Petitie van Leuvense leraars tegen verhoging van de werklast in het onderwijs

    Facebooktwittermail

    Een groep Leuvense leraars nam het initiatief voor een petitie tegen besparingen in het onderwijs, meer bepaald tegen de door de Vlaamse regering aangekondigde verhoging van de arbeidsduur voor sommige leerkrachten.
    De petitie stelt o.a.: “De kwaliteit van het onderwijs zal zwaar lijden onder deze verhoging van de werklast. Mensen met een fulltime job nog meer uren voor de klas laten staan is niet haalbaar. De huidige werkdruk zorgt nu al voor te veel burn-outs”. Deze laatste bewering wordt in elk geval bevestigd door een nieuwe studie van de Serv waaruit blijkt dat de onderwijssector nu reeds koploper is voor burn-outs op het werk.

    Petitie van de Leuvense leerkrachten

    De louter lineaire maatregelen die nu vooropgesteld worden, gaan ten koste van de kwaliteit van het leerplichtonderwijs, van de jobkansen voor gemotiveerde starters en van de loopbaan in het onderwijs tout court. Het huiswerk moet opnieuw gemaakt worden, vanuit een doordachte toekomstvisie, in overleg en met respect voor de mensen in het werkveld zelf. Daar dringen wij op aan!

    Voor de verkiezingen beloofden de huidige regeringspartijen – de adviezen van de OESO en de Europese Commissie volgend – om extra te investeren in het onderwijs en om maatregelen te nemen om het beroep van leerkracht aantrekkelijker te maken. Wij stellen echter vast dat die beloftes niet zullen worden nagekomen, meer nog, dat er zwaar bespaard zal worden op onderwijs.

    Zo lazen wij onlangs het voorstel van het VSKO om naast de reeds ingrijpende besparingsmaatregelen die de regering oplegt nog extra te besparen door de noemers in de tweede en derde graad op te trekken tot 22 contacturen. Wij betreuren de verdeeldheid die deze maatregel – wellicht ongewild – creëert en hebben hierbij enkele ernstige bedenkingen.

    CONTRACTBREUK

    Leerkrachten hebben een vlakke loopbaan met een beperkte verticale doorgroeimarge. Bovendien is er geen tweede pijler, is er geen 13de maand, zijn er geen maaltijd- of ecocheques, is er geen hospitalisatieverzekering en zijn er geen andere extralegale voordelen. Dit werd echter gecompenseerd door een gemiddeld loon en een goed pensioen.

    Nu wilt u deze compensatie wegnemen door de diplomabonificatie af te schaffen en daarbovenop hard besparen op de pensioenen. Voor sommige leerkrachten komen deze maatregelen neer op een drievoudige aanslag op de verloning: een eerste keer door de algemene indexsprong, een tweede keer door te beknibbelen op de pensioenen en een derde keer door bachelors en masters in de tweede en derde graad respectievelijk 1 of 2 contacturen meer te laten werken voor hetzelfde loon. Als men dit soort voorstellen goedkeurt, pleegt de overheid contractbreuk. Voor zij-instromers zal dit effect nog voelbaarder zijn omdat zij pas later, of nooit, tot de hoogste salarisschaal kunnen doorgroeien.

    KWALITEIT

    De kwaliteit van het onderwijs zal zwaar lijden onder deze verhoging van de werklast. Mensen met een fulltime job nog meer uren voor de klas laten staan is niet haalbaar. De huidige werkdruk zorgt nu al voor te veel burn-outs.

    Als sommige bachelors en masters bovendien meer uren voor de klas moeten staan, blijft er geen tijd meer over om leerlingen op een degelijke manier voor te bereiden op hoger onderwijs. Daar verwacht men dat eerstejaarsstudenten van bij de start de nodige onderzoekscompetenties bezitten (bronnenonderzoek, informatieverwerking, zelfstandig een argumentatie opbouwen, een verslag schrijven, presenteren, …). Dit brengt zeer veel leerbegeleiding met zich mee in de vorm van individuele coaching en massa’s verbeterwerk die voor een groot deel buiten de huidige 20 of 21 contacturen gebeurt.

