Peter Adriaensens breekt een lans voor de kleuterschool en haar wonderjuffen

Facebooktwittermail

Op VTM liep op 9 september de tweede aflevering van ‘Het Geheime Leven van 5-jarigen’. Daarin ontmoeten tien kleuters elkaar voor het eerst in een kleuterklas, camera’s en microfoons registreren alles. Op die manier hoopt Peter Adriaenssens te tonen wat voor een grote stappen op die leeftijd gezet worden, en hoe belangrijk het is dat dat samen met leeftijdsgenootjes gebeurt. In “De Standaard” (10 september) schreef hij volgend opiniestuk “De echte grote school van het leven”.

Iedere ochtend vertrekken duizenden kleuters naar de klas, vaak goedgezind, alsof ze zo meteen ‘Hey-ho!’ zingend hun ouders een laatste kusje zullen toegooien. Sneeuwwitje had al zeven dwergen nodig om al de temperamenten samen te vatten die je in iedere vier-vijfjarige in groei kan aantreffen: de vrolijke, de deugniet, de zeurkous, de speelse, de sociale babbelaar, de weet-het-altijd-beter-en-snel-boos, de slimmerd. Als er een volwassene bij komt, bekijken ze die eerst wat argwanend. De kleuterjuf zal moeten werken om vertrouwen te winnen, om van de klas een gezellige plek te maken waarvan iedereen weet: hier kun je je talenten laten rollen, hier is het veilig, hier heb je tijd om het beste uit je ontwikkeling te halen.

Net als de dwergen werken kleuters heel hard, zonder dat het altijd zichtbaar is. Ouders onthouden de grote stappen: als het kruipen en lopen begint, de eerste woordjes, een tijd later het schrijven. Maar hoe ze van drie naar zes woordzinnen gingen, hoe ze van ‘dat is van mij’ overgingen naar ‘zullen we er samen mee spelen’, dat weten we niet meer.

‘Wat zal het leuk zijn als je naar de grote school mag’, zeggen we. De waarheid is net omgekeerd. Het is al voordien, in de kleuterjaren, dat er indrukwekkende veranderingen plaatshebben in het hoofd en het lijf. Hier wordt vreselijk hard gewerkt, dat zou je van hun voorhoofd moeten kunnen aflezen. De kleuterklas is de echte grote school van het leven. Hier oefent een kind van vier à vijf jaar via groepsspel hoe zich te concentreren, een mannetje te tekenen, een verjaardagscadeautje te verzinnen zonder het te verklappen. Hier zoekt het uit hoe het met voorzichtige vingers een koekje uit een pakje kan prutsen zonder dat iemand iets opmerkt. Dat oefenen legt de nodige verbindingen in het hoofd, slijpt aan het temperament en aan sociale vaardigheden. En dan is het er ineens: je kind is klaar voor de sprong naar schrijven, lezen en leren in het eerste leerjaar.

De kern van opvoeden

Ieder jaar neemt vooral in grote steden het aantal kleuters toe die veel afwezig zijn. Ouders die we aanspreken, zijn verrast. Het gaat vaak om gezinnen waar één van de ouders thuis is overdag. Ik speel zelf wel met mijn kind, hoor je dan. In de voorbije jaren maakten we met Klasse TV een reeks over de ontwikkeling van kinderen, onder de titel ‘Een vlieg in de klas’. Het was een eerste inspanning om beter zichtbaar proberen te maken wat er allemaal in een kleuterklas gebeurt. Hoe onder het bedrieglijk eenvoudige woord ‘spelen’ een rijke bom van prikkels schuilt. Onze kinderen groeien op in kleine gezinnen, en dus is ineens oefenen met twintig tegelijk een schok. Heel andere talenten moeten worden bovengehaald, het is dagelijks trainen geblazen.

Dat is eigenlijk de kern van opvoeden. Het is niet een trukendoos van aanmoedigen en negeren, zoals het weleens lijkt. Dat zijn hulpmiddelen onderweg. Het echte doel is je kinderen leren omgaan met het leven. Door hun temperament en competenties samen te leggen met die van vele anderen, ontdekken ze nieuwe paden om zich goed te voelen. Kleuters verkennen de bemiddeling, het leiderschap, het nut van ‘de tweede man’ te zijn, het plezier van kracht en de nadelen ervan. Want de knop van het volume staat nog niet afgestemd op het leven. Er wordt ontzettend hard gelachen, maar ook gezeurd, een duw komt te stevig aan, en een kus is er een vanuit het hart. Dat kan wat zachter, zegt de juf. Dat voorbeeld nemen ze over, en soms ook niet, want ook op zijn vijf jaar heeft iemand het weleens gehad.

Die rijkdom laten zien aan ouders, dat was de motivatie achter het programmaHet Geheime leven van 5-jarigen. Voor veel ouders wordt nu zichtbaar hoe hun kleuters leerprocessen doorlopen. En vooral: hoe gevarieerd het normale is. Want aan kinderpsychiaters en hun collega’s wordt terecht gezegd voorzichtig te blijven en niet te snel een etiket op kinderen te kleven, van ADHD tot depressie. Veel ouders mag gevraagd worden dezelfde voorzichtigheid te delen. Kleuters worden omschreven als ‘de driftige’, ‘onze slimste’, ‘die gaat het nog moeilijk hebben in zijn leven’, ‘die is te gevoelig voor deze wereld’. Kinderen klasseren, er zit blijkbaar iets van in ieder van ons. Als er één les is die we met de uitzending hopen mee te geven, dan wel deze: bewonder, geniet van de aard van het beestje en zie hoe complex het is. Ieder kind dat urenlang gevolgd wordt, blijkt betere en mindere momenten te hebben, er zijn langzame ontdooiers en snelle aandachtstrekkers. Zoals de facetten van een diamant. Koester het gezonde: hopelijk slagen we erin u daarmee te besmetten.

Wonderjuffen

Kijk niet alleen naar de tien fijne kleuters, maar ook naar de twee wonderjuffen. Zo staan er vandaag in iedere kleuterklas. Van achter de camera’s die hen volgden, hebben we opgekeken naar hun werk. Wil de minister ook eens kijken? Deze vijfjarigen hebben nood aan mensen die met gevoel op hen inspelen, die iedereen aandacht geven, niet alleen wie zich in beeld werkt. Ze moeten een spel in een nieuwe richting kunnen duwen, vrede stichten en al eens berispen. Wie gelooft dat één kleuterleerkracht dat voor 20 tot 25 kleuters kan? Een doorsnee-ouder in Vlaanderen heeft de handen vol aan twee tot drie kinderen. Willen we dan met zijn allen eens luid vragen de groepen kleiner te maken? Omdat de kleuterklas de belangrijkste start is.

Peter Adriaensens

kinderpsychiater, verbonden aan het Universitair Ziekenhuis Leuven
Dit opiniestuk verscheen in De Standaard, 10 september 2015

Tijdens de “acht uren voor de democratische school” op zaterdag 14 november 2015 kun je twee workshops volgen uit een aanbod van 10 Nederlandstalige en 16 Franstalige workshops. Zo is er o.a. een workshop “Welke hervorming voor het basisonderwijs?”