De toenemende welvaartskloof

Facebooktwittermail

Boekbespreking van Marc Vandepitte. De kloof en de uitweg. Een dwarse kijk op ontwikkelingssamenwerking. Uitg. EPO, Berchem-Antwerpen, 2004. 136 blz. 10,00 euro. Isbn 90 6445 337 3.

Robert McNamara, die als Amerikaans minister van Defensie van 1961 tot 1968 volop betrokken was in de Vietnamese oorlog, beloofde als voorzitter van de Wereldbank (1968-1981) in de jaren 1970 dat tegen het jaar 2000 de armoede uit de wereld zou zijn gebannen. Zijn opvolgers zijn iets voorzichtiger. Ze spreken nu van een halvering tegen 2015.
Wie echter het zeer goed gedocumenteerde en beknopte boek van Marc Vandepitte leest, zal al gauw doorhebben dat ook die belofte meer dan ijdel is: ze is je reinste volksverlakkerij. De neoliberale politiek is er immers op gericht de welvaart te concentreren in handen van een beperkte groep mensen. Vandaar dat niet alleen de ontwikkelingslanden arm moeten blijven, maar dat ook in het Westen de armoede toeneemt (in het rijke België is 13% van de bevolking arm volgens een recente publicatie) en de kloof tussen rijk en arm groter wordt.
Noch McNamara noch zijn opvolgers hebben echt werk gemaakt van de armoedebestrijding. Integendeel, er is wel groei in de wereld, maar vooral van de armoede, zoals ten overvloede uit Vandepitte’s werk blijkt. « In 1970 bezaten de 20% rijkste landen van deze planeet dertigmaal zoveel als 20% armste landen. Dertig jaar later is dat reeds meer dan zeventigmaal zoveel » (blz. 17).
Blz. 24-26 bevatten op een overzichtelijke wijze een overzicht van de dieper wordende kloof tussen Noord en Zuid en de breder wordende kloof in het Westen zelf. Enkele voorbeelden: elke wereldburger beschikt gemiddeld over 15 euro per dag, maar de helft van de mensen moeten het met minder dan 2 euro en een vijfde zelfs met minder dan 1 euro per dag stellen. Terzelfder tijd ziet elk van de 200 rijksten van deze planeet zijn rijkdom per seconde toenemen met 25 euro.
De uitbuiting is overduidelijk als men weet dat de Amerikaanse basketbalspeler Michael Jordan voor de promotie van Nike-sportschoeisel meer kreeg dan het gezamenlijke jaarloon van 40.000 Indonesische arbeiders! De arbeidsters moeten 11 uur per dag werken aan een uurloon van nauwelijks 14 eurocent. Een arbeider krijgt 21 eurocent per sportschoen, terwijl de sportschoenen verkocht worden aan 50 tot 112 euro of 240 tot 500 maal zoveel. Van een ruime winstmarge gesproken!
Sinds 1980 zagen de één miljard armsten hun inkomen achteruitgaan. Sinds de jaren negentig zijn 54 landen armer geworden, is er in 21 landen meer honger (die men ook geregeld zegt te willen bestrijden) en sterven in 14 landen meer kinderen. In het « welstellende », geïndustrialiseerde Noorden zijn meer dan 100 miljoen mensen dakloos, ten minste 37 miljoen werkloos en ongeveer 8 miljoen ondervoed. De Verenigde Staten tellen 45 miljoen armen. Zowat de helft van de zwarte bevolking leeft er in armoede.
Nochtans, zo stelt Marc Vandepitte vast, zou, wat de ontwikkelingslanden betreft, jaarlijks slechts 100 miljard dollar nodig zijn om iedereen te voorzien van onderwijs en gezondheidszorg, om de honger en de ergste armoede uit te roeien. En dat is slechts 0,39% van het inkomen van de geïndustrialiseerde landen, ondanks hun herhaalde plechtige beloften dat ze 0,70% zullen geven. In feite echter geven ze slechts 57 miljard dollar of 0,22% van hun inkomen.
