Keerpunt maakt school in het secundair freinetonderwijs

Facebooktwittermail

Een korte voorgeschiedenis en de opstart van de middelbare Keerpuntfreinetschool

Op 2 september 2019 startte vzw Keerpunt Freinetscholen een nieuwe middelbare freinetschool met 108 leerlingen, verspreid over 7 locaties in Vorst, Molenbeek, Alken, Geraardsbergen, Oudenaarde en Gent.

Aan deze start ging een geschiedenis vooraf die teruggaat naar het voorjaar van 2017 : 5 freinetwerkers richten de vzw Keerpunt Freinetscholen op. Het doel van het schoolbestuur was tweeledig : Freinetonderwijs organiseren in het vrij gesubsidieerd secundair onderwijs én wel op kleine schaal: een vestigingsplaats mag niet meer dan 150 leerlingen tellen. Om dat te realiseren werd hard gewerkt aan het uitschrijven van statuten van het schoolbestuur, de opstart van meerdere vestigingsplaatsen om zo aan de programmatienorm te voldoen, het vinden en geschikt maken van gebouwen, het vinden van externe préfinanciering omdat de eerste schijf van werkingsmiddelen pas eind januari van het eerste schooljaar aan het schoolbestuur wordt overgemaakt, het voorbereiden van het dossier voor de voorlopige erkenning van de school, het indienen van een aanvraag tot erkenning van een structuuronderdeel Freinetpedagogie, het indienen van een leerplan secundair freinetonderwijs voor de eerste graad A voor zowel de basisvorming als voor het keuzegedeelte, het aanwerven van mentoren , het inrichten van werkdagen voor de mentoren,….

Middelbaar Freinetonderwijs in de praktijk : de coöperatie emancipeert de leerling

Om Freinetonderwijs op de klas-en schoolvloer in te richten was het voor Keerpunt meteen duidelijk dat het wat (de Freinetpedagogie), het hoe (de Freinettechnieken), het waartoe (de leerdoelen) en het waarom (de mens-en maatschappijvisie van Freinet) onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Met andere woorden, Freinetonderwijs in de praktijk realiseren beperkt zich niet tot het toepassen van technieken en methodieken los van een coherente visie op onderwijs, mens en maatschappij. Deze visie op mens en wereld ontwikkelt zich al doende in de klas- en schoolpraktijk. Voor Freinet staat hierbij de coöperatie voorop : “In mijn onderwijsopvatting staat een levende organisatie van de onderwijsomgeving centraal. Een coöperatieve levensgemeenschap is daarvoor de meest gepaste onderwijsvorm” schrijft Freinet. Deze levensgemeenschap emancipeert de leerling als individu maar ook als lid van deze gemeenschap. Dit maakt een politieke emancipatie mogelijk.
De invarianten van Freinet zijn voor elke Freinetwerker dan ook een pedagogische richtlijn : het zijn onveranderlijke basisprincipes die Freinet op het einde van zijn leven in 1964 formuleerde. Deze invarianten gaan over de aard van het kind, dat Freinet als gelijkaardig én gelijkwaardig aan de volwassene beschouwt, en over de reacties van kinderen : net zomin als volwassenen vinden kinderen het fijn om bevolen te worden, net zoals volwassenen willen ze hun werk kunnen kiezen en daarbij succes ervaren.
Deze invarianten komen tot leven in de freinettechnieken. In de klas-en schoolpraktijk zijn deze technieken niet van elkaar te scheiden maar vloeien ze organisch in elkaar over. De belangrijkste technieken zijn de kring of praatronde om de werkdag te beginnen, de vrije tekst en tekstbespreking, de klaskrant en correspondentie, het levend rekenen, de klaskas, het onderzoek en projectwerk, de ateliers en de klas-en schoolraad.
Keerpunt heeft aan deze technieken een eigentijdse Freinettechniek toegevoegd : een maximumfactuur van 450 € per leerling per schooljaar. In deze maximumfactuur zijn alle kosten inbegrepen. Deze kosten worden zo laag mogelijk gehouden door geen handboeken aan te kopen (wat trouwens ingaat tegen levend Freinetonderwijs) en zo veel als mogelijk gratis of tweedehands materiaal aan te schaffen (meubelen, ICT-uitrusting, schoolbenodigheden,….). Voor Keerpunt is deze maximumfactuur voor alle leerlingen een noodzakelijke voorwaarde voor emancipatorisch onderwijs. Dit sluit trouwens aan bij artikel 28 van het kinderrechtenverdrag dat stipuleert dat elk kind recht heeft op primair en voortgezet onderwijs. Eén van de maatregelen daartoe is het inrichten van gratis onderwijs.

Om deze onlosmakelijke band tussen het wat, het hoe, het waartoe en het waarom van Freinetonderwijs mogelijk te maken heeft het schoolbestuur van Keerpunt een aanvraag tot erkenning van een structuuronderdeel Freinetpedagogie voor de eerste en de tweede graad ingediend bij de overheid. De Vlaamse Regering heeft deze aanvraag eind vorig schooljaar goedgekeurd voor de eerste graad. Daarnaast diende Keerpunt een eigen leerplan secundair freinetonderwijs in voor de eerste graad A, zowel voor de basisvorming als voor het keuzegedeelte (5 lesuren in de eerste graad). Het leerplan van de basisvorming is goedgekeurd. Het leerplan voor de basisoptie Freinetpedagogie wordt eind januari 2020 ingediend bij de inspectie.

