Welke samenwerking tussen het Vlaams en Franstalig onderwijs is er mogelijk?

Facebooktwittermail

 

Op de “zes uren voor de democratische school” had ik het genoegen om het debat mee te maken over de samenwerking in het onderwijs met vertegenwoordigers van vier politieke partijen. Eén voorzitster (Nadia Naji, Groen) en drie leden van de commissie Onderwijs van het parlement van de Fédération Wallonie-Bruxelles: Delphine Chabbert (PS), Marie Borsu (Ecolo), Jean-Pierre Kerckhofs (PTB-PVDA). Hannelore Goeman, lid van de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement en fractievoorzitster (Vooruit) in het Vlaams Parlement, was aangekondigd maar ter elfder ure weerhouden op de persconferentie waar de opvolger van ex-voorzitter Conner Rousseau werd voorgesteld.

Meer openheid en eenheid

Het debat, gemodereerd door Peter De Koning (leraar en ex-voorzitter van Ovds),  begon met de probleemstelling. Waarom is het zo belangrijk om samen te werken in de toekomst?

Hoewel er zoveel tegenstellingen zijn in het onderwijs en ondanks alle uitdagingen die zich vandaag stellen, verraste me de eensgezindheid over een aantal thema’s. Er werd ook verwezen naar de lerarenenquête van Ovds-Aped (Oproep voor een democratische school/Appel pour une école démocratique) waar de resultaten in Vlaanderen en Wallonië vaak dezelfde pijnpunten blootlegden. We delen dezelfde bezorgdheden, zo blijkt.

Het nakende lerarentekort zou kunnen opgevangen worden door de samenwerking evenals de nood aan gebouwen en ook in Brussel zou er zo meer eenheid komen in de organisatie.

Alle aanwezigen zijn voor een positieve, constructieve aanpak voor meer openheid en eenheid tussen Franstaligen en Nederlandstaligen.

Nadia Naji (Groen) vindt Initiatieven zoals ‘Teach for Belgium” echt inspirerend. Bij deze organisatie krijgen jonge of nieuwe leerkrachten de kans om opgeleid en gecoacht te worden om les te geven. Anderstalige leerkrachten krijgen zo ook extra ondersteuning.

Iedereen is het eens over het idee van meertaligheid. De andere landstaal of landstalen leren is belangrijk. De talenkennis van de andere taal of talen wordt gezien als een belangrijke basis om te kunnen samenwerken. En dat willen alle deelnemers.

Muren

Toch blijven we allemaal botsen op de realiteit, zoals Nadia Naji duidelijk zegt, dat we vlakbij elkaar wonen en elkaar niet kennen en niet zien of spreken. We leven meer en meer in 2 werelden. Dat zou anders kunnen en moeten. We hoorden het voorbeeld van een school in Brussel waar er letterlijk een muur op de speelplaats staat. Ze hebben hun “Berlijnse muur” waar leerlingen niet door kunnen. In plaats van samen te praten en te spelen, gooien ze nu stenen naar elkaar. Deze realiteit is pijnlijk en zou kunnen opgelost worden door een warme samenwerking.

Dit staat haaks op het idee van Ben Weyts om ouders te sanctioneren door de kinderbijslag af te nemen, indien het niveau Nederlands van hun kinderen niet goed genoeg is.

We hoorden ook de situatie van een oudercomité waar de ouders graag Nederlands wilden leren om hun kinderen te ondersteunen. Daarvoor werden ze doorverwezen naar het Huis van het Nederlands. Daar reageerden ze dat het een heel goed idee is maar dat ze spijtig genoeg niet kunnen helpen omdat ze dan riskeren hun middelen kwijt te geraken. We hebben dus nood aan meer geïntegreerde samenwerking tussen de gemeenschappen. We hoorden in het debat ook over de Vrijdaggroep (Groupe du Vendredi), een organisatie die al 10 jaar strijdt voor meer gelijkheid en diversiteit.

