Hoofddoek en blinddoek

Facebooktwittermail

Wat volgt is geen historisch-sociologische of filosofische beschouwing bij het oplaaiende hoofddoekendebat. Alleen een reactie op veel voorkomende uitspraken. Zoals uitspraken over religieuze belevenis en identiteit. Dat meisjes en vrouwen hier een hoofddoek – of zoals mijn buurvrouw een burqa – dragen is om hun identiteit, waarvan de religie deel uitmaakt, te beklemtonen. Wat te zeggen over een identiteit die zoiets nodig heeft om zich te bevestigen?

Maar is een hoofddoek echt een religieus symbool? Dan zou men er moeten van uitgaan dat een meisje of vrouw zonder hoofddoek – en in sommige regio’s burqa – geen echte moslim kan zijn. Ik kijk nog regelmatig naar een twaalftal Arabische zenders en stel vast dat een vrouw met hoofddoek daar de uitzondering is, ook tijdens de ramadanperiode.

Dat meisjes onder druk van familie en omgeving staan om een hoofddoek te dragen, wordt vaak ontkend, met voorbeelden van meisjes die per se een hoofddoek willen dragen. Men moet wel een blinddoek op hebben om die druk te ontkennen, druk die zich laat gevoelen tot op het speelplein van scholen. Dat er ook meisjes en vrouwen zijn die de hoofddoek per se willen dragen, is een zwak argument. Onder de slavernij waren er ook slaven wie men had ingeprent dat ze een benijdenswaardige situatie hadden.

De hoofddoek is verre van algemeen verspreid in de “moslimwereld”. In streken waar die zogoed als afwezig was, zetten imams vrouwen nu onder druk om er wel een te dragen. Die hoofddoek heeft niets met religie te maken, maar met discriminatie van vrouwen.

Toch steunen allerhande progressieven, ook bekende feministen, de beweging voor de hoofddoek. Waarom steunen zij geen bewegingen zoals “Ni putes ni soumises” (noch hoer, noch onderdrukte) die in de Franse voorsteden ontstond als protest tegen de onderdrukking van meisjes? Een beweging die vanuit de vrouwengemeenschap zelf groeide, een beweging van zelfverdediging en zelfontplooiing. Dergelijke emancipatorische groepen verdienen alle steun van progressieven, niet de verdedigers van obscurantisme.