Hoe is dat allemaal mogelijk? Door onrechtvaardige mechanismen, die Marc Vandepitte haarfijn uit de doeken doet. De spelregels van de wereldeconomie zijn nu eenmaal zo vastgelegd dat ze in het voordeel van de hoofdrolspelers zijn, ten koste van de andere. Het is meer dan cynisch de rijke landen te horen pleiten voor meer en meer globalisering, terwijl ze zich in feite antiglobalistisch opstellen. « Globalisering » betekent voor hen dat de ontwikkelingslanden hun deuren wagenwijd open moeten stellen voor hun producten, terwijl ze zich het recht voorbehouden om de producten van de ontwikkelingslanden te weren door onder meer hoge invoerrechten. Meer nog, de producten die ze uitvoeren worden zwaar gesubsidieerd terwijl de ontwikkelingslanden aangemaand worden de concurrentie niet te vervalsen en dus elke subsidiëring af te bouwen…
Marc Vandepitte doet meer dan de wantoestanden aanklagen. Hij wil ook een oplossing helpen aanbrengen. Hij pleit voor een drastische herverdeling van de wereldrijkdom, voor het vormen van een tegenmacht. Die laatste is al in beperkte mate in wording zoals o.m. te zien is op de Sociale Fora die worden georganiseerd, landbezettingen, protesten tegen de door het Internationaal Muntfonds opgelegde maatregelen in vele landen enz.
De auteur beseft dat « velen onze voorstellen zullen afdoen als irrealistisch en utopisch » en beseft dat het vormen van een « andere wereld » niet vanzelf zal gebeuren en veel tijd zal vragen. Maar hij put moed uit de lessen van het verleden. Honderdvijftig jaar geleden zag het er ook naar uit dat arbeiders onmogelijk de strijd konden winnen tegen de oppermachtige patroons, die de steun hadden van het establishment: de politie, de politieke wereld, het gerecht, de kerk, het onderwijs, de media. En toch is de arbeidersbeweging erin geslaagd de situatie te verbeteren en een – voor hen – « andere wereld » te bereiken.
(Uitpers, nr. 51, 5de jg., maart 2004)

Een interessante kritiek op ontwikkelingssamenwerking?by jan buelinckx Wednesday, Mar. 10, 2004 at 3:35 PMjanbuelinckx@yahoo.com In zijn nieuwste boek « De Kloof en de Uitweg » klaagt publicist en activist Marc Vandepitte de traditionele ontwikkelingssamenwerking aan, maar pleit hij ook voor concrete alternatieven.
Volgens Vandepitte heeft de Noord-Zuidbeweging of de derdewereldbeweging zich in het verleden te vaak bezig gehouden met symptoombestrijding en te weinig nagedacht over de structurele oorzaken van de kloof tussen Noord en Zuid. Ondanks de ontwikkelingshulp en een toename van het aantal NGO’s is de kloof tussen rijk en arm, tussen Noord en Zuid, enkel groter geworden. Dat komt, aldus Vandepitte, door het feit dat de traditionele ontwikkelingshulp vaak een verlengstuk is van de buitenlandse politiek van de Westerse landen en dus eigenlijk gericht is op het nastreven van commerciële en geopolitieke belangen. Vele NGO’s, die dikwijls afhankelijk zijn van overheidssubsidies of van gelden uit de privé-sector, gaan niet in op de structurele oorzaken van armoede, maar doen aan liefdadigheid, zorgverstrekking en symptoombestrijding. Zij houden – bewust of onbewust – het systeem van mondiale ongelijkheid mee in stand. ??Vandepitte toont met behulp van heel wat cijfermateriaal aan dat de verhouding tussen de rijke industrielanden en de ontwikkelingslanden fundamenteel ongelijk is. Hij beroept zich hierbij ook op tiersmondistische en dependentia-theoretici als Samir Amin en Immanuel Wallerstein. Volgens Vandepitte vergroten de grote internationale financiële instellingen – Wereldbank, IMF, WTO – de ongelijkheid ten voordele van de multinationals die onbeperkt