Enkele lessen uit PISA 2018 over ongelijkheid, segregatie en onderwijsmarkt

Facebooktwittermail

De meeste commentaren naar aanleiding van de publicatie van de resultaten van PISA 2018 slaan op de vergelijking van de gemiddelde scores per land of onderwijssysteem. Het Vlaams onderwijs scoort beter dan het Franstalig onderwijs in ons land en behoort tot de Europese top of subtop.  Ook de dalende trend van de Vlaamse prestaties krijgt veel aandacht. 

In dit artikel analyseren we de gegevens van de PISA-testen (die vrij ter beschikking staan voor elke onderzoeker)  vanuit de invalshoek van de sociale (on)gelijkheid in het onderwijs. Wat leert PISA ons over het verband tussen de sociale afkomst van de leerlingen en hun prestaties  en over de sociale en academische segregatie tussen scholen?

PISA levert op dit vlak helaas geen aangename verrassingen op. België blijft één van de landen met de grootste ongelijkheid op onderwijsvlak. Het Vlaams onderwijs is zelfs wereldkampioen van de ongelijkheid. Hieronder geven we bijvoorbeeld de rangschikking van de Westeuropese landen wat betreft het verschil in gemiddelde scores (voor de drie domeinen samen: leesvaardigheid, wiskundige en wetenschappelijk geletterdheid) van de 25% rijkste en de 25% armste leerlingen. Vlaanderen (VLG = Vlaamse Gemeenschap) staat bovenaan de rangschikking voor Duitsland (DEU), het Franstalig onderwijs (FWB = Fédération Wallonie Bruxelles) en Frankrijk. 

Omwille van de leesbaarheid van de grafieken stellen we het volledige artikel ter beschikking in pdf. Klik hier om het volledige artikel te lezen

Een gelijkaardige (meer gedetailleerde) analyse van PISA 2015 door Nico Hirtt lees je hier. 

Nico Hirtt est physicien de formation et a fait carrière comme professeur de mathématique et de physique. En 1995, il fut l'un des fondateurs de l'Aped, il a aussi été rédacteur en chef de la revue trimestrielle L'école démocratique. Il est actuellement chargé d'étude pour l'Aped. Il est l'auteur de nombreux articles et ouvrages sur l'école.