    Overwerkte leerkrachten zullen geen energie meer overhouden om naast de lesopdracht nog waardevolle extra initiatieven te organiseren zoals buitenlandse studiereizen, culturele projecten, persoonlijke begeleiding van leerlingen, schoolkrant, werkgroepen, …

    De kwaliteit van het onderwijs staat door deze besparingsvoorstellen ernstig onder druk. Masters zullen bovendien nog minder kiezen voor een onderwijsloopbaan.

    STARTERS

    In het voorstel van het VSKO dat ons bereikte staat het volgende: “Wij zijn ons ervan bewust dat de beginnende leerkrachten door deze maatregel worden getroffen, net op een moment dat de sector nood heeft aan het oppoetsen van het imago van het lerarenberoep. Het is echter inherent aan de huidige regelgeving dat elke ingreep op omkadering ten koste gaat van de beginnende leerkrachten”.

    Met dit voorstel verliezen ongeveer 1500 starters hun job. Als men voor dit soort maatregelen kiest, dan “sluit men maar beter alle lerarenopleidingen (…) voor vijf jaar, want je moet die jonge gasten geen valse hoop geven.” [1]

    Dit kan men bezwaarlijk een doordachte en toekomstgerichte visie noemen. Een school, en vooral de leerlingen, hebben een gezonde mix van gemotiveerde ervaren leerkrachten én jonge leerkrachten nodig. Sterker nog: ze hebben daar recht op.

    Waar zit dat “oppoetsen” van het imago van het beroep van leerkracht? Hoe wil men met dit soort maatregelen jonge, gemotiveerde en goed opgeleide mensen naar het onderwijs lokken? Of zij-instromers?

    We herinneren u graag aan enkele passages uit de beleidsnota:

    – “In het secundair onderwijs is er een geraamd tekort voor 2012-2020 van ongeveer 8.000 leraren. Daarom is het belangrijk om een sterke instroom (zowel kwantitatief als kwalitatief) in het beroep te hebben en die ook te behouden.” (p. 15)

    – “Het beleid, op elk niveau, moet vertrouwen in al deze mensen vooropstellen en belichamen en hun ook kansen geven. Het moet hun meer (adem)ruimte geven zodat zij de kerntaken waarvoor zij zich verantwoordelijk voelen, ten volle kunnen opnemen.” (p. 23)

    – “We moeten werk maken van het aantrekken van voldoende en kwalitatief hoogstaande leraren en er voor zorgen dat ze met enthousiasme en inzet aan de slag blijven. Ik wil bovendien meer mensen warm maken om leerkracht te worden als een uitbreiding of wending van hun carrière. Het onderwijs moet een aantrekkelijke werkgever zijn die voldoende competitief is op de arbeidsmarkt en in de ‘war for talents’.” (p. 46)

    RESPECT

    Het voorstel van het VSKO bevestigt impliciet de totaal verkeerde perceptie van de “luie, profiterende leerkracht die voor een fulltime job maar 20/21/22 keer 50 minuten moet werken en voor de rest baadt in vrije tijd en vakanties”.

    Eén uur lesgeven komt neer op minstens 2 werkuren. Er zijn immers de lesvoorbereidingen, het verbeterwerk, de administratie, de klassenraden, het opstellen van testen en examens en de individuele remediëring, de oudercontacten, de toezichten, de bijscholingen, de extra werkgroepen, en vaak ook de socio-emotionele begeleiding van leerlingen. Het voorstel van het VSKO betekent in procenten uitgedrukt minstens 5% (tweede graad) en 10% (derde graad) meer presteren voor hetzelfde loon. Het vaak gehoorde argument dat we veel meer vakantie hebben klopt, maar dat we een groot deel van die vakanties én van onze weekends moeten gebruiken om ons werk rond te krijgen, wordt genegeerd.

