“Studeer om de wereld te veranderen !”

Facebooktwittermail

Tijdens het plenair gedeelte van de “zes uren voor de democratische school” in Brussel op zaterdag 20 oktober sprak Nico Hirtt over de rol van het onderwijs om jongeren te leren de wereld te begrijpen en te veranderen. Nico Hirtt is medeoprichter van Ovds (Oproep voor een democratische school).

Beste vrienden,

Twee weken geleden had ik het geluk om in Parijs een conferentie bij te wonen van de beroemde linkse economist, de Egyptenaar Samir Amin. In zijn uitzetting legde hij uit waarom het internationaal monetair systeem, dat de ruggegraat vormt van de geglobaliseerde markt, in de volgende decennia zeer waarschijnlijk gaat instorten en terechtkomen in een opeenvolging van als maar scherper wordende crises. “Wij gaan oog in oog komen te staan met periodes van chaos en totale verandering. De vraag die zich stelt aan de progressieve krachten is of ze klaar zijn voor deze confrontatie, of zij in staat zijn om met beide handen de gelegenheid te grijpen om de wereld te veranderen, om hem herop te bouwen op een meer rechtvaardige en rationele basis”, aldus Samir Amin.

Enkele dagen na deze conferentie had ik het grote genoegen om te gaan kijken naar de nieuwe film van Michael Moore, Sicko. Voor wie hem nog niet heeft gezien : leg de enkele, ontevreden kritieken die beweren dat deze film overdreven is, naast je neer en ga zo snel mogelijk naar de bioscoop. De film is immers een aangrijpend, maar tegelijk ook humoristisch requisitoir tegen de toestand van de gezondsheidszorg in het rijkste land ter wereld, dat zich ook de grootste democratie ter wereld waant. En ik zou mij haasten want omdat hij zo goed is, durf ik er haast op wedden dat hij binnenkort niet meer in de filmzalen te zien zal zijn.

Bij het buitenkomen van de cinema waren mijn vrouw en ik laaiend enthousiast. Zoals het goede pedagogen past – onderwijsmaniakken zouden mijn dochters zeggen – dachten we er al heel snel aan om onze leerlingen deze film te laten zien. Maar dan begonnen we te twijfelen. Gaan ze dat wel begrijpen? De film van Michael Moore zit boordevol historische verwijzingen naar Kennedy, de Tweede Wereldoorlog, het ontstaan van de sociale zekerheid…
Gaan onze leerlingen van 5 en 6 beroeps, maar ook de anderen, deze finesses wel snappen? Gaan ze niet snel “afhaken”?

Een voorbeeldje. Met zijn enorme zin voor sarcasme, neemt Michael Moore enkele Amerikaanse patiënten mee voor een uitstapje, richting Guantanamo – omdat Georges Bush zo hoog opliep met de gezondheidszorgen die de gevangenen in het kamp genieten. De realisator en zijn volgelingen worden natuurlijk uitgewezen. Ze beginnen rond te dwalen in de straten van Cuba, waar ze uiteindelijk in een hospitaal terecht komen, waar de zorgen gratis worden verstrekt en in een apotheek, waar een medicament dat in New York voor 120 dollar wordt verkocht, hen amper 5 cent kost. Hoeveel van mijn leerlingen gaan de allusies in deze fragmenten echter begrijpen? Hoeveel kennen er de geschiedenis van de relaties tussen Cuba en de V.S.? Hoeveel weten er dat Guantanamo een Cubaans stukje grond is dat verhuurd wordt aan de Amerikanen op basis van een contract dat dateert uit de tijd van Batista? Hoeveel weten er wie deze dictator was die door Fidel Castro in 1959 aan de dijk is gezet ? Hoeveel kunnen er zich realiseren wat het betekent dat een derde wereldland een gezondheidszorg en een onderwijssysteem kent van hoge kwaliteit? Hoeveel zullen er het verband snappen tussen de verklaring van de oud-president Ronald Reagan, een beetje eerder in de film “Een ziekteverzekering voor iedereen, dat zou betekenen dat we gaan doen als onze grootste vijanden, de communisten.”

De volgende morgen moest ik dus terugdenken aan Samir Amin en ik zei bij mezelf : als deze jongeren van 16, 17 of 18 jaar en meer niet meer in staat zijn om naar een film van Michael Moore te gaan, hem te begrijpen en te appreciëren, hoe zullen zij dan klaar kunnen staan om die tijden van chaos te trotseren die ons beloofd worden door de ineenstorting van het monetair systeem, het einde van het petroleumtijdperk, de onvermijdelijke toestroom van “economische” en “klimaatvluchtelingen” naar onze rijke, gematigde landen, de opmars van alle religieuze of culturele integrismes vandien en de vreemdelingenhaat, de opwarming van het klimaat, de plotse prijsstijgingen van grondstoffen, de waterschaarste… Hoe zullen zij gewapend zijn om hun verantwoordelijkheid op te nemen jegens al die gebeurtenissen? Of tegenover, wie weet, nog meer dramatische gebeurtenissen zoals … de splitsing van het kiesarrondissement BHV of de territoriale uitbreiding van Brussel.

Op het einde van de 18de eeuw dachten enkele verlichte bourgeois dat het volstond om alle kinderen van de armen onderwijs te geven om hen uit hun benarde situatie te bevrijden. Geen onwetenden meer? Geen proletariërs meer! Geen proletariërs meer? Geen uitbuiting en geen miserie meer! Twee eeuwen school hebben de ijdelheid van deze utopie bewezen.

