Vier onderwijsvakbonden stellen verkiezingsmemorandum voor

Facebooktwittermail

Op 13 mei hebben de vier Vlaamse onderwijsvakbonden (ACOD-Onderwijs, COC, COV, VSOA) een gemeenschappelijk memorandum “voor de nieuwe Vlaamse regering” overhandigd aan de voorzitters van vijf politieke partijen (N-VA, CD&V, Open VLD, sp.a, Groen) en aan drie koepels van onderwijsverstrekkers (KOV, OVSG, GO!).

Het memorandum van de onderwijsvakbonden bevat heel wat klassieke maar daarom niet minder relevante eisen en verzuchtingen. We citeren er enkele.

Het tijdsbestedingsonderzoek laat zien dat er onvoldoende tijd is om de kernopdracht van de leraren waar te maken. Voor opdrachten buiten de kernopdracht (lesgeven in de brede zin) moeten er middelen worden voorzien.

Centrale examens worden afgewezen: “het toetsen en beoordelen behoort tot de professionele verantwoordelijkheid van leraren en het lerarenteam”.

De ontkoppeling tussen de nieuwe eindtermen (voor de eerste graad) en de vakken wordt gekritikeerd omdat leraren dreigen vaker ingezet te worden om leerstof te onderwijzen waar ze zelf inhoudelijk en vakdidactisch onvoldoende sterk in zijn.

Prestatiegerichte en gedifferentieerde verloning worden afgewezen omdat een sterke gelijkheidscultuur een cruciale voorwaarde is om duurzame samenwerkingsverbanden op de werkvloer mogelijk te maken.

De vaste benoeming moet versterkt worden. Zij is o.a. een pedagogische voorwaarde voor kwaliteitsvol onderwijs.

De (negatieve) ervaringen in het hoger onderwijs worden aangehaald om te pleiten voor een duidelijke centrale personeelsregelgeving.

Het tijdsbestedingsonderzoek en de werkbaarheidsmonitor leggen de hoge werkdruk in onderwijs zwart op wit bloot. De werkdruk en de planlast moeten op elk niveau planmatig naar omlaag gebracht worden.

De recente pensioenmaatregelen (optrekken pensioenleeftijd en loopbaanvoorwaarden, afschaffen diplomabonificatie, afschaffen verlofstelsels en/of de aanneembaarheid ervan) hebben een zeer nefaste invloed op de aantrekkelijkheid, werkbaarheid en menswaardigheid van een beroep in onderwijs.

Directeurs moeten zelf onderwijservaring hebben. Er wordt een specifieke directeursopleiding voorgesteld op basis van een (te ontwerpen) beroepsprofiel.

De Vlaamse regering moet 7% van het Bruto Regionaal Product in onderwijs investeren. Onderwijs mag niet afhankelijk worden van particuliere sponsors of commerciële activiteiten.

Alle werkingsmiddelen moeten worden geïndexeerd en evolueren volgens het aantal lerenden.

Het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs, het volwassenenonderwijs en het DKO mag niet verhoogd worden. Het leerplichtonderwijs moet kosteloos worden.

Besparingen op de voorziene personeelsomkadering via aanwendingspercentages op de lestijden- en urenpakketten moeten teruggedraaid worden. Omkadering moet 100 procent toegekend worden.

Het is een absolute plicht van de Vlaamse regering om ervoor te zorgen dat er meer dan voldoende capaciteit is, zodat ouders niet in de onzekerheid verkeren of hun kind al dan niet een plaats zal hebben in een school.

Indien gekozen wordt voor het concept van de brede school moet de kernopdracht van de school gevrijwaard blijven via de toevoeging van omkadering en het maken van duidelijke afspraken over infrastructuur en financiële verantwoordelijkheden.

Lees hier de tekst van het memorandum

Lees hier de toetsstenen van het memorandum