‘t Is weer voorbij die Cuba-reis (2005)

Facebooktwittermail

Tijdens de paasvakantie trok een groep van 19 leerkrachten naar Cuba om er nader kennis te maken met het onderwijs. Het was de vierde keer dat de OVDS zo’n studiereis organiseerde. De deelnemers bereiden tegen de zomervakantie een dossier voor over het Cubaans onderwijs. Hier volgt al vast een impressie van één van de deelnemers.

“Nu zit ik met mijn foto’s in de regen hier…Nou, de foto’s heb ik nog niet, maar de regen is er alvast wel, alsook de dromen elke nacht, waaruit blijkt dat mijn hoofd nog in Cuba vertoeft. Als een zombie loop ik in mijn eigenste school rond en aanzie het helse schouwspel : nog maar een week bezig en alweer haast overspannen! Hopen verbeterwerk die zijn blijven liggen en verse stapels in aantocht. Oefenen voor het schooltoneel binnenkort, voorbereiding Londenreis, vergadering hier, klassenraad daar. Om nog maar te zwijgen van het thuisfront, waar iedereen mij claimt want moederdochterpartner is eindelijk terug en hoe was het in Cuba? Hoe zijn de scholen ginder? Even op mijn tanden bijten, vriendelijk glimlachen en dan zoiets stoms zeggen als : ‘t Is niet te vergelijken, ‘t is ginder heel anders…
Help! Het liefst van al zou ik het willen uitschreeuwen : Give me a break voor een week ofzo, en kom daarna eens op de koffie of op de wijn voor een uur of vijf, zodat ik eens rustig kan vertellen over Cuba. Die week heb ik minstens nodig om te verwerken wat ik gezien en meegemaakt heb en die vijf uur om het voor mezelf te formuleren, zodat ik eindelijk weet wat ik erover denk.

Alsof het niks is om twee weken in een compleet andere wereld te vertoeven! Wij zijn wel niet de hele tijd op het strand van Varradero gaan liggen hé, wij hebben wel een STUDIEreis gemaakt, hé. Wij waren geen gewone toeristen hoor! (Teleurstelling op het gezicht van de toehoorder, want wie gaat er nu uitgerekend tijdens een schoolvakantie weer naar school, en dan nog wel in Cuba – of all places- waar je zo van het leven kunt genieten naar het schijnt.)
Kom, goeie ouwe Carlos Puebla, zing me even terug naar Cuba, naar mijn plaatsje vooraan in onze kleurige luxe-autocar, van waaruit ik zowat het halve eiland heb zien voorbijglijden. Ik zal jullie eens even vertellen waar ik van genoten heb.

Om te beginnen van onze levenslustige gids Ramiro, die ‘s morgens de bus opstapte met de woorden : Are you ready for the party today? Want for us, Cuban people, life is a party and we like singing and dancing. Moet ik ook eens proberen als intro het eerste lesuur op maandagmorgen. Ze zouden denken dat de mochito’s naar mijn hoofd gestegen waren ofzo. Maar wat blijkt in de scholen ginder? Salsa is er nooit ver weg, ik zou ook wel eens willen dansen tijdens de middagpauze, desnoods met mijn leerlingen.
Of schouderklopjes en zelfs kusjes uitdelen als ze eens hun best gedaan hebben. Stel je voor, een collega die plots gek begint te doen en uitbundig met haar heupen begint te draaien en te lachen, maar voor de rest helemaal in orde is. Ja, hallo kroket!
Altijd luchtig gekleed, altijd zon, drank, lekker eten en muziek à volonté. Zwemmen in een azuurblauwe Carraïbische Zee, echte palmbomen op het stand.

En dan de confrontatie met de natuur ginder : urenlang rijden in the middle of nowhere, langsheen bananenplantages (waarvan de bloemen op lantaarns lijken), guavaplanten, reuzen- hibiscussen, suikerrietvelden. Het simpele harde leven : boeren met ontbloot bovenlijf en strohoeden, zich verplaatsend met paard en kar. Krabben die schuin de straat oversteken op weg naar zee en meedogenloos platgereden worden, zodat de aasgieren daarboven hun gang kunnen gaan. De struggle for life : geiten, koeien en paarden die langs de kant van de weg komen grazen en worden opgeschrikt door onze toeterende bus, met wat geluk lopen ze de juiste kant op. Een botanische tuin waar we onze kamerplanten in bomenformaat terugvinden en waar ook een mysterieus soort viagraboom groeit. Hier leer ik dat de lianen waarlangs Tarzan naar zijn Jane toeslingerde in feite de luchtwortels zijn van een soort reuzenboom. Hier zie ik deegrollen en monkey-traps in de bomen hangen, moet kunnen…
Of die keer dat we opeengepakt in een robuust maar krakend legervoertuig naar boven werden vervoerd, zodat we eindelijk ook eens dat felbegeerde real-life gevoel kregen dat we als verwende toerist al een hele reis gemist hadden. Het duurde niet lang, want daarboven werden we na een paradijselijke wandeling alweer vergast op een even paradijselijk eetmaal. Speciaal voor ons had een man urenlang met de hand een speenvarken zitten roosteren, waarop wij niks beters wisten te verzinnen dan het met veel smaak op te eten. Moest ook kunnen.

Handdoeken als zwanen uitwaaierend over de bedsprei, een professioneel waterballet in het zwembad van het hotel, uitregenen in Havanna en daarna koffie met rum drinken en in nachtkleed de bus op moeten, de slappe lach krijgen ‘s avonds in bed, gewekt worden door een ondermaats ochtendconcert (dat doen onze vogeltjes beter), het kan allemaal in Cuba. Wat zouden de mensen ginder zich van ons herinneren? Van die bleke bende leerkrachten die eindeloos vragen bleven stellen, de school binnenvielen op onmogelijke tijdstippen en alles overhoop haalden, stuntelige danspassen demonstreerden en last but not least helemaal hun gezicht verloren toen ze de Cubaanse huismoeders toiletzeep voor schuurzeep wilden aansmeren? Misschien dachten ze wel : Wat komen die hier doen? Moesten die niet op het strand van Varradero liggen? We hebben het geprobeerd, maar we hebben het daar maar een half uurtje uitgehouden.Nee, WIJ waren zeker geen gewone toeristen…”