“Ondanks alle drukte en mijn volle agenda deze week, kon ik het niet laten gezien de actuele ontwikkelingen op een ontiegelijk uur in mijn pen te kruipen en het volgende schrijfsel naar mijn collega’s toe te richten. Voor alle duidelijkheid: ik schrijf dit volstrekt in eigen naam”. Hieronder volgt de brief die Vincent, agevaardigde voor ACOD Onderwijs in een Antwerpse school, op 25 november aan zijn collega’s schreef.
Beste collega’s,
Onderstaande is een persoonlijke visie geïnspireerd door syndicaal werk en ervaring.
Op de ochtend van deze tweedaagse actie en staking kregen we gisterochtend een federaal begrotingsakkoord waarmee ‘de redders des vaderlands’ de ratingbureau’s en de internationale controleorganen te snel af hopen te zijn. Of dat veel zoden aan de dijk gaat brengen op langere termijn, laten we hierbij in het midden. Of het normaal is dat zulk akkoord tot stand mag en kan komen met partijen in die regering die ook een aanzienlijk sociaal middenveld menen te vertegenwoordigen, is een andere bedenking … Maar we gaan hier niet aan partijpolitiek doen of verzanden in ideologische discussies.
Voor alle duidelijkheid: er is een probleem met onze staatsfinanciën en de genoemde cijfers die de put veroorzaken, betwisten we ook vanuit de vakbonden geenszins! Wel denken we dat er bepaalde keuzes worden gemaakt en dat er al enkele legislaturen miljardenstromen aan subsidies richting allerhande multinationals en dure consultants vloeien, net als de geldkraan die wordt open gezet ten behoeve van gesofisticeerd oorlogstuig, waarvan we ons toch kunnen afvragen of men daarmee effectief de agressor ‘uit het oosten’ zal kunnen tegenhouden. Maar goed, kiezen is verliezen en we kunnen veel ontkennen, maar niet dat onze huidige beleidsploeg met haar duidelijke ideologische keuzes democratisch verkozen is. En vanuit de syndicale vertegenwoordiging willen we niet tornen aan dit principe.
Laten we nu even de focus op ‘ons onderwijs’ en met name ‘het personeel’ richten… toch wel onze ‘core business’.
Er was al een stroom aan allerminst ‘aanmoedigende maatregelen’ om de tekorten in ons onderwijs weg te werken (nog steeds bijna 4000 openstaande vacatures, ondanks dat sommige stemmen beweren in de media dat het allemaal al aan het beteren is), welke een onmiskenbare negatieve impact blijft hebben op onze onderwijskwaliteit en dus ook het welzijn van onze leerlingen en hun omgeving. Ik ga hier niet opnieuw dieper in op de pensioenroof die zal worden doorgevoerd, het afschaffen van allerhande sociale stelsels en/of mogelijkheden om de job draaglijk te houden, het uitblijven of zelfs afschaffen van ‘landingsbaanmaatregelen’ voor ‘oudere’ werknemers, de steeds toenemende planlast onder het mom van ‘controle is beter dan vertrouwen’ en enkele maatschappelijke tendensen die het beroep steeds uitdagender en intensiever maken. Ook eventjes fijntjes opmerken dat de Vlaamse Regering ons ’tot eer’ strekt door voor ons vrijwel alle renovatiepremies en verbouwsubsidies af te schaffen, want onze riante inkomens in het onderwijs hebben dat immers niet nodig. Bovendien zal men allicht ervan uitgaan dat ons ethisch kompas sterk genoeg is om op eigen kosten de broodnodige energetische en klimaatbewuste renovaties zelf te bekostigen van de schatten die we verdienen.
Maar over de nieuwe maatregelen die gisterochtend door de Federale Regering werden afgeklopt in het kader van de begroting en de quasi bodemloze put die ontstaan is: deze zullen de meesten onder ons rechtstreeks op de loonbrief treffen en een stelselmatige verarming in de praktijk opleveren. De Regering heeft blijkbaar wel tijd en middelen om leuke termen te bedenken om zulke ongein door onze strot te jagen en spreekt over een ‘cijferindex’. Een onschuldig klinkend woord om een verkapte indexsprong te maskeren, terwijl een bepaalde partij in de regering ontelbare keren beweerde hier nooit of te nimmer (meer) aan te zullen raken!
De grens voor ‘werkenden’ wordt gelegd op 4.000 euro bruto per maand, voor ‘niet-actieven’ is dit 2.000 euro… ik kan u vertellen dat naar schatting 70% van ons team en vrijwel alle oud-collega’s op pensioen onder deze maatregel getroffen zullen worden.
