Uitdagingen voor het onderwijs in Brussel. (Verslag debat)

Facebooktwittermail

(Op de foto van links naar rechts: Johan De Donder, Els Salembier, Eddy Van de Velde en moderator Jeroen Permentier)

Kansarme leerlingen zijn de eerste slachtoffers van dalende prestaties voor rekenen, taal en lezen. Nergens zijn deze uitdagingen groter dan in de grootstad Brussel. Op 8 november organiseerden Ovds, Masereelfonds en De Wereld Morgen een debat met drie Brusselse onderwijsactoren. Als titel werd gekozen “Molenbeek als vernieuwend laboratorium voor meer gelijke kansen in het onderwijs?”. Twee panelleden zijn immers betrokken bij de oprichting van een nieuwe school in Molenbeek. Het debat in het gemeenschapscentrum “De Markten” (Brussel) trok 35 leerkrachten, studenten, en andere geïnteresseerden.

We beperken ons hier tot enkele tussenkomsten.

Eddy Van de Velde is directeur vzw Ignatiusscholen in Beweging die de Egied Van Broeckhovenschool opricht die in september 2023 haar deuren opent in Molenbeek. Deze jezuïetenschool (genaamd naar een priester-arbeider die op 34-jarige leeftijd omkwam bij een arbeidsongeval in Anderlecht) zal zowel aso als tso en bso aanbieden in de domeinen STEM en maatschappij & welzijn.

“Veel traditionele colleges met enkel aso richtten zich vroeger tot een bepaald – begoed – publiek. In Brussel is er een kentering gekomen door het inschrijvingsbeleid. Zo was de dubbele contingentering een goede methode om de sociale mix te bevorderen. Een vierde tot een derde van de leerlingen van het Sint-Jan-Berchmanscollege in Brussel zijn nu GOK-leerlingen. Er is nu een nieuwe inschrijvingsprocedure (de dubbele contingentering is afgeschaft) maar hopelijk is de kentering ingezet. Wij hebben in ons netwerk bewust gekozen om in Molenbeek een nieuwe school op te richten. Dat was toen Molenbeek door Trump werd verketterd als een hellegat. Wij kiezen voor diversiteit: cultureel, religieus, taalkundig, sociaal. De uitdagingen zijn groot.”

Els Salembier, is leraar en coördinator van de freinetschool “Keerpunt” in Molenbeek. Keerpunt is een secundaire school die vier jaar geleden startte met 9 vestigingen in Vlaanderen, Vorst en Molenbeek. Voordien werkte Els o.a. mee aan de oprichting van een nieuwe school in Gambia en was ze directeur in een katholieke basisschool in het Waasland.

“Officieel zijn wij een aso-school maar wij bieden een brede vorming aan met (verplichte) ateliers “technieken” en kunstzinnige activiteiten. Vanaf het derde jaar kun je een specifieke studierichting volgen maar je kan ook een brede vorming blijven volgen. Wij zijn een aso-school maar we vangen veel leerlingen op die in een andere school hun draai niet vinden. De sociale samenstelling van onze vestiging in Molenbeek is anders dan in Vorst. Wij zetten leerlingen van beide vestigingen soms samen. In het begin van het schooljaar gaf dit soms een sociale clash maar nadien begonnen de leerlingen naar elkaar toe te groeien. De wereld is niet rechtvaardig en dat ondervinden veel van onze leerlingen. Daarom voeren we bv samen actie tegen racisme.”

Johan De Donder is leraar van het Maria-Boodschaplyceum (MaBo). MaBo is een school in het centrum van Brussel met doorstroomrichtingen die evolueerde naar een multiculturele school.

“Wij zijn een aso-school die een multicultureel publiek aantrekt. Ons leerlingenaantal is verdubbeld van 300 in de jaren ’90 tot 620 vandaag. Wij hechten veel belang aan ons Brussels karakter met dito cultuur. We organiseren veel bijlessen op school. Ook schrijfgroepen om het Nederlands te bevorderen, maar eveneens projecten rond Amnesty International, projectdagen rond sociale rechtvaardigheid, verdraagzaamheid.”

