij je past.

It always seems impossible until it’s done“, zo zei Nelson Mandela. En die man wist wel iets van de strijd tegen Apartheid. Het lijkt altijd onmogelijk tot we het gedaan hebben.

Free Palestine, gewoon doen, just do it!

Ik dank jullie.

Seppe De Meulder

(overgenomen van De Wereld Morgen)