Massale studentenprotesten in Québec

Facebooktwittermail

Sinds meer dan drie maanden zijn de studenten van de Canadese provincie Québec massaal in staking tegen het regeringsplan om het inschrijvingsgeld aan de universiteit te verhogen. Grote betogingen hebben de liberale regering uit evenwicht gebracht en lagen aan de basis van het ontslag van de minister van onderwijs, Line Beauchamp. Eerste minister Jean Charest heeft er niks beter op gevonden dan op 17 mei een ‘speciale wet’ te doen stemmen, die beoogt de staking onwettig te verklaren en de strijdende studenten te criminaliseren.

De vastberadenheid die de studenten toonden, de duur van hun actie, de eenheid van hun verenigingen tot op heden tegenover de manoeuvres van de macht en het geweld van de politie zijn op alle vlakken merkwaardig. Daarbij mogen we de inhoud van hun eisen en de zin van hun strijd niet vergeten. De studenten uit Québec komen in opstand tegen het inpassen van de ‘Belle Province’ in de neoliberale mondiale norm inzake hoger onderwijs, waarvan een van de karakteristieken is de verhoging van het aandeel van de persoonlijke financiering van de universitaire kosten.

De beslissing van de regering Charest om het inschrijvingsgeld met 75% te verhogen is, naar het zeggen van de politieke verantwoordelijken, slechts een inhaalbeweging ten opzichte van de geldende norm in Noord-Amerika. Maar dit model, alom verdedigd in de hoge kringen van de heersende ideologie, gaande van de OESO tot de Europese Unie, begint te lekken. Deze beslissing komt effectief op een ogenblik waarop, overal ter wereld, de weerstand tegen het neoliberale model voor het hoger onderwijs steeds belangrijker wordt. Denk maar aan de staking van de Engelse studenten in de winter 2010 of die van de Chileense studenten in de lente en de zomer 2011.

Deze opstanden hebben als kenmerk dat ze zich niet beperken tot de onderwijswereld. De verhoging van de lasten voor families en studenten treft vooral de laagste sociale klassen maar ook een stijgend aantal mensen uit de middenklasse, die de weg van de verpaupering opgaan. De situatie is vooral dramatisch in Europa. De landen die het meest getroffen zijn door de gevolgen van de financiële crisis voor de begroting, Ierland en Griekenland maar ook Spanje en Italië, hebben allen hun toevlucht genomen tot een verhoging van het inschrijvingsgeld, wat automatisch de privé schuldenlast verhoogt. En dit op een moment waarop de sociale spanningen in Europa steeds duidelijker voelbaar worden tengevolge de besparingspolitiek, die de leefomstandigheden steeds erger maken en de werkgelegenheid vernietigen.

De strijd van al die studenten bevat dus een krachtig potentieel voor een verzet tegen de neoliberale orde, dat in staat is om brede lagen van de bevolking te mobiliseren en zich uit te breiden naar alle gevolgen van de neoliberale politiek, zoals we in Chili hebben gezien.
En laten we niet vergeten dat de bewegingen van de ‘Indignados’ en die van ‘Occupy Wall Street’ zich openlijk hebben gekeerd tegen de privé financiering van het hoger onderwijs.

Het geval van de Verenigde Staten is steeds beter gekend. In een opmerkelijk artikel, met als titel ‘Schuldenlast voor de student: een tijdbom in de Verenigde Staten’ analyseert het dagblad Le devoir op 14 mei 2012 de schuldenlast van de Amerikaanse studenten. Deze is in 12 jaar tijd vervijfvoudigd en bedraagt nu 1000 miljard dollar of gemiddeld 25000 dollar per student.
Men begint te spreken over een luchtbel die te vergelijken is met die van de rommelkredieten, de risicovolle hypothecaire leningen, die de Verenigde Staten en de ganse wereld in een zware recessie hebben gedompeld. Meer dan een derde van de studentenschulden zijn overgelaten aan investeerders onder de vorm van afgeleide producten. Bij onze zuiderburen circuleren er voor meer dan 400 miljard dollar commerciële waardepapieren gebaseerd op activa, meer bepaald de studentenleningen.”
Begrijpelijk dat de Amerikaanse president Obama zich begint zorgen te maken over deze nieuwe “bom” onder het banksysteem.

De verblinding van al die regeringen die dezelfde weg volgen is waarschijnlijk verbazender. Maar hoe moet je de dogmatische formules vergeten die reeds jaren herhalen dat de universiteit, binnen een context van concurrentie, noodzakelijkerwijs moet lonken naar de portefeuille van de families en de studenten, eerder dan naar de openbaren financiën? Is dit ook niet het model dat de neoliberale denktanks steeds willen opdringen in Frankrijk, en dit met de ondersteuning van enkele ideologen van de Terra Nova ?

De strijd van de studenten tegen de impact van het financiële kapitalisme blijft in ieder geval vandaag een van de meest bemoedigende signalen dat een andere politiek mogelijk is: diegenen, die op economisch vlak het meest profiteren van het hoge kennisniveau van de bevolking zonder het te willen financieren, via de fiscus ertoe doen bijdragen.