toegang willen tot goedkope grondstoffen en goedkope arbeidskrachten. De auteur wijst er tevens op dat ook in de rijke industrielanden zelf de rijken steeds rijker worden, terwijl de armoede toeneemt. ??Vandepitte stelt dat het kapitalisme een belangrijke historische rol heeft gespeeld, namelijk een duizelingwekkende stijging van de wereldproductie, waardoor er in feite vandaag meer dan genoeg is om iedereen van een fatsoenlijk leven te voorzien. Volgens Vandepitte knelt hier echter het schoentje. Het kapitalisme creëert weliswaar de voorwaarden voor ontwikkeling, maar is niet in staat om het armoede-, voedsel-, gezondheids- en milieuprobleem op te lossen. Vandepitte concludeert dan ook dat het kapitalisme vandaag een rem is op verdere ontwikkeling. De invloed van het tiersmondisme en het marxisme op het denken van Vandepitte zijn hier duidelijk merkbaar. ??Op basis van concrete ervaringen in het socialistische Cuba en de Indiase deelstaat Kerala en op basis van de politieke programma’s van de Unidad Popular (Chili, 1970) en de Sandinisten (Nicaragua, jaren 1980) schetst Vandepitte een alternatief voor de ontwikkelingslanden. Hij schuift zeer concrete voorstellen naar voor zoals het opzetten van grootschalige alfabetisatieprogramma’s, het nationaliseren van de belangrijkste economische sectoren, het opzetten van rechtvaardige landhervormingen, het inrichten van goedkope of kosteloze gezondheidszorg, het organiseren van basisdemocratie en participatieve democratie, etc… Vandepitte pleit ervoor dat de Noord-Zuidbeweging voornamelijk volksorganisaties of volksbewegingen zou ondersteunen die zélf aan zulke structurele oplossingen werken. Hij stelt ook dat dergelijke voorstellen een eengemaakt programma kunnen vormen van de wereldwijde andersglobaliseringsbeweging. ?? »De Kloof en de Uitweg, een dwarse kijk op ontwikkelingssamenwerking » is een zeer inspirerend boekje en een mooie aanzet tot verdere discussie in de NGO-wereld en in de brede andersglobaliseringsbeweging. In tegenstelling tot vele andere boeken over de globalisering komt de auteur hier wel af met alternatieven. De analyse van Vandepitte is zeer helder en uitgesproken, goed gestructureerd en doorspekt met schokkende cijfers en interessante weetjes. Kortom, een must voor iedere andersglobalist. ?
Nieuw boek Marc Vandepitte over NGO’s en druppels op een hete plaat?by christophe callewaert Monday, Feb. 23, 2004 at 2:13 PMchristophe@indymedia.be Elk jaar vullen we plichtsgetrouw het overschrijvingsformulier van onze favoriete ontwikkelingsorganisatie in. Maar heeft dat wel zin? Het lijkt alsof al dat geld samen met de goede wil en de tomeloze inzet van de ontwikkelingswerkers verdwijnt in een bodemloze put. In het boek De kloof en de uitweg gaat auteur Marc Vandepitte na hoe het komt dat de kloof tussen noord en zuid zelfs na dertig jaar ontwikkelingssamenwerking nog steeds dieper wordt. Meer nog: Vandepitte geeft ook aan hoe het anders kan.
Vandaag is de kloof minstens tweemaal zo groot als dertig jaar geleden. Dit ondanks de vele goede voornemens en beloftes die met de regelmaat van de klok worden verkondigd op internationale conferenties. De voorzitster van 11.11.11 Mieke Molemans, die het voorwoord schreef van De kloof en de uitweg, wordt er soms een beetje moedeloos van. “Als je de vakliteratuur leest, word je bedolven onder de analyses: over hoe het komt, over waarom het blijft bestaan. De draak met de vele koppen. Machtsblokken, MNO’s, lobbyisten, internationale organisaties, maffia, extreem rijken, legers… in één groot logisch verband: het wereldwijde kapitalisme. Een wet van Meden en Perzen?”
