Een boycot tegen Israël werkt, laten we hem zonder angst toepassen. (Opinie academici)

Facebooktwittermail

 

 

 

Er bestaat een effectief wapen om “neen” te zeggen tegen Israël en zijn oorlogsmisdaden, schrijven gezaghebbende stemmen uit de culturele en academische wereld. “Een economische en culturele boycot is de enige weg.”

Twaalf dagen lang, van 29 januari tot 10 februari, gonsde op Arabische sociale media de vraag: waar is Hind? We weten inmiddels waar de zesjarige Hind Rajab is: dood en begraven, net zoals meer dan 11.000 andere kinderen in Gaza. Urenlang belde Hind op 29 januari vanuit een wagen vol vermoorde familieleden in volstrekte paniek naar het Palestijnse Rode Kruis. De opnames gingen de wereld rond. Uiteindelijk stierf ook Hind onder Israëlische tanksalvo’s, net zoals de Palestijnse ambulanciers die tot op enkele meters van haar raakten. Het duurde twaalf dagen voor Hinds lichaam kon worden geborgen.

De vraag of er in Gaza een genocide bezig is, zal uiteindelijk juridisch moeten worden beantwoord. Dat zal jaren duren, maar het Internationale Gerechtshof in Den Haag stelde al dat dat “plausibel” is. Zo gaat het ­altijd: eens genocides formeel worden ­erkend, is de goed geplande massamoord al lang een onherstelbaar feit.

Sinds dat voorlopige oordeel in Den Haag heeft Israël niks gedaan om onschuldige burgers beter te beschermen. Integendeel, in het zuiden van Gaza wordt het gaspedaal verder ingeduwd: 1,4 miljoen Palestijnen zitten in Rafah onverbiddelijk in de val. Ze worden bedolven onder bommentapijten en weggejaagd naar miserabele tentenkampen in no-go-zones van de verwoeste kuststrook.

Dat er nog geen definitief juridisch oordeel is, ontslaat ons niet van onze collectieve menselijke verantwoordelijkheid. Omtrent Gaza is die glashelder: aanklagen dat er sprake is van een systematische massamoord door een soevereine staat op tienduizenden onschuldige Palestijnen, hoofdzakelijk vrouwen en kinderen. Historiseren en contextualiseren ook: de zoveelste Gazaoorlog is de onvermijdelijke uitloper van decennia van bezetting en kolonisering.

Hij kadert eveneens in een lang proces van etnische zuivering en apartheid dat een tweestaten-oplossing onmogelijk heeft gemaakt. Tenslotte is het een totale oorlog ­tegen een volk, zijn waardigheid, zijn toekomst en fysieke grondgebied: Palestijnen worden vermoord, verdreven, afgesneden van alle basisbehoeften voor een menswaardig leven. Wie nog leeft, lijdt honger en dorst. Heel Gaza wordt voor de komende generaties onleefbaar gemaakt.

Deze oorlog is geen onbegrijpelijk conflict waarin geen partij te kiezen valt, het is geen geïsoleerd incident tussen joden en moslims. Het is een perfect leesbare, koloniale, zeer langdurige en breed vertakte oorlog die ons allemaal aangaat. Een oorlog die ons rechtstreeks raakt in diverse fundamentele engagementen: voor een veilige toekomst en goed onderwijs voor onze kinderen, voor onafhankelijke media en vrije meningsuiting, voor gezonde voeding en water, en een leefbare planeet voor iedereen.

De genocide in Gaza is veellagig: een educide, een infocide, een ecocide maken er deel van uit. Meer dan 600.000 leerlingen, van wie 90.000 universiteitsstudenten, kunnen niet meer naar school. Israël maakt onafhankelijke berichtgeving vanuit ­Gaza onmogelijk. Buitenlandse journalisten mogen niet meer binnen, lokale journalisten werken in lugubere omstandigheden of worden vermoord.

Tenslotte is deze oorlog een ecologische catastrofe: het water, de grond en de lucht van Gaza zijn voor decennia zwaar vervuild, landbouwgronden zijn vernietigd. Meer Palestijnen dreigen binnenkort te sterven aan epidemieën dan er werden gedood door een recordaantal bommen. Wie toch overleeft, zal niet in Gaza kunnen blijven. Van een openluchtgevangenis is Gaza een onleefbaar niemandsland geworden: etnische zuivering via ecologische terreur.

