VIDEO “De voordelen van kleine klassen”.

Facebooktwittermail

 

Op 27 april en 17 mei organiseerde Ovds een webinar rond het thema “De voordelen van kleine klassen”. Je kan hier de conferentie (van 27 april) bekijken van Stefan Haelvoet.

 

Overtuigende argumenten en studies voor kleine klassen

De meeste leerkrachten zijn overtuigd van de voordelen van kleinere klassen. Hoe kun je immers voldoende aandacht geven aan elke leerling in een klas met 25 of 30 jonge leerlingen of hoe realistisch is het “gedifferentieerd” te werken in een te grote klas? Tijdens deze coronacrisis springt het nut van kleinere klasgroepen extra in het oog. Toen de klassen verleden jaar in mei werden opgesplitst, bleek dat voor vele leerkrachten een verademing. Zowel vanuit het oogpunt van coronaproof onderwijs als vanuit de bezorgdheid de opgelopen leerachterstand stap voor stap in te lopen zijn kleinere klasgroepen een deel van de oplossing.

Er bestaan heel wat wetenschappelijke onderzoeken die de positieve effecten van kleine klassen bevestigen. In het artikel “Kleine of grote klassen, maakt het een verschil” (De democratische school, nr 85, maart 2021) worden er drie toegelicht. Vooreerst het Amerikaans STAR-onderzoek waarbij de (latere) schoolprestaties werden vergeleken van 11.000 leerlingen in Tennessee die van hun 10 tot 14 jaar in normale (25 leerlingen) of in kleine klassen (15 leerlingen) zaten. In Zweden werden 60 jaar geleden splitsingsnormen ingevoerd waardoor kleine en grotere klassen naast elkaar bestonden. Een “experiment” op grote schaal dat toeliet overtuigende lessen te trekken. Een recente Franse meta-studie analyseert 11 onderzoeken over de effecten van kleinere klasse. In de conferentie (video) worden deze onderzoeken toegelicht.

Wegen de voordelen van kleine klassen op tegen de kostprijs?

Er zijn ook tegenstanders van kleine klasssen en sceptici. Tegenstanders werpen op dat het een dure maatregel is, onbetaalbaar of zijn prijs niet waard. Sceptici relativeren het voordeel van kleinere klassen, bijvoorbeeld omdat ze de kwaliteit en de professionalisering van de leraar doorslaggevender vinden.

Het scepticisme wordt gevoed door uitspraken van bekende onderwijsautoriteiten. De directeur van de onderwijsafdeling van de OESO die de bekende PISA-onderzoeken opzet, Andreas Schleicher, pleitte er in een TED Talk voor om niet te investeren in kleinere klassen. Hij illustreerde dit met een vergelijking tussen Zuid-Korea, waar de klassen erg groot en de PISA-prestaties erg goed zijn, en Luxemburg, waar ze juist hebben ingezet op kleine klassen maar minder scoren. De Vlaamse pedagoog Pedro De Bruyckere zei daarover: “Een pijnlijke vergelijking waarbij Schleicher correlatie met causaliteit verwart. De onderwijssystemen van beide landen zijn in allerlei andere opzichten totaal verschillend; Zuid-Korea is bijvoorbeeld berucht om zijn gigantische naschoolse private bijlesindustrie, die heel goed een deel van het prestatieverschil zou kunnen verklaren. (De Groene Amsterdammer, 8 mei 2019).

In datzelfde artikel verwijst Pedro De Bruyckere ook naar John Hattie, die sinds zijn boek “Visible learning: A synthesis of over 800 meta-analyses relating to achievement” (2009) voor sommigen als de onderwijsgoeroe geldt. Sommige beleidsmakers misbruiken Hattie om te pleiten voor grotere klassen omdat “de grootte van een klas geen invloed heeft op de schoolresultaten”. Hierover schrijft Pedro De Bruyckere dat het verhaal een pak complexer is: “Onderzoek geeft namelijk aan dat kleinere klassen effectief beter zijn, alleen al omdat leerlingen er aandachtiger zijn. Vaak wordt er wel in één adem de link gelegd met de kwaliteit van de leerkracht, waarbij de meeste onderzoeken ervan uitgaan dat de kwaliteit van de leerkracht belangrijker is dan de klasgrootte. De redenering is dan dat het beter is om een goede leerkracht voor 28 of dertig leerlingen te zetten dan een middelmatige leerkracht voor een groep van 24 of 22. De klassengrootte maakt trouwens pas echt een verschil bij een klasgroep van minder dan 16 leerlingen, wat uiteraard een aanzienlijk prijskaartje heeft”  (Jongens zijn slimmer dan meisjes en andere mythes over leren en onderwijs, Pedro De Bruyckere en Casper Hulshof, 2013)

Er is dus voer voor discussie. Ook na onze twee webinars.

Lees het artikel “Met veel of weinig leerlingen in de klas, maakt het een verschil?”

Op het einde van dit artikel vind je links naar andere artikels over dit thema.

Dit artikel verscheen in “De democratische school”, nr. 85, maart 2021. Als je Ovds wil steunen, kun je lid worden, voor 16 euro, met een jaarabonnement op ons driemaandelijks tijdschrift inbegrepen, via onze website .

We maakten ook een inleidend filmpje    (van 3 minuten) rond het thema “Waarom kleine klassen?”