Reportage “Koppen” toont noodzaak ander inschrijvingsbeleid

Facebooktwittermail

Het gesjoemel in verband met de wachtlijsten dat in “Koppen” (vrt-tv, 5 september 2013) werd getoond, laat vermoeden hoe het er vroeger aan toe ging bij de inschrijvingen, toen nog geen enkele regelgeving bestond.

Inschrijvingsrecht

Tot 2002 bestond de “vrijheid van onderwijs” er in dat een directie vrij kon beslissen of een leerling werd ingeschreven. Minister Marleen Vanderpoorten maakte met het GOK-decreet in 2002 een einde aan deze absolute vrijheid. Voortaan gold een inschrijvingsrecht voor de leerling. Wanneer de ouders het pedagogisch project en het schoolreglement onderschreven, kon de school de leerling niet weigeren.

Met het GOK-decreet werden ook lokale overlegplatforms (LOP) opgericht – met o.a. de directeurs van alle scholen – die in een bepaalde zone (bv Antwerpen, Gent, Mechelen …) afspraken moesten maken om tot een betere sociale mix in de scholen te komen.

Voorrangsgroepen, ordeningscriteria …

Het luik “inschrijvingsbeleid” van het GOK-decreet werd sinds 2002 meermaals gewijzigd. Om fysieke wachtrijen aan de gegeerde scholen te voorkomen werd, o.a. in Gent en Antwerpen, gewerkt met een centraal aanmeldingsregister (centrale computer). De afstand tussen de school en de thuis en/of de plaats waar de ouder(s) werken, werd een criterium bij het bepalen van de rangorde. Er kwamen voorrangsgroepen bij de inschrijvingen: broers en zusjes van de leerling, kinderen van het (vast) personeel van de school. In Brussel geldt ook een voorrang voor leerlingen uit Nederlands sprekende gezinnen.

Contingentering

In mei 2012 werden belangrijke decretale wijzigingen aangebracht aan het inschrijvingsbeleid. Scholen die tot een LOP (lokaal overlegplatform) behoren moeten bij de nieuwe inschrijvingen werken met twee contingenten: een deel van de plaatsen wordt (tijdelijk) voorbehouden voor kansarme leerlingen en een ander deel voor kansrijke leerlingen. Kansarme leerlingen zijn leerlingen die scoren op één of meerdere “indicatoren”: diploma van de moeder van de leerling moet lager zijn dan het secundair onderwijs, het gezin ontvangt een schooltoelage, het gezin behoort tot de trekkende bevolking. Het LOP bepaalt de verhouding tussen de twee contingenten.

De contingentering leidt niet noodzakelijk tot een betere sociale mix. Wanneer een arme concentratieschool met bv. 95% indicator-leerlingen (“GOK-leerlingen”) haar deur open zet voor een contingent van 30% niet-indicatorleerlingen (niet GOK-leerlingen), bestaat de kans dat er zeer weinig begoede ouders hun kind naar die concentratieschool zullen sturen, zelfs als deze school dichtbij gelegen is en vele andere scholen vol zitten.

School in zicht

Om dat probleem aan te pakken werkt de organisatie “School in zicht” sinds meerdere jaren met “groepsinschrijvingen” van “witte” kinderen in arme concentratiescholen. De organisatie is o.a actief in Borgerhout/Antwerpen-Noord, op het Kiel in Antwerpen, Molenbeek ..

De ouders van kinderen die voor het eerst naar school gaan, worden bijeengebracht op voorlichtingsavonden. Men brengt met de ouders een bezoek aan de scholen die meedoen met het project. De ouders zijn soms aangenaam verrast door de inzet en de innovatie van de leerkrachten in deze scholen. Op het einde “selecteren” deze ouders een school waar ze hun kinderen gezamenlijk gaan inschrijven. Omdat ze de zekerheid hebben dat hun kind niet het enige “witte” kind zal zijn in de klas, komen ze gemakkelijker over de brug.

De school toewijzen

Met Ovds hebben we sinds meerdere jaren een voorstel uitgewerkt om de zaken om te draaien. In plaats dat de vrije schoolkeuze primeert, garandeert de overheid eerst elke leerling een plaats in een gemakkelijk bereikbare en sociaal gemengde school. De ouders krijgen dus een school “toegewezen” die aan deze beide criteria voldoet. Wanneer de ouders akkoord gaan met de voorgestelde school, hoeven ze enkel “voor akkoord” te tekenen. De zoektocht naar een school wordt hen bespaard. Zijn ze niet akkoord met het voorstel, dan kunnen ze nadien op zoek naar een school volgens keuze maar met het risico dat er geen plaatsen meer overschieten …

Het collectief recht op een kwaliteitsschool, gemakkelijk bereikbaar en sociaal gemengd, voor iedereen zou primeren op het individuele recht van de vrije schoolkeuze. Dit individueel recht – in onze grondwet verankerd – leidt in een klassenmaatschappij immers tot sociale segregatie: rijke versus arme concentratiescholen.

Dit voorstel wordt uitvoerig toegelicht in het boek “Je veux une bonne école pour mon enfant” van Nico Hirtt. Enkele hoofdstukken van dit boek zijn vertaald en vind je hier op de website.

Sur le même sujet

Reportage van “Koppen” doet veel stof opwaaien Een reportage van “Koppen” (VRT-televisie, 5 september) laat zien dat sommige scholen sjoemelen met de wachtlijst van leerlingen waarvoor (voorlopig) geen plaats is. Undercoverjournalisten van het tv...