Het eerste hoofdstuk van De kloof en de uitweg bevat dezelfde analyses. Het gaat niet goed met de wereld. Om maar enkele cijfers te noemen: tweehonderd multinationals hebben alle touwtjes in handen. Eén Indonesische arbeider verdient 21 eurocent per sportschoen van Nike die in de winkel 500 keer zoveel kosten. Het bezit van 450 multimiljardairs is groter dan dat van de helft van de totale wereldbevolking. Eén miljard mensen zijn vandaag armer dan 25 jaar geleden. Een kwarteeuw nul komma nul ontwikkeling dus. Toch volstaat jaarlijks 100 miljard dollar om de armoede uit te roeien. Dat is een achtste van wat elk jaar aan wapens wordt besteed.
De nuchtere stijl waarmee Marc Vandepitte deze ellende beschrijft roept herinneringen op aan het baanbrekende boek Globalisering en chaos van Ignacio Ramonet. Maar Vandepitte gaat een stap verder dan de hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique. De feiten en de analyse dienen hier vooral als inleiding op de oplossingen en voorstellen die in het tweede deel van het boek aan bod komen. Volgens Marc Vandepitte is er iets grondig fout met de spelregels van het systeem. En zolang we die niet veranderen “is het rommelen in de marge, zijn het druppels op een hete plaat.”
De auteur is dan ook niet mals voor bepaalde NGO’s. In het slechtste geval maken NGO’s integraal deel uit van het neoliberale project. Met het mes op de keel worden de overheden van derdewereldlanden verplicht af te slanken. Scholen en ziekenhuizen sluiten hun deuren en de NGO’s staan klaar om in het gat te springen terwijl ze zonder schroom geld ontvangen van Westerse regeringen en zelfs van banken en ondernemingen. Maar voor alle NGO’s geldt dat na de val van de Muur het geloof in een alternatief samen met het communisme in de nevelen van de geschiedenis verdween.
Het gezin van Paemel?De zoektocht naar een alternatief moet daarom weer bovenaan de agenda komen te staan. De ‘andere wereld’ zal niet uit een tekstverwerker komen, maar zal het resultaat zijn van een lang proces. Evenmin beginnen we met een blanco blad. Ondanks de vele fouten uit het verleden, zijn er genoeg positieve ervaringen waar we wel iets van kunnen leren. Marc Vandepitte verwijst zelf graag naar Cuba, China en de Indiase deelstaat Kerala die uitgedrukt in cijfers alvast uitstekend scoren. Een ‘andere wereld’ hoeft niet eens een onbereikbare utopie te zijn. Mochten onze overgrootvaders er zo over gedacht hebben dan zou een gemiddelde aflevering van Thuis nog altijd zeer veel gelijkenissen vertonen met Het gezin van Paemel van Cyriel Buysse.
Precies die periode waarin belangrijke rechten als het stemrecht en de sociale zekerheid verworven werden, leert ons dat we een tegenmacht nodig hebben om verandering af te dwingen. Een tegenmacht die samengesteld is uit de onderdrukte lagen van de wereldbevolking en die voldoende georganiseerd en toch genoeg open is om overwinningen te behalen op de machtige tegenpartij. Maar wat moet de Noord-Zuidbeweging daar nu mee? De NGO’s moeten afstappen van de idee dat de hulp uit het Noorden een eersterangsrol speelt. Het zullen de bewoners van het Zuiden zelf zijn die andere, meer rechtvaardige verhoudingen zullen moeten afdwingen. NGO’s moeten waar mogelijk de volksbewegingen uit het Zuiden steunen.
En vooral: de Noord-Zuidbeweging moet een beweging zijn. Vandepitte: “Vrijwilligers zijn het fundament. Haar sterkte en haar politiek gewicht hangen af van haar achterban.” Precies daar durft het schoentje al eens te wringen. Waarom je eerlijke producten verkopen in winkels die afhangen van de goede wil van vrijwilligers als je ze ook in de supermarkt kwijt kan? Vrijwilligers zijn immers kritisch, stellen vragen en liggen dwars. Mieke Molemans stelt de lezer alvast op dat punt gerust: “Word of blijf een beweging en steun bewegingen in het Zuiden. Deze gedachte zal zonder twijfel haar plaats houden in het nieuwe handvest van 11.11.11.”

Paul Vanden Bavière