Ook het onleefbaar maken van de Westelijke Jordaanoever gaat gestaag voort – daar zullen de Gazanen alvast niet naartoe ­kunnen. From the river to the sea: in Europa is het een activistische slogan die je het verwijt van antisemitisme oplevert. Ter plekke is het de bondige samenvatting van de daadwerkelijke politiek van Israël ten aanzien van alle Palestijnen.

Medeplichtig Europa

In het Westen blijven onze politieke ­leiders, zo merken onze vrienden en collega’s in de Arabische wereld, oorverdovend stil. De VS, Duitsland en het Verenigd ­Koninkrijk zijn medeplichtig aan de massamoord in Gaza. De EU munt uit in halfbakken standpunten. België kan dankzij ministers als Caroline Gennez en Petra De Sutter nog op enig krediet rekenen. Maar ook onze civiele samenlevingen, zeker de instellingen en hun directies, blijven zeer op de vlakte. Of ze verliezen zich in eindeloze discussies over verwaterde compromissen.

Het is nochtans niet zo dat er geen effectief wapen bestaat om formeel “neen” te zeggen tegen Israël en zijn oorlogsmisdaden. Het heet BDS: de geweldloze en antiracistische Boycott, Divestment and Sanctions-campagne die de Palestijnse civiele samenleving in 2005 zelf afkondigde. BDS sluit samenwerking met de staat Israël en zijn instellingen uit. De culturele boycot biedt echter een open kader: samenwerking met individuele artiesten is altijd mogelijk. De gewone ­burger wordt door BDS uitgenodigd tot een economische boycot. De lijst van producten en merken die de bezetting van Palestina ondersteunen, vind je op de app No Thanks.

De criminalisering van BDS die in Europa hand over hand toeneemt, is het beste bewijs dat de boycot werkt. Het is meer dan ooit tijd om hem toe te passen en dat zonder angst te zeggen, vanuit de culturele wereld, de academische wereld, de vakbonden en andere cruciale sectoren. Als we bij onze partners in het Globale Zuiden, maar ook bij de jongeren in onze superdiverse Europese steden nog een minimale geloofwaardigheid willen behouden, is het de enige weg. Zeker in een culturele sector die prat gaat op zijn dekoloniale engagementen.

Zal dat in cultuurhuizen tot heibel met pro-Israëlische politici in raden van bestuur leiden? Ongetwijfeld. Maar die heibel komt er sowieso. Is het niet over BDS, dan over andere kwesties die zulke politici als ‘politiek’ beschouwen, terwijl er enkel op de meest ­enge wijze aan kunst en cultuur zou mogen worden gedaan. In die zin is opkomen tegen de oorlogsmisdaden in Gaza ook opkomen voor de autonomie en de vrijheid van meningsuiting in onze civiele samenleving en culturele wereld.

Gaza is een cruciale testcase in de cultuurstrijd die er aankomt. “Everything is art, everything is politics”, zegt de Chinese kunstenaar Ai Weiwei met een boutade. Gaza steunen, BDS steunen, in daden en in woorden: het is kunst en politiek. Het is vooral wat noodzakelijk is, indien we, zeker in de culturele wereld, de komende jaren nog iets van vrijheid en autonomie willen behouden.

Jan Goossens (Dream City/Tunis & MolenbeekforBrussels2030), Iman Lechkar (professor VUB), Alain Platel (theatermaker), Nadia Fadil (professor KU Leuven), Tom Lanoye (schrijver), Adeline Rosenstein (theatermaakster), Radouane Mriziga (choreograaf), Eva Brems (professor UGent), Thomas Van Riet (professor KU Leuven, Scientists for Palestine), Lisette Ma Neza (dichteres), Marc Van Ranst (professor KU Leuven), Rachida Lamrabet (schrijfster), Karel Arnaut, (professor KULeuven), Charlotte Adigéry (muzikante), Lieven De Cauter (filosoof KU Leuven), Chaïma Ahaddour (professor KU Leuven), Michael De Cock (artistiek directeur KVS), Gert Van Hecken (professor UAntwerpen), Kathy Lindekens (kinderrechtenexperte), Guy Gypens (programmator Live Arts), Koen Bogaert (professor UGent), Hildegard Devuyst (artistiek directrice La Geste), René Los, Carine Defoort (professor KU Leuven), Mathieu Goeury, (artistiek directeur), Arjan Post (professor KULeuven), Einat Tuchman (artieste), Omar Suliman Jabari (postdoc ULB), Manu Riche (filmmaker), Wim Distelmans (professor VUB).

Dit opiniestuk verscheen in De Standaard (19 februari 2024)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here