Onderwijzers zonder vakkennis

Facebooktwittermail

Het vergaren van vakkennis staat niet langer centraal in de Nederlandse hbo-opleiding (hoger beroepsonderwijs) voor leraren in het basisonderwijs. De opleiding richt zich op het aanleren van vaardigheden, zogenoemde ‘competenties’. Studenten besteden veel tijd aan het nadenken over hun sterke en zwakke kanten en het zelf formuleren van ‘leerdoelen’. Het aantal colleges is beperkt, de nadruk ligt op zelfstudie. Docenten dragen geen kennis over, maar begeleiden het ‘persoonlijk ontwikkelingsplan’ van de studenten. Deze verschuiving van ‘weten’ naar ‘kunnen’ vloeit voort uit een grote vernieuwingsbeweging in het hele hoger beroepsonderwijs. In een paar jaar tijd heeft het zogeheten competentiegericht en vraaggestuurd onderwijs (inspelend op de vraag van studenten) zich ontwikkeld tot de dominante onderwijsfilosofie in het hbo. Naar verwachting zal dit type onderwijs de komende jaren nog verder groeien.
Op de Hogeschool InHolland in Den Haag leidt de onderwijsvernieuwing tot onvrede onder studenten en docenten, met name vanwege het geringe aantal lesuren. ,,We hebben weinig les, het lijkt meer op een cursus die je net zo goed thuis kunt doen. », zegt een studente. ,,De eigen verantwoordelijkheid om zelf bijlessen te volgen werkt niet. Juist de vakken waar ze niet goed in zijn laten ze schieten. », voegt een docent er aan toe. De helft van deze Nederlandse hogescholen voor lerarenopleiding kregen begin 2005 een waarschuwing van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie, die de kwaliteit van het hoger onderwijs bewaakt.
(NRC-Handelsblad, 23 april 2005)