Een aankomst met hindernissen

Facebooktwittermail

Hugo Van Droogenbroeck was mede-oprichter (in 1995) en voorzitter van Ovds (tot 2009). De laatste 20 jaar van zijn schoolloopbaan was hij lector in de lerarenopleiding van de Hogeschool Antwerpen (Artesis). Sinds zijn pensioen werkt hij als vrijwilliger in projecten van lerarenopleidingen en volksontwikkeling in Bangladesh en in Congo. Samen met zijn vrouw Lut werkt hij in de volkswijken van Kinshasa voor de ngo L’étoile du Sud. Hieronder vind je een relaas van zijn eerste weken, half september 2011.

We zijn intussen al bijna twee weken in Congo, tijd om wat nieuws van het front te brengen.
Mijn bagage was niet mee met het vliegtuig maar achtergebleven in Nairobi. Toen we ze konden gaan ophalen stond ze in een lokaal boordevol valiezen en pakken. Bij navraag bleek dat het vliegtuig een groot deel bagage moest achterlaten omdat het anders overladen was.
We waren al blij dat ze geen risico’s namen met de veiligheid. In Congo zijn het laatste jaar verschillende vliegtuigen verongelukt. De maatschappij Heba Bora (van de Griek Stravos) is onlangs haar vliegvergunning ingetrokken omdat ze met niets in orde was. Het gaat dus de goede kant op.

De volkswijken waar l’Etoile du Sud, de NGO waarmee we samenwerken, actief is, zijn gelegen langs de grote boulevard Lumumba, die de luchthaven met Kinshasa verbindt. Deze wordt nu heraangelegd en van riolering voorzien. Er rijden bulldozers, vrachtwagens op en aan. Drie rijstroken zijn er tot één enkele versmald. Dus opstoppingen van je welste. Geen doorkomen aan. Je moet je voorstellen: alle chauffeurs van vrachtwagens, bussen, auto’s, moto’s, enz. proberen zich als eerste in die ene rijstrook te wringen, met gevolg dat ze mekaar allemaal blokkeren. De taxibusjes stoppen aan de versmallingen en de reizigers ploeteren een paar kilometer te voet verder tussen de bouwmaterialen door tot de voorbij de versmalling. Vorige week geraakten ook president Joseph Kabila en zijn gevolg niet vooruit. Ze moesten te voet verder. De bevolking applaudisseerde langs de boulevard en was duidelijk geamuseerd.

Naar school, of toch niet?

Maandag 5 september openden de scholen voor het nieuwe schooljaar. De schoolkosten zijn hét onderwerp van de dag. De inschrijving in Katholieke scholen kost gemiddeld 150 $ voor het lager en 280 $ voor het secundair onderwijs. Vooraf te betalen als je zeker wil zijn van een plaats. De officiële scholen vragen 20$, in schijven te betalen. De protestantse scholen zitten er ergens tussenin. Daarbovenop komen nog “cahiers” en schrijfgerief, een boekentas en een uniform en schoeisel, door de ouders te betalen. Zonder uniform kom je de school niet binnen.

Toen we maandag 5 september langs de boulevard gingen zagen we een massa volk aan een transferkantoor, waar mensen ‘t schoolgeld kwamen opnemen dat vanuit het buitenland gestort wordt.
Onze nachtwaker is een onderwijzer 5de leerjaar in een protestantse Baptistenschool. Gisteren had geen enkele leerling zich gemeld. Wel kwam een groepje leerlingen aan de schoolpoort een kijkje nemen “of de school reeds begonnen was”. Op de zetel van Etoile du Sud waar we logeren komen kinderen geld vragen om hun cahiers te betalen.

Er wordt enorm veel van school gewisseld. Bij inschrijving moet je het rapport van ’t vorig schooljaar voorleggen. Maar wie zijn schoolgeld niet betaald heeft, krijgt geen rapport mee. Dus zoekt men in een andere school binnen te geraken met een uitleg. Bv. “Wij komen uit de Kivu, waar ons dorp door de oorlog verwoest is en de school en de rapporten in de vlammen zijn opgegaan”. Het schoolgeld wordt gebruikt om de transportkosten van de leraars te betalen. Officieel volgt 90 % van de kinderen lager onderwijs, 35 % volgt secundair onderwijs. Dit zegt niets over aanwezigheid op school en afstuderen. 18 miljoen Congolezen zijn analfabeet (30 %). Dat is wel beter dan Bangladesh, waar 50 % van de mannen en 75 % van de vrouwen niet kunnen lezen of schrijven.

Sociale onrust

De vakbonden van de leraars hebben opgeroepen geen les te geven tot 20 september, wanneer zij een onderhoud met de minister van onderwijs hebben. Zij eisen stipte uitbetaling van de lonen (nu worden ze met gemiddeld één maand vertraging uitbetaald), loonsverhoging (de minister stelt een eenmalige premie voor), transportkosten vergoeden, enz.
De lonen zijn in alle overheidsdiensten laag. Met als gevolg dat weinig mensen voor het onderwijs kiezen, dat oude leraars ook na hun 65ste verder lesgeven, want het pensioen is navenant (de verplaatsingsvergoeding van de school valt eveneens weg).

De inter-syndicale van overheidsdiensten eist de heropname van 36.000 ambtenaren die sinds de periode van Mobutu ontslagen waren in het kader van de afslanking en de privatisering van de overheidsdiensten.
De magistraten zijn in toga ook op straat gekomen om hogere lonen te eisen. En ga zo maar door. Met de verkiezingen in ’t verschiet is het het moment om zich te profileren. De oppositie probeert daar politieke munt uit te slaan en belooft de hemel op aarde als zij aan de macht komt.
Een ander probleem dat het dagelijks leven teistert zijn de frequente stroomonderbrekingen. Als de elektriciteit aanslaat, stijgt er een blij gegil van jewelste op uit alle woningen uit de buurt. Als na een kwartier de elektriciteit terug uitvalt hoor je een langgerekte ontgoocheling ooooh. De mensen snappen niet dat de oudste waterkrachtcentrale die de luchthaven bedient zonder onderbreking werkt. De recentere reusachtige Inga levert onvoldoende stroom. Officieel omdat er door de lage waterstand zand in de turbines komt. Maar jaren geleden is er een baggermachine aangekocht, dat nog steeds niet in werking is gesteld. Kabila heeft nu het hele beheerscomité de laan uitgestuurd.

Wat ook opvalt is dat er weinig blanken in het straatbeeld te zien zijn, tenzij af en toe in een paar stevige 4 x 4 wagens waarmee de buitenlandse NGO’s rondtoeren. Hun plaats is ingenomen door Libanezen, Indiërs, Pakistani en vooral Chinezen. Zij voeren de grote infrastructuurwerken uit, maar richten ook talrijke kleine winkeltjes met allerhande goedkope gebruiksvoorwerpen op in de volkswijken.

Hugo Van Droogenbroeck

september 2011