Kalender

En dat is echt nodig, vertelde men. Zo zijn er bijvoorbeeld ook de verhalen over de nieuwe schoolorganisatie. De kalender van de Vlaamse scholen komt sinds vorig jaar niet meer overeen met de Franstalige. Het systeem dat aangepast is om meer gelijkheid te creëren is nog niet overgenomen door de Vlaamse scholen. Met alle gevolgen en praktische problemen die zo gecreëerd worden. Leerkrachten zijn vaak ook ouders. Indien hun kinderen hobby’s hebben of activiteiten doen in een van de andere landstalen wordt dat een onmogelijke puzzel. Denk maar aan de vakantieregeling of het gebruik van openbaar vervoer. Er kwam ook een getuige aan bod bij de vragen die vertelde dat ze een organisatie opgestart heeft die probeert te streven naar oplossingen voor het schoolritme. Indien er geen eenheid komt, wordt het erg moeilijk houdbaar.

Meertaligheid en diversiteit als kracht

Het positief percipiëren van meertaligheid bij de leerlingen is erg belangrijk en zou kunnen helpen om talen en de kennis ervan meer naar waarde te schatten. Nadia Naji vertelt haar eigen ervaring: hoe ze als 5-jarige kleuter die alles kent in het Frans, toch straf kreeg omdat ze Nederlands sprak op school. Het effect ervan is dat ze zich als kind en jongere minderwaardig voelde en niet goed genoeg. Meertalige leerlingen worden vaak als zwakker gezien terwijl ze vaak al veel meer talenkennis verworven hebben dan andere leerlingen. Meertaligheid en diversiteit bekijken als een kracht in plaats van een zwakte is essentieel.

Tweetalige scholen?

Dus meer samenwerken lijkt iedereen een mogelijke en ook noodzakelijke piste. Samenwerken en zo ook bijvoorbeeld dezelfde gebouwen gebruiken zou een oplossing zijn voor een aantal problemen.

Leerkrachten kunnen ook in de andere landstaal lesgeven. Nu is dat beperkt tot enkele leerkrachten die dat doen.

Ook de optie om meer autonomie te geven aan Brussel om tweetalige scholen op te richten is een optie die gedeeld wordt door Nadia Nadji, Delphine Chabbert en Jean-Pierre Kerckhofs. Wachten op een constructieve samenwerking tussen de landstalen lijkt voorlopig een utopie. Zolang een minister van Onderwijs komt uit N-VA, worden alle voorstellen van Franstaligen van tafel geveegd.

Open school

Meer samenwerken in een open context waar de school een geheel vormt met de maatschappij en waar kinderen en jongeren de wereld kunnen ontdekken in een open sfeer is een voorstel dat door iedereen als ideaal gezien wordt. Leerlingen kunnen zo ook naar de sportclubs, bibliotheken en culturele organisaties in de buurt. Ook een intergenerationele samenwerking met de rusthuizen zou daarbij ook een enorme verrijking zijn. Deze manier van werken geeft meer kansen aan alle leerlingen.

Marie Borsu haalde terecht ook als een van de moeilijkheden aan dat het niet goed gaat met onze jongeren. Samenwerken en zin geven aan het leven is volgens haar en de andere deelnemers aan het debat een belangrijk doel van het onderwijs.

Op het einde van het debat bleven er een aantal vragen over de praktische uitvoering. Nu gebeuren de initiatieven met allemaal vrijwilligers. Welke organisatie kan helpen?

Overheden zouden hier volgens Jean-Pierre Kerckhofs hun verantwoordelijkheid moeten nemen om daarin te evolueren. Het mogelijk maken en stimuleren van uitwisselingen tussen de gemeenschappen in een open context met een onvoorwaardelijk respect voor de meertaligheid in de maatschappij zou een enorme bijdrage zijn aan een democratisch onderwijs. Meer leerlingen krijgen zo kansen op een gelijkwaardige opvoeding, start en groei in hun leven. De maatschappij creëert daardoor een basis voor een wereld waarin iedereen optimaal kansen krijgt en bijdraagt aan een sociaal functioneren.

Tinneke Quirijnen, de Kunsthumaniora Antwerpen

Lees hier verslagen van andere workshops van de “zes uren voor de democratische school” (18 november 2023)