Brusselse allochtonen en onderwijs

Facebooktwittermail

In onderstaand artikel reageert Johan Leman (voormalig koninklijk commissaris van het Centrum voor Gelijke Kansen en tegen racisme, professor KULeuven en oprichter van de Foyer in Brussel) op enkele commentaren bij een artikel in “De Morgen” (30 augustus) over de grote verschillen qua percentage zittenblijvers tussen Brussel, West-Vlaanderen ….

Collega Piet Van de Craen (VUB) laat in De Morgen (30 augustus) optekenen – ik citeer:
“Zo lang migranten op school alleen in het Nederlands les mogen krijgen, zullen zij slecht blijven presteren. Geef ondersteuning in het Frans, zodat jongeren de lesstof sneller begrijpen. Dat zorgt er ook voor dat ze beter Nederlands leren. Als we geen meertaligheid op Brusselse scholen toestaan, zie ik het somber in. Nu trekken leerkrachten, die vaak van buiten Brussel komen, hun handen van de jeugd af. Zij kennen de problematiek onvoldoende en zijn niet voorbereid.” En verder: “Er ontstaat een onderklasse in onze hoofdstad. Een banlieue, als het ware. De jongeren zijn niet gemotiveerd…”

Onze collega zegt hier veel dingen tegelijk en op de meeste punten volg ik hem integraal. Als we geen meertaligheid op Brusselse scholen toestaan, zie ik het somber in. Dit is het standpunt van Piet Van de Craen. Ook van Philippe Van Parijs, die een Marnix-groep samengesteld heeft. Het is ook het standpunt van Foyer.

Maar ja… als het mensen als mevrouw Celis (uit het secundair onderwijs ergens in de Kempen) en dergelijken zijn die zwaarder doorwegen in de politieke besluitvorming… mensen die na enkele dagen schoolbezoek in Brussel het allemaal beter begrepen hebben dan Van Parijs, Van de Craen, mezelf en zovele andere Brusselaars (die toch niet per se allemaal uilskuikens zijn), dan sta je voor jut…
Dat de meeste leerkrachten van buiten Brussel komen en Brussel voor een stuk als onbekend gebied blijven ervaren, is eveneens zonneklaar. Maar wat doe je daaraan? Van voormalig onderwijsminister Vandenbroucke was geweten dat hij, wat zijn echtgenote die ver buiten Brussel woonde, maar les geeft te Brussel, hem over het onderwijs te Brussel vertelde, veel belangrijker vond dan welke andere info ook.

Dat veel jongeren te Brussel niet gemotiveerd zijn, klopt eveneens. Maar als we in de Foyer een project hadden, waarbij het schoolverzuim tot een absoluut minimum herleid was, werd dit niet eens opgenomen in de evaluatie voor de minister. De inspectie vond dat minder belangrijk… en vond het véél belangrijker dat het taalniveau Nederlands te Brussel niet gelijk stond aan dit in bijvoorbeeld Dilbeek. Dat het taalniveau Frans, of Italiaans, of Spaans, of Turks bij die jongeren te Brussel dan weer stukken hoger lag dan in Dilbeek, was irrelevant.

Tot daar dus de punten waar ik de collega volg.
Waar volg ik de collega niet? Daar waar hij lijkt te insinueren dat meertaligheid te Brussel enkel via Frans zou kunnen gerealiseerd worden. Ik denk niet dat hij dat reëel denkt, maar zijn eigen projecten gaan nu eenmaal die richting uit, en dus… Maar als je het mij vraagt, de Latino kinderen hebben toch meer aan Spaans dan aan Frans? En de kennis van het Frans bij Turkse kinderen te Brussel is meestal toch ook minimaal? Zijn redenering gaat enkel op voor kinderen van Marokkaanse herkomst. Dit weet hij wel, maar hij vergeet het meestal om het erbij te vermelden. Overigens is prof. Van Parijs er al een eindje van afgestapt, dat meertaligheid te Brussel enkel via Frans of Engels kan of moet gerealiseerd worden.

En het Nederlandstalig onderwijs? Als sommige academici maar geld binnenhalen voor hun projectjes en projecten, zijn ze meestal wel bereid om hun theorieën even bij te spijkeren. (Ik alludeer niet – voor alle duidelijkheid – op collega Van de Craen). Zo hoor je vandaag allerlei nieuwe termen – wat ze ook mogen betekenen – die echt toppers zijn in verdoezelend woordgebruik.
En verschiet dus ook niet als plots enkele academici pleiten voor tussentalen of verkavel-Nederlands… Ik erger me nu al kapot aan het Nederlands dat je soms op de radio hoort… en als je 20 proefschriften leest aan een universiteit, zijn er hooguit nog tien zonder d-t fouten… Maar ja, ik heb mezelf even gesitueerd op een schema met een overzicht over het zittenblijven in Vlaanderen (blz 10-11 van De Morgen d.d. 30 augustus), en merk dat ik niet heb moeten zittenblijven omdat ik afkomstig ben uit het Westvlaamse platteland, en – hou je vast: “West-Vlaanderen heeft een katholieke volksaard en die gaat gepaard met meer motivatie en een zin om sterk te presteren.” Ik mag dus nog blij zijn dat ik katholiek opgevoed ben (- momenteel een van de weinige redenen die je daarvoor in de media nog kan terugvinden), en uiteraard in West-Vlaanderen… Daardoor zakte de kans dat ik moest zittenblijven tot 20%, terwijl die in Molenbeek 65% is…