Wie in barema 301 werkt (vrijwel alle bachelor leerkrachten en ondersteuners) zit hierboven vanaf 11 jaar geldelijke anciënniteit, wie in barema 501 is aangesteld (vrijwel alle masters) al vanaf het eerste jaar anciënniteit. Wie dit uitrekent per ‘cijferindexering’ (in 2026 komt er minstens eentje aan, allicht in 2028 opnieuw, tijdens deze twee kalenderjaren geldt deze ingreep) denkt dat het voor de meeste ‘getroffenen’ gaat om een miniem netto loonsverlies van 10 tot 20 euro per maand, maar dit ressorteert in een cumulatief effect dat op nog 20 of 30 jaar in je verdere loopbaan (of nog langer als je de pech hebt van nog heel jong te zijn) kan oplopen tot 5.000 of zelfs 10.000 euro extra loonsverlies tijdens de carrière… bovenop al de rest dat al was beslist uiteraard!
We vragen ons dan luidop af: is dit de manier waarop men kwalitatieve profielen wil aantrekken om (opnieuw) van ons onderwijs een sterk product te maken dat ook de tanker van de dalende internationale rankings kan keren? Nog maar enkele jaren geleden – tijdens de coronacrisissen periode 2020-22, weet u nog (?) – werd onze sector, na de immens getroffen zorgsector uiteraard, nog vanuit diverse hoeken talloze bloemetjes toegeworpen en kregen we te horen dat wij als onderwijs naast de zorg het fort rechthielden en dat we bereid waren vele aanpassingen en soms draconische maatregelen te slikken om toch maar onze bloedjes van kinderen van het nodige onderwijs te voorzien. Enkele jaren later lijkt dit respect in de feiten helemaal vergeten en spuwt men ons meermaals openlijk in ons gezicht!
Zelfs nu – na de zoveelste kaalslag op ons inkomen en statuut – blijven er stemmen schaamteloos in de diverse media beweren dat wij het bijzonder ‘goed’ hebben en dat het eigenlijk onterecht is dat we klagen. Uiteraard met volgende mantra: ‘we hebben een dik pensioen, veel vakantie, in feite een mooi loon en bovenal zelfs geen 38-urige werkweek, dus met welk recht klagen wij?’. Zulke populistische praat zijn we natuurlijk al lang gewoon en kunnen we best negeren, ze valt te classificeren onder ‘stemmingmakerij’.
Ook de regering versterkt ons imago van ‘rijke stinkerds’, wat men vanaf een brutoloon van 4.000 euro dus al kennelijk is. Het is hallucinant te bedenken dat men opnieuw enkel naar het loutere basisloon van werkenden kijkt – nog eventjes eraan herinneren dat België, zeker voor singles, de hoogste belastingsdruk ter wereld heeft – en geen rekening houdt met de ‘extralegale voordelen’ waar werknemers met een gelijkaardig opleidingsniveau en profiel in de privé van kunnen genieten. Dat is uiteraard geen aanval op die massa werknemers in de privé die bovenop hun lager ‘basisloon’ kunnen genieten van maaltijdcheques, bonussen allerhande, pensioensparen, groepsverzekering, cafetariaplannen en zelfs niet zelden salariswagens; wel op het systemisch in stand houden van deze volledige scheeftrekking en het bestendigen van de illusie dat door de nieuwe maatregelen de sterkste schouders de zwaarste lasten zouden dragen.
Een voorbeeld: onderzoek wijst uit dat het toekennen van een middenklasse ‘salariswagen’ bovenop het reguliere loonpakket, een netto voordeel tot 800 euro (!) per maand kan opleveren t.o.v. iemand die dat niet heeft en ook een wagen nodig heeft. Bruto resulteert dit in een nog grotere scheeftrekking. In dit voorbeeld is iemand met een brutoloon van 5.000 euro per maand zonder salariswagen slechter af dan iemand met slechts 3.500 euro en wel zulke wagen. Die eerste beschouwt de regering als een ‘rijke werknemer’ die gerust mag vallen onder die fameuze ‘cijferindex’, terwijl die tweede wordt beschouwd als iemand uit de ‘lagere middenklasse’ die niet mag getroffen worden door zulke kunstgreep. Dit voorbeeld spreekt boekdelen, denk ik dan even!
Bij deze wens ik u allen het beste, stakend of werkend vandaag en/of morgen, sowieso steeds in even goede verstandhouding,
Vincent Van Roy (afgevaardigde ACOD Onderwijs, maar dit bericht in eigen naam)

