“Slechte scholen worden gesloten”

Facebooktwittermail

De Nederlandse minister Van der Hoeven van Onderwijs (CDA) wil scholen die langdurig slecht presteren geen overheidsgeld meer geven, wat in de praktijk betekent dat zij moeten sluiten. Van der Hoeven reageert hiermee op het jaarrapport van de Onderwijsinspectie. “Als het de school binnen een redelijke termijn niet lukt zichzelf uit het moeras omhoog te trekken, zet ik de bekostiging stop”, schrijft de minister. De Onderwijsinspectie bestempelt in het Onderwijsverslag 2002/2003 vier procent van scholen in het basis- en voortgezet onderwijs als zeer zwak. De helft van deze scholen is dat al langere tijd. De inspectie noemt een school zeer zwak als de leerlingen de laatste drie jaar onvoldoende leren. In het basisonderwijs gaat het om 60.000 leerlingen. In het rapport waarschuwt de inspectie voor het ontstaan van een groep achterhoedescholen waar problemen als geweld, veel schoolverzuim, leerachterstanden en een tekort aan goede leraren samenkomen. Vaak gaat het om vmbo-scholen in de vier grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Op een van de tien scholen in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) komen elke week incidenten tussen leerlingen voor. Dit gaat van vernieling tot ernstig fysiek geweld. Voor inspecteur-generaal C. Kervezee is dit geen reden om somber te zijn over het vmbo. “10 procent is maar een klein gaatje. Het slaat echt nergens op om te spreken over een zinkend schip, maar we moeten wel hozen.”.
(Volkskrant, 14 april 2004)