Het onderwijs kan de wereld inderdaad niet veranderen voor elk individu afzonderlijk, maar het kan wel de bagage bijbrengen om de wereld te begrijpen. En dus om deel te nemen, met zijn allen, aan de noodzakelijke veranderingen.
Dat is in elk geval onze overtuiging in de Oproep voor een Democratische School. Wij leven in een wereld waarin het diploma niet meer garant staat voor werk en toekomst, maar alleen voor een min of meer gunstige uitgangspositie op de beperkte en gehiërarchiseerde arbeidsmarkt. Dus, in plaats van aan de jongeren te zeggen: “Werk goed, studeer uw lessen goed om een betere job te hebben later”, zeggen we liever: “Werk! Studeer! Verslind boeken! Want alles wat jullie vandaag leren zal jullie morgen de kracht geven om deze wereld te begrijpen en hem te helpen veranderen.”

In de twaalf jaren van zijn bestaan heeft onze organisatie geprobeerd om de aandacht te vestigen op de echte problemen van het onderwijs : deze van de sociale uitsluiting en van de ware aard van de kennis.

Rond het vraagstuk van de rechtvaardigheid hebben we ons eigen onderzoek gerealiseerd in 1996, toen niemand meer sprak over de sociale ongelijkheid in het onderwijs. Sinds 2001 hebben wij ruimschoots bijgedragen in het verspreiden van de resultaten van de PISA-onderzoeken, die aantonen dat België, zowel de Franse als de Vlaamse Gemeenschap, het land is waar de schoolse prestaties het meest sociaal bepaald zijn en dat ons onderwijssysteem, meer dan elders, een sociale dualiteit met zich meebrengt.
We hebben deze analyse verfijnd en waren bij de eersten om de belangrijkste oorzaken van deze ongelijkheid aan te duiden: ons onderwijssysteem dat gebaseerd is op de vrije schoolmarkt en op de vroegtijdige leeftijd waarop men de leerlingen oriënteert naar hiërarchisch gestructureerde afdelingen. Wij hebben ook aangetoond dat migrantenkinderen het slachtoffer zijn en niet de oorzaak van deze sociale ongelijkheid in het onderwijs.

Last but not least hebben we vorig jaar een tienpuntenprogramma ontwikkeld voor een diepgaande hervorming van het onderwijs in België. Wie het nog niet kent, vindt de nodige informatie aan de OVDS-stand of op onze website. Verspreid het zoveel mogelijk! Na 130 dagen media-show, is het misschien nodig om de aandacht van onze onversaagde hanen en dappere leeuwen in de regering te vestigen op minder belangrijke vraagstukken als het onderwijs. Of interesseren jongeren hen misschien alleen als het gaat om 14-jarigen de gevangenis in te draaien?

Omtrent de schoolkennis waren we bij de eersten om onze bedenkingen te formuleren bij de evolutie van leerplannen, waarin men, in naam van pedagogische vernieuwing – die beslist nodig was – het kind met het badwater weggooide en de samenhang en strengheid van de vakinhouden opofferde. Al enkele jaren organiseren we in Brussel, Luik en Antwerpen studiedagen als deze, waarop we de leerkrachten uitnodigen om na te denken over de politieke en sociale zin van de kennis en vaardigheden die ze hun leerlingen bijbrengen.

Zo zijn we dan in een nieuw stadium beland. De volgende maanden zal OVDS een grote enquête organiseren die peilt naar de kennis van de leerlingen op het einde van het middelbaar onderwijs. Onderzoeken als PISA en TIMMS geven ons immers een zeer precies beeld van de vaardigheden van de leerlingen op het vlak van basiswiskunde en lectuur. Maar wat weten we over de stand van zaken in die vaardigheden die, zoals ik daarnet al zei, “de wereld leren begrijpen om hem mee te helpen veranderen”? Echt niet veel!
We kunnen er natuurlijk bijna zeker van zijn dat onze leerlingen de tekst van de Brabançonne of van de Vlaamse Leeuw of van de Marseillaise niet kennen.
Jullie zullen het met mij eens zijn dat dat niet echt zo belangrijk is, ook al zullen sommige journalisten het niet met mij eens zijn…

Wij hebben een vragenlijst opgesteld over verschillende onderwerpen die ons echt essentieel lijken: vragen over het milieu, over de geschiedenis van België of van de wereld, over de sociale en economische verhoudingen op nationaal of internationaal niveau. De vragen peilen naar de feitenkennis maar ook naar het beheersen van concepten als hernieuwbare energie of sociale rechtvaardigheid – of de mogelijkheid om deze concepten aan te wenden om de vaardigheden in lectuur of in wiskunde te bewijzen – het juist begrijpen en interpreteren van een grafiek of een statistiek, bijvoorbeeld. Tenslotte zal onze enquête ook peilen naar de socio-economische en culturele achtergrond van de leerlingen.

De enquêteformulieren zijn bijna klaar. Om de hele operatie te starten hebben we nog maar een iets nodig : jullie hulp!
We hebben honderden leerkrachten nodig uit alle richtingen, ASO, TSO en BSO, en uit alle netten die bereid zijn aan deze enquête mee te werken.

Contacteer ons voor medewerking op ovds@democratischeschool.org

Nico Hirtt

Nico Hirtt est physicien de formation et a fait carrière comme professeur de mathématique et de physique. En 1995, il fut l'un des fondateurs de l'Aped, il a aussi été rédacteur en chef de la revue trimestrielle L'école démocratique. Il est actuellement chargé d'étude pour l'Aped. Il est l'auteur de nombreux articles et ouvrages sur l'école.