Pientere onderwijsplannetjes en financieringsstreken van de Vlaamse reuzenkrokodil

Facebooktwittermail

Dimokritos Kavadias is docent aan de VUB. Britt Dehertogh is lector aan de AP Hogeschool Antwerpen. In een gezamenlijk artikel pleiten ze tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs.

Er is al heel wat geschreven over de verhoging van de inschrijvingsgelden in het hoger onderwijs. Maar een aantal aspecten lijken onvoldoende belicht zijn en een aantal vragen blijven uitermate vaag. Voortgaand op de beroemde reuzenkrokodil van Roald Dahl moeten we misschien onze hoop stellen op de ongetwijfeld stijgende creativiteit van de nieuwe generatie kleutertjes, die volgens het regeerakkoord vanaf nu ‘ondernemingszin’ aangeleerd moeten krijgen.

Het hoger onderwijs moet zijn steentje bijdragen in de besparingen. In de recente septemberverklaring wil de Vlaamse regering komen tot zogenaamde “slimme maatregelen”. Het doet denken aan de reuzenkrokodil van Roald Dahl die met z’n stiekeme plannetjes en volgens het dier zelf slimme streken op zoek gaat naar malse kindjes. Een onderwijsbesparing kan acceptabel ogen voor wie niet in de sector zit. Wie echter op een universiteit, hogeschool of in het hoger beroepsonderwijs staat, weet dat die instellingen dat al veel langer doen. Het budget staat immers niet in verhouding tot de studentengroei en de verwachtingen omtrent de innoverende opdracht van het hoger onderwijs. De vraag is bijgevolg of deze plannetjes wel zo slim zijn.

Betwistbaar

Slim plannetje nummer één blijkt een verhoging van de inschrijvingsgelden. Hoewel dit zeker niet de enige kost is voor hogere studies, is het wel de basis die iedereen hoe dan ook betaalt. Zelfs al zou een verhoging het aantal inschrijvingen niet inperken, zoals blijkt uit een vergelijking met de jaren ’80, dan nog blijft de keuze voor verhoging erg betwistbaar. We hoorden al heel wat interessante argumenten ter verdediging zoals het veelvuldig zweten op Tomorrowland en de comateuze bierconsumptie of de iets minder op de student gerichte ‘de inschrijvingsgelden zijn te weinig gestegen in verhouding tot de gemiddelde loonstijging’, ‘in sommige landen is het duurder’, of ‘het beurssysteem voor de minst bedeelden blijft’.

Feit is dat Vlaanderen in vergelijking met andere Europese landen maar matig investeert in hoger onderwijs en dat ze deze nu zelfs terugschroeft. De OESO ontwaart internationaal vier modellen van financiering. In Scandinavische landen (en volgende week ook Duitsland) is het hoger onderwijs kosteloos en krijgen studenten ruime financiële ondersteuning. In een aantal Aziatische landen zijn de studiegelden buitensporig hoog, met minimale ondersteuning. Resteren de Angelsaksische landen (met hoge kosten, en relatief ruime ondersteuning via beurzen en leningen) en landen als België, met lage studiegelden, maar ook relatief weinig ondersteuning (ons beursstelsel is beperkt).

Het is dus een bewuste en ideologisch geïnspireerde keuze om besparingen af te wentelen op de student via het inschrijvingsgeld. Tezelfdertijd spoort (lees: dwingt) de regering de instellingen aan om geld te zoeken op de privé-markt. Is slim plannetje nummer twee de deur openzetten naar een Aziatisch model?

De besparing kan in ieder geval niet volledig gedekt worden door verhoogd inschrijvingsgeld. België ondertekende immers het Verdrag van New York (1966), waarin eenstandstill-clausule is opgenomen in verband met de kosteloosheid van het onderwijs en de stijging van studiegelden. Dat betekent uiteraard niet dat er geen inschrijvingsgeld mag worden gevraagd, wel dat een onverantwoorde verhoging moeilijk ligt.

Hypothekeren

De psychologische grens van 1000 euro niet overschrijden lijkt een geste van de Vlaamse regering na alle doemberichten, maar is dat gezien het wettelijk kader niet. Dus nu komen stilaan andere ideeën bovendrijven: de mogelijkheid van studieleningen, het instellen van quota, straffere selecties in het eerste jaar, private financiering … Stuk voor stuk plannetjes die kwetsbare jongeren extra zullen benadelen.

Wat we hiermee doen, is menselijk kapitaal hypothekeren als we het beursstelsel niet zwaar uitbreiden of onze toevlucht nemen tot leningen. Willen we de toekomstige generaties opzadelen met schulden van studieleningen? In de VS dragen 40 miljoen studenten momenteel een schuldenberg van 1,2 trillioen dollar …

Niet verder kunnen investeren in vernieuwing is nefast voor net dat deel van het onderwijstraject dat onze kenniseconomie draaiende moet houden. Wat doet bijvoorbeeld een instelling of een opleiding met veel beursstudenten? Zij hebben hoe dan ook lagere inschrijvingsinkomsten die slechts deels gecompenseerd worden door de hogere uitkomstfinanciering voor beursstudenten. Hoger onderwijs wordt immers gefinancierd op de output, niet op de instroom. Of hoe gaat dit hogescholen en HBO5-opleidingen treffen, die amper of geen onderzoeksfondsen hebben en quasi volledig gefinancierd worden op onderwijs? Beperken we de doorstroming naar HBO5, terwijl de industrie steeds hogere eisen stelt, ook aan mensen uit het BSO? Welke weerslag heeft dit op opleidingen, die minder kunnen putten uit private financiering vanuit een rechtstreekse economische return?

Weegschaal

Onderhandelingen over een begroting zijn een spel van geven en nemen. Het basis- en secundair onderwijs zijn gevrijwaard gebleven van grote besparingen, maar de noodzakelijke investeringen in capaciteitsuitbreiding blijven vooralsnog uit. We vragen ons af wat er in de weegschaal is gelegd voor een besparing op het hoger onderwijs en wat de effecten ervan zullen zijn op langere termijn, zowel voor de instellingen als de student.

De plannetjes van de regering lijken zowaar op de gemene, maar uiteindelijk niet zo slimme pogingen van de reuzenkrokodil. Misschien stellen we onze hoop best op de ongetwijfeld stijgende creativiteit van de nieuwe generatie kleutertjes, die volgens het regeerakkoord vanaf nu ‘ondernemingszin’ aangeleerd moeten krijgen.

Dimokritos Kavadias & Britt Dehertogh

Dimokritos Kavadias is docent aan de VUB.

Britt Dehertogh is lector aan de  AP Hogeschool Antwerpen

Deze “opinie” verscheen in “De Wereld Morgen” (25 september 2014)