Hoe zo, gelijke-kansenonderwijs…?

Facebooktwittermail

Lessen aanbieden in de thuistaal heeft in veel landen zijn nut bewezen: die kinderen halen betere resultaten. PIET VAN DE CRAEN, PIET VAN AVERMAET en MACHTELD VERHELST moeten dan ook verbijsterd vaststellen dat de minister van Onderwijs het proefproject schrapt.

Meertalig onderwijs zit in de lift. Het gaat om onderwijs waarbij een deel van het lessenpakket in een andere taal dan het Nederlands wordt onderwezen. Pionier op dit terrein was het centrum Foyer in Brussel, dat al in 1981 van start ging met het aanbieden van de thuistalen Spaans, Italiaans en Turks in diverse Nederlandstalige kleuter- en basisscholen. Het is het eerste project waarbij in België aangetoond werd dat onderwijs in meerdere talen een positief effect heeft op wie leert. Hoe positief? 90 procent van deze doorgaans kansarme leerlingen behaalt het diploma secundair onderwijs, van wie ongeveer 80 procent met een A-attest. Meertalig onderwijs vergroot de kansen van allochtone leerlingen die doorgaans in een negatieve spiraal terechtkomen en zonder diploma de school verlaten. Laat het dit project zijn dat door de minister van Onderwijs om onduidelijke redenen wordt geschrapt.

De belangrijkste reden zou zijn dat niet kon worden aangetoond dat leerlingen die dit meertalige onderwijs volgden daar beter van zijn geworden. Dat meer diploma’s konden worden uitgereikt en de doorstroming naar het secundair onderwijs vlotter liep, wordt dus niet als een belangrijk punt aangezien. Deze beslissing ontkent bovendien de voordelen die tientallen wetenschappers in binnen- en buitenland de afgelopen vijftien jaar hebben vastgesteld. Meertalig onderwijs betekent wel degelijk een belangrijke meerwaarde voor die leerlingen.

Niet alleen is er het onmiskenbare voordeel dat talenkennis biedt op de arbeidsmarkt. Dit soort onderwijs leidt ook tot beter lerende leerlingen omdat het dubbele taalaanbod en leren in een andere taal zo prikkelend werkt dat onderzoekers in Finland, Spanje en Vlaanderen hebben vastgesteld dat deze leerlingen ook beter scoren op rekenen, breuken en vraagstukken oplossen, traditioneel moeilijke onderwerpen in de basisschool.

Het gaat bijgevolg om meer dan het thuistaalonderwijs in Brussel. Het gaat om meertalig onderwijs in het algemeen dat in heel Europa bekendstaat als inhoud- en taakgericht taalonderwijs, waarbij leerstof aangeboden wordt in een andere taal. Dit leren in een andere taal – in plaats van het leren van een taal – heeft bij alle leerlingen op elk niveau, van beroeps- tot eliteonderwijs, een positief effect. Het is de belangrijkste onderwijsvernieuwing van de afgelopen decennia. Dit is echt meerkansenonderwijs.

In Wallonië zijn er vandaag meer dan 250 scholen die deze aanpak met groot succes toepassen. Tachtig procent van deze scholen werkt met het Nederlands als doeltaal. Tienduizenden Franstalige leerlingen hebben op deze manier Nederlands geleerd en de resultaten zijn verbluffend. Het ontkracht de in Vlaanderen vaak gekoesterde mythe dat Franstalige mensen geen Nederlands willen leren. In Vlaanderen is deze aanpak officieel niet toegelaten. Er liep een proeftuinproject in negen secundaire scholen tussen 2008 en 2010 met goede resultaten die helaas nog niet werden vrijgegeven. De scholengroep Brussel heeft al tien jaar eveneens met succes projecten lopen waarbij enkele uren van het curriculum in het Frans worden herhaald conform de taalwet.

In Gent loopt het ’thuistaal’project, waarbij de thuistaal van de kinderen niet als een ‘handicap’ maar als een didactische meerwaarde wordt gezien en gebruikt in het leerproces. Ook hier zijn de tussentijdse resultaten veelbelovend. Dreigt met deze beslissing het principe van positief omgaan met meertaligheid in onderwijs in het algemeen te worden ondergraven? Het is dan ook uitkijken naar de beleidsnota van de minister. Zal hij een coherent kader scheppen dat uitgaat van doelstellingen, plannen en een vooraf uitgetekend evaluatiebeleid? Wil hij openingen creëren om om te gaan met meertaligheid in de Vlaamse context en daarvan de resultaten wetenschappelijk in kaart laten brengen en er conclusies uit trekken?

Piet Van De Craen, hoogleraar taalkunde VUB

Piet Van Avermaet, hoogleraar Steunpunt diversiteit & leren, UGent

Machteld Verhelst, coördinatorbij het Centrum voor taal en onderwijs, KULeuven

Deze Opinie verscheen in De Standaard, 16 mei 2011

Lees ook: Minister Pascal Smet dumpt Brussels meertalig bicultureel onderwijs