Een cruciaal aspect van het structuuronderdeel Freinetpedagogie is dat de inrichting en het aanbod van het keuzegedeelte vanaf de eerste graad geen voorafname is op een latere studiekeuze in de tweede of derde graad secundair onderwijs. Het keuzegedeelte is een verdieping van de basisvorming en laat leerlingen toe hun interesses te ontdekken, maar het dwingt leerlingen geenszins tot een bepaalde studie-of beroepskeuze. Tot het keuzegedeelte in het structuuronderdeel behoren de ateliers, de klasraad en de burgerschapsvorming.
De ateliers bieden de leerlingen de mogelijkheid om te kiezen uit een periodiek wisselend aanbod van ateliers. Deze ateliers bestrijken 7 gebieden:

  • Natuurexploratie,-zorg en -beheer
  • Handvaardigheid, bouw en techniek
  • Kennisverwerving en-verdieping
  • Experimenteren,wetenschappelijk onderzoek en innovatiedenken
  • Digitale competentie,mediawijsheid
  • Expressie en creatieve vormgeving
  • Andere zoals sport, koken, ehbo, sociale actie,…

Een atelier wordt nooit op jaarbasis georganiseerd, dit om precies te vermijden dat de keuze voor een atelier leerlingen voorsorteert voor een bepaalde studierichting. Dankzij het aanbod van deze ateliers kan Keerpunt een domeinoverschrijdend aanbod garanderen en worden de schotten tussen aso, tso, bso en kso opgeheven.
De klasraad is een overleg op klasniveau waarbij de leerlingen en hun leerkracht(en) coöperatief beslissingen nemen over de klaswerking. De klasraad vindt doorgaans wekelijks op een vast tijdstip plaats, maar er kan ook op elk moment ad hoc een extra-klasraad ingelast worden. De functies van voorzitter, secretaris en tijdsbewaker worden bij beurtrol door de leerlingen zelf ingevuld. De agenda van de klasraad is permanent voor iedereen zichtbaar aanwezig en elk lid van de klasraad kan punten op de agenda plaatsen.
De burgerschapsvorming start vanuit de praktijkervaring en is dus niet “leren over burgerschap” Het is “learning by doing” : leerlingen verrichten vrijwilligerswerk in een organisatie van het sociale middenveld of worden ingezet voor een reëel maatschappelijk doel. De onderliggende visie is dat je burgerschap ontwikkelt door je actief voor de samenleving in te zetten. Het is dus een ‘doe-vak’ bij uitstek. Praten over burgerschap is in deze visie niet het hoofddoel. Toch is het zinvol dat leerlingen na afloop van een burgerschapsactiviteit reflecteren, evalueren en geëvalueerd worden.

Hoe geven we burgerschap concreet vorm ?

In de twee Brusselse scholen in Vorst en in Molenbeek zijn we gestart met een weggeefwinkel. Het initiatief kwam van het lerarenteam, de voorbereiding gebeurde in overleg met de leerlingen tijdens de klasraad: wie neemt welke taken op, wie brengt welke spullen mee, wie zorgt voor een streepje muziek, wie houdt een oogje in het zeil tijdens de weggeefwinkel, wie maakt een kistje om vrijwillige giften van klanten te ontvangen, wie zorgt voor de aankleding, wie maakt tweetalige flyers en gaat op voorhand flyeren, wie gaat gratis eten halen in buurtwinkels om een lekkernij te presenteren aan de klanten,wie ruimt er op,….? De weggeefwinkel is meer dan “winkeltje spelen”, het is een alternatief voor een economie die draait om winst omwille van de winst. Maar in de weggeefwinkel staat niet de winst maar de mens en zijn behoeften centraal. Deze weggeefwinkel zien we dan ook als de concretisering van een pedagogische invariant van Célestin Freinet : “de pedagogische vernieuwing is een element van de maatschappijvernieuwing”.
Na de weggeefwinkels in Vorst en in Molenbeek gaven we leerlingen de kans om hun burgerschap op te nemen in een organisatie naar keuze, en dit gedurende vijf maandagnamiddagen. Leerlingen kozen voor een crèche of de lagere school waar ze vorig schooljaar school liepen. Zo leren leerlingen zich vrijwillig inzetten voor de gemeenschap en nemen ze verantwoordelijkheid op. Hun taken kiezen ze niet zelf, maar worden bepaald door wat de school of de crèche op dat moment nood aan hebben. Aan de hand van een takenlijst evalueren we samen met een mentor

En wat brengt de toekomst van Keerpunt ?

Dit schooljaar zijn de 7 vestigingsplaatsen van Keerpunt gestart met een eerste leerjaar A. Jaar per jaar wordt het daaropvolgend leerjaar ingericht zodat Keerpunt groeit naar een volwaardige zesjarige cyclus. Om Freinet ten volle te kunnen realiseren zal Keerpunt ook voor de tweede en derde graad een aanvraag indienen voor de erkenning van het structuuronderdeel Freinetpedagogie. En laat ons hopen dat Keerpunt nog groeit en er in de loop van komende jaren nog vestigingsplaatsen bijkomen.

Literatuur

  • Aanvraag tot erkenning van een structuuronderdeel Freinetpedagogie voor het tweede leerjaar A van de eerste graad en voor de tweede graad van het algemeen secundair onderwijs.
  • “Deze leerkracht transformeert eigenhandig het onderwijs : “Elke nieuwe Keerpuntschool mag nooit meer dan 150 leerlingen tellen”. Een interview met Geert Vanhout in Bloovi.be
  • Leerplan secundair freinetonderwijs. Eerste graad A van Freinetscholen Keerpunt vzw
  • www.keerpuntscholen.be