    De lineaire besparingsvoorstellen getuigen van een verontrustend gebrek aan respect voor en kennis van het werkveld. Er worden zeer zware beslissingen genomen zonder genuanceerde achterliggende visie. We missen vertrouwen in de leerkracht en de moed om duidelijk te maken wat de job inhoudt en dat ook te verdedigen naar de buitenwereld toe.

    HET KAN ANDERS

    Het onderwijs zou meer gebaat zijn met een grondige hervorming, gestoeld op een doordachte toekomstvisie die zich vertaalt in rechtvaardige en evenwichtige maatregelen, zonder dat de kwaliteit en de leefbaarheid van het onderwijs in het gedrang komen, zonder jobverlies.

    Loopbaandebat

    Voer het loopbaandebat ten gronde om de job aantrekkelijk te houden en mensen langer te laten werken. In plaats van te morrelen aan de noemers is er nood aan een meer evenwichtige invulling van de schoolopdracht (verhouding contacturen en andere taken) van de leerkracht. Die zou kunnen fluctueren, afhankelijk van het moment in de loopbaan.

    Voor starters: meer werkzekerheid en een meer evenwichtige werklast.

    Voor zij-instromers: een aantrekkelijke instapregeling, rekening houdend met ervaring en kortere anciënniteitssprongen.

    Voor vast benoemde leerkrachten: een aantrekkelijke en haalbare uitstapregeling met respect voor de opgebouwde anciënniteit.

    Toekomstgericht besparen

    Flexibiliseer de anciënniteitssprongen (iets langere periodes dan de huidige 2 à 3 jaar), zo bespaar je op loonmassa, niet op mensen.

    Bespaar niet op de kernopdracht maar op andere diensten en agentschappen binnen het onderwijs (cf. vermindering inspectie hoger onderwijs).

    Concretiseer het Masterplan Hervorming Secundair Onderwijs om de studierichtingen en het aantal contacturen efficiënter te verdelen over scholen, inclusief overgangsmaatregelen om jobverlies te vermijden.

    Investeren

    Er zijn andere groepen in de samenleving die meer kunnen en moeten bijdragen. Investeer in plaats van te besparen in het leerplichtonderwijs, waar de toekomst van ons land wordt voorbereid. “Onderwijs is een zeer goede sociale investering. Het gaat om een sociale investering want meer nog dan de jongere zelf is de hele samenleving gebaat bij investeringen in goed onderwijs. In termen van financieel rendement, kosten en baten, kunnen we stellen dat investeren in onderwijs, gemiddeld genomen in Vlaanderen op lange termijn tegen de 10% opbrengt – in reële termen, d.w.z. na aftrek van inflatie enz… Bijna geen enkele belegging op de beurs is zo interessant als een investering in onderwijs. Ook vanuit sociaal oogpunt zijn die rendementsvoeten zeer hoog. Daarom hebben zowel de OESO als de Europese Commissie de lidstaten aangespoord om meer te investeren in onderwijs. En van bij het uitbreken van de crisis hebben die beide instanties, OESO en Europese Commissie, erop aangedrongen om niet te besparen op onderwijs.” [2]

    SLOTSOM

    De louter lineaire maatregelen die nu vooropgesteld worden, gaan ten koste van de kwaliteit van het leerplichtonderwijs, van de jobkansen voor gemotiveerde starters en van de loopbaan in het onderwijs tout court. Het huiswerk moet opnieuw gemaakt worden, vanuit een doordachte toekomstvisie, in overleg en met respect voor de mensen in het werkveld zelf. Daar dringen wij op aan!

    [1] HINNEKINT, P.,Sluit de lerarenopleiding voor vijf jaar, internet, De Standaard, 30 september 2014, (http://www.standaard.be/cnt/dmf20140929_01294066).

    [2] NICAISE, I., De impact van de crisis op de onderwijsloopbanen van kwetsbare jongeren in Vlaanderen, internet,Kinderrechtencoalitie Vlaanderen, 2013, p. 64-65, (http://www.kinderrechtencoalitie.be/uploads/Kinderrechtenforum/KRF%209%20v4%20DEF.pdf).

    Onderteken deze petitie

    Investeer op een evenwichtige en toekomstgerichte manier in het onderwijs