Johan is ook lid van de commissie “Beter onderwijs” (commissie Brinckman). Hij licht de vier focussen van het rapport “Brinckman” toe: herwaardering basiskennis; aandacht voor alle leerlingen; de kernopdracht van leerkrachten; herwaardering lerarenopleiding. “Het is de leerkracht die het verschil maakt”. Dat illustreert hij met enkele anekdoten uit zijn rijke loopbaan als leerkracht.

Gevraagd naar zijn mening over het rapport “beter onderwijs”, zegt Eddy Van de Velde: “Er staan goede aanzetten in. Soms is het koud en warm blazen. De kerntaak van de leerkracht wordt er omschreven als basiskennis bijbrengen terwijl ik denk dat de leerkracht nog iets extra moet doen. Men moet bereid zijn naar de context te kijken waarin een leerling opgroeit. Zeggen dat armoede bestrijden geen kerntaak is van de school, ontgoochelt mij.”

Op een vraag (vanuit de zaal) of de scholen voldoende middelen hebben om armoede tegen te gaan, verklaren de drie panelleden zich voorstander van een maximumfactuur in het secundair onderwijs.

Johan De Donder: “Toen de fysieke lessen tijdens de coronacrisis waren opgeschort, waren er veel leerlingen die thuis moeilijk konden werken. 120 leerlingen kwamen op school om on-line les te volgen. Wij deelden ook chromebook-toestellen uit.”

Els Salembier: “Wij hanteren als school een maximumfactuur. Het budget voor computers is beperkt. Wij spreken af met bibliotheken dat leerlingen er kunnen op de computer werken.”

Eddy Van de Velde: “De overheid moet meer betalen om de maximumfactuur mogelijk te maken. Nu spreken scholen bedrijven aan maar dat is niet hun taak. In Molenbeek gaan wij huiswerkklassen organiseren in de school, begeleid door onze leraren”.

“Wij opteren voor samenwerkingsverbanden met verenigingen. De school zal niet stoppen om 16u. Er zullen op de site activiteiten zijn tot ’s avonds laat. We hopen op een wederzijdse bevruchting.”

In Brussel worden alle Nederlandstalige scholen geconfronteerd met een groot aantal leerlingen die thuis geen Nederlands spreken.

Els Salembier: “Wij hebben bijna geen leerlingen met thuistaal Nederlands. De instructietaal is Nederlands maar we zijn soepel als leerlingen zich in hun thuistaal uitdrukken, bv bij “vrije tekst”, als er maar één leerkracht is die hen begrijpt (in het Italiaans, Arabisch, Spaans …). Wij laten verstaan dat elke taal positief is. Wij hechten veel belang aan lezen, aan zaken presenteren (gesproken taal) en aan debatten. Onze leerlingen worden zeer mondig.”

Eddy Van de Velde: “Meertaligheid is belangrijk. Kinderen mogen zich uitdrukken in meerdere talen. Voor velen is Nederlands de derde taal (na het Frans en de thuistaal). Kennis van het Nederlands is een sociale hefboom voor vele kinderen. Wij moedigen hen aan om Nederlands te leren”.

John De Donder: “Wij hechten veel belang aan taallessen. Spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid. We geven ook bijlessen. On-line of fysiek. De modernisering van het secundair onderwijs heeft het aantal uren Nederlands in sommige studierichtingen verminderd. Dat is rampzalig in het licht van de achteruitgang in leesvaardigheid.”

De twee directeurs zeggen dat ze er in slagen goede profielen aan te trekken voor hun scholen.

Eddy Van de Velde: “We krijgen veel goede reacties op ons project en veel spontane sollicitaties om in de nieuwe school te komen werken”.

Els Salembier: “Onze sollicitatiegesprekken duren soms uren. Kandidaten kunnen kiezen in welke vestiging ze willen werken. We hebben een divers lerarenkorps en weinig afhakers”.

Tino Delabie