Zomerscholen: een duw in de rug

Facebooktwittermail

Zijn de zomerscholen, door minister Weyts met veel aplomb gelanceerd, een goede zaak? Met andere woorden, kunnen ze effectief helpen om de leerlingen met een achterstand, al dan niet opgelopen door de coronasituatie, te doen bijbenen? Ja, dat kunnen ze zeker, als we erin slagen de leerlingen die het echt nodig hebben eraan te laten deelnemen.

Begin er dus mee, zoals Ides Nicaise suggereert, om deze extra leertijd geen “zomerschool” te noemen, maar een “zomerkamp”.1 Beperk het programma niet tot droge leerstof, maar meng er sport en cultuur door. Ga mee de moestuin onderhouden. Breng de buurt de school binnen, in de vorm van sociale en jeugdorganisaties. Zorg ervoor dat het Nederlands van de taalzwakkere leerlingen een boost krijgt. Doe alles wat kan helpen om de kernmissie van de zomerschool, het versterken van de achterblijvers, te ondersteunen.

Succesfactoren

In een onlangs opnieuw gepubliceerd artikel ging ik twee jaar geleden in op de zegeningen van de zomerschool.2 Uit Nederlands onderzoek bleek de motivatie van de leerlingen een cruciale succesfactor te zijn. “Er is de extra kans die ze krijgen. De extra aandacht in een kleinere groep en een rustiger omgeving. Het maatwerk in functie van de leerling. Die factoren leiden tot een andere relatie met de leerkracht en hebben een gunstige invloed op het zelfvertrouwen van de leerlingen. Doordat de focus helemaal op één (of een paar) vakken ligt, en de leerstof reeds gezien is en dus herhaald wordt, zullen de leerlingen de leerstof sneller begrijpen.”3

Al deze elementen leiden tot een betere focus en concentratie. Ook het feit dat in Nederland de docent dikwijls tot een externe organisatie behoort, leidt tot een andere en meer effectieve benadering van de leerstof. Met als uiteindelijk resultaat dat 80% van de deelnemende leerlingen alsnog slaagt en overgaat naar het volgende jaar.

Is het haalbaar?

Wat ons brengt tot de zwakke punten van de zomerschool. In de eerste plaats zit deelname er enkel in voor wie dreigt te zullen blijven zitten. Bovendien kan deelname nooit verplicht zijn, ze kan enkel op vrijwillige basis. De kans dat je er niet slaagt je zwakke en kwetsbare leerlingen naar de zomerschool te krijgen is reëel. Het kan niet de bedoeling zijn om met de zomerschool gratis bijles te organiseren voor de leerlingen die het niet echt nodig hebben. Dan zijn er de leerkrachten die menen dat een deelname aan de zomerschool leerlingen zou kunnen stigmatiseren. Hen verwijs ik graag naar de passage hierboven in verband met de nomenclatuur.

Een in Nederland veelgehoorde klacht betrof het chaotische verloop van de zomerscholen. Leerlingen moeten worden geselecteerd en gemotiveerd om deel te nemen. Docenten moeten worden gevonden, intern of extern. Organisaties moeten worden aangesproken. Een planning moet worden opgesteld. Materiaal moet worden ingezameld (dit laatste bleek in veel gevallen een heikel punt). Een goede en tijdige voorbereiding en de aanstelling van een coördinator zijn dus van cruciaal belang.

De vrees bestaat dat zomerscholen niet haalbaar zijn, nu scholen extra belast worden als gevolg van de coronacrisis. Die vrees lijkt mij niet onterecht. Veel leerkrachten zitten op hun spreekwoordelijke tandvlees. De aanvankelijke omschakeling naar het online lesgeven heeft veel gevergd, ook tijdens de paasvakantie. Het is gevolgd door het lesgeven aan de eerste schoolgangers, met alle ontregelende regeltjes die daarbij horen. Dat lesgeven wordt begin juni uitgebreid naar nieuwe groepen. Daar gaan we dan het laagje van de zomerscholen nog eens bovenop leggen. Ik acht het niet onwaarschijnlijk dat dit voor veel directies en leerkrachten de druppel te veel is. Het bestaan van een voldoende groot draagvlak binnen de school is uiteraard een noodzakelijke voorwaarde om de zomerschool tot een goed einde te brengen.

Voor alle duidelijkheid: met dit pleidooi voor de zomerscholen wil ik op geen enkele manier oproepen tot een uitholling of afbouw van de vakantieregeling voor leerkrachten. Het kan nooit de bedoeling zijn om leerkrachten systematisch gratis te laten werken tijdens de grote vakantie. Doceren in de zomerschool kan enkel op vrijwillige basis en bij voorkeur tegen vergoeding, zoals in Nederland.

Deel van een groter geheel

Zijn de zomerscholen een wondermiddel? Helemaal niet. Het moet duidelijk zijn dat ze slechts een klein deel van de oplossing zijn. Ze moeten deel uitmaken van een groter geheel dat de zwaksten in ons onderwijs naar een hoger niveau tilt. Ze zijn een van de hulpmiddelen om ook aan wie zich dat niet kan permitteren bijles te geven. Ik verwijs hierbij graag naar het inhaalplan van – alweer – Ides Nicaise.

En nu het goede nieuws uit Borgerhout. Ook onze school, IMS Sint-Agnes, gaat een zomerkamp organiseren. Uit een enquête georganiseerd door PEP blijkt dat hiervoor onder de leerlingen van onze school wel degelijk interesse bestaat. Ze gaven aan dat ze vooral voor de algemene vakken zoals wiskunde en Nederlands ondersteuning verwachten. Ook leerkrachten melden zich spontaan aan om mee te werken. Subsidies om in de periode van de zomerschool leuke dingen te doen zijn in aanvraag. De school heeft er, temidden van alle coronaturbulentie, zin in.

3Haelermans C., Ghysels J., Monfrance M., Rud I., Groot W. “Procesevaluatie lentescholen. Effectonderzoek lente- en zomerscholen 2016”. Top Institute for Evidence-based Education Research (TIER), Universiteit Maastricht, 2017, p. 56 en 72. De resultaten van deze studie werden bevestigd door opvolgingsonderzoek in 2018.

Lees ook: Vier bijzondere maanden en twee zomerscholen