Meertaligheid op school omarmen bevordert het beheersen van het Nederlands en de integratie

Facebooktwittermail

In deze BLIKOPENER wil ik getuigen hoe het boekje Hoeveel talen spreek jij?” van Marinella Orioni mij – als gewezen taalleerkracht Nederlands en Engels – liet beseffen dat ik mijn hele loopbaan door tóch – in schuifjes – “eentalig” ben blijven denken.

Een beetje kort door de bocht gesteld, om mijn punt te maken: als leraar “Nederlands” dwong ik de leerlingen in dát schuifje en zag ik de rijkdom niet van het schuifje “West-Vlaams (of een ander) dialect”, als leraar Engels zag ik de rijkdom niet van de andere talen op school en daarbuiten. De thuistaal van de jongeren uit mijn klas wiens ouders hier waren aanbeland uit Wallonië of Noord-Frankrijk, uit Marokko of Tunesië, uit Bosnië, of de thuistaal van de jongeren die zelf uit Iran kwamen, werd door mij straal genegeerd. Terwijl de taal die kinderen van hun ouders geleerd hebben het instrument is waarmee zij hun gevoelens en hun denken hebben leren formuleren, de basis vormt van hun identiteit en ja: de spiegel is van een hele rijke, menselijke cultuur. Hoeveel kansen heb ik niet laten liggen om mijn leerlingen door mijn interesse voor de thuistaal en de cultuur van hun ouders het diepe gevoel te geven dat ze door mij gewaardeerd werden! Een gevoel dat hen vleugels zou hebben gegeven voor de taal en de cultuur van het Engels en van (de schooltaal) Nederlands! En zo hun multiculturele identiteit zou hebben gevormd.

Het boekje zette mij aan om ook Het meertalige kind” van dezelfde auteur te lezen. En intussen weet ik dat zij in 2015 ook al Meertalig opvoeden. Uw kind zal u dankbaar zijn schreef. Een boek waar alle dialect sprekende, (Vlaams en) Nederlands sprekende en andere talen sprekende ouders ongetwijfeld hun voordeel mee kunnen doen. Van dat boek voor ouders en opvoeders, verschijnt zeer binnenkort (“najaar 2020”) een herziene en geactualiseerde uitgave.

De auteur

Op het Internetplatform LinkedIn stelt de auteur Marinella Orioni zich voor: “Als Nederlandse van Italiaanse afkomst, moeder van twee drietalige kinderen en al jarenlang gesetteld in Parijs, ben ik gepassioneerd door talen, meertaligheid, meertalig opvoeden en interculturaliteit. Van deze passie heb ik dan ook mijn beroep gemaakt. Als schrijfster, adviseur en trainer sta ik midden in de materie”. In een interview met Knack op 30 november 2017 stelde zij vanuit haar jarenlange ervaring: “Om goed Nederlands te leren moet de moedertaal zich blijven ontwikkelen”.

De misvatting die integratie in de weg staat

Meertaligheid bekijken vanuit het eentalig denken leidt tot precies het tegenovergestelde van wat beoogd wordt. Eentalig denken wil dat meertalige kinderen en hun gezinnen via eentalige “aanpassing” opgeslorpt worden in “onze” samenleving. Zulke gedwongen eentalige benadering staat een harmonieuze integratie, die recht doet aan alle facetten van iemands identiteit, juist in de weg. Hoe kan een kind of jongere nu “kiezen” tussen zijn/haar thuistaal en de schooltaal? De schooltaal die het overigens bij de verdere (beroeps)opleiding altijd van de thuistaal haalt.

Waar zijn wij als “Bange Blankeman” (Willem Vermandere) eigenlijk bang van? Laten wij meertaligheid niet als een nadeel bekijken, maar als een troef voor iedereen, ook voor onszelf. Niet als een probleem bekijken, maar als een deel van de oplossing. Laten wij de thuistaal een gewaardeerde plaats geven op school. Waardering van iemands identiteit bevordert het zelfvertrouwen en welbevinden, en zet daardoor juist aan tot het beter beheersen van de schooltaal. Daar levert Marinella Orioni overtuigend bewijs van.

Opbouw van het boek “Het meertalige kind”

De auteur ontwikkelt 3 keer 4 hoofdstukken. Deel I bekijkt de stand van zaken rond meertaligheid op macroniveau: niet de realiteit van de multiculturele samenleving staat ter discussie, maar de manier waarop we ermee omgaan. In deel II legt zij het meertalige kind onder de loep om hem/haar beter te leren kennen: hoe ziet zijn meertalige brein eruit? En hoe zit het met zijn multiculturele identiteit? In deel III volgt zij stap voor stap het meertalige kind in interactie met de samenleving: thuis, in zijn vrije tijd, in de voorschoolse voorziening, op school en bij de logopedist. Wie eerst concrete info wil over bv. de meertalige leerling op school, kan eerst dat hoofdstuk lezen. De volgorde van de hoofdstukken kan worden doorbroken.

Opbouw van “Hoeveel talen spreek jij?”

Dit is een doe-boekje voor kinderen die in de realiteit van de multiculturele samenleving opgroeien. Op blz. 5 kunnen de kinderen invullen:

  • Dit boek is van: …………………………
  • Ben je meertalig? Schrijf hieronder welke talen je spreekt: …………………………
  • Ben je eentalig? Schrijf hieronder welke meertalige persoon je kent en welke talen hij/zij spreekt: …………………………

In 17 hoofdstukjes volgen we 12 (Nederlandse) kinderen van wie er 10 in hetzelfde klasje van basisschool “De Regenboog” zitten, 1 naar het speciaal onderwijs gaat en 1 in Spanje woont (met een Spaanse papa en een Nederlandse mama) en daar naar school gaat. Van de 10 kinderen in het klasje spreken er 4 één taal: Nederlands, dat ook de schooltaal is. De andere kinderen spreken 2 of 3 talen. Daar horen ook de kinderen bij die thuis bv. Fries spreken en op school de schooltaal.

Onderwerpen zijn bv.: “Is meertalig opgroeien leuk of lastig?” (Hoofdstuk 4), “ ‘Als mama Nederlands praat, lijkt ze mijn mama niet’ ” (H 7). H 17 is een “Quiz: ben jij een meertaligheidsexpert?”, en eindigt met een “Diploma: Meertaligheidsexpert, uitgereikt aan ………………………… . Datum: …………………………”.

De boeken die mij de ogen openden:

  • Marinella Orioni, “Hoeveel talen spreek jij? Wat je altijd al wilde weten over meertaligheid” (speciaal geschreven voor kinderen), Amsterdam, Uitgeverij SWP, 2019, 88 blz.
  • Marinella Orioni, “Het meertalige kind”, Amsterdam, Uitgeverij SWP, 2020, 236 blz